1 / 13

Planning voor deze les:

Planning voor deze les:. Planning: Terugblik paragraaf 5.1 Uitleg paragraaf 5.2: beheersing van conflicten Molukken Aceh [~ Atjee ~] Problemen van een jonge staat Centripetale/centrifugale krachten Oefenopdrachten hst 5. Terugblik paragraaf 5.1. Etnische en culturele diversiteit

vevay
Download Presentation

Planning voor deze les:

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Planning voor deze les: Planning: • Terugblik paragraaf 5.1 • Uitleg paragraaf 5.2: beheersing van conflicten • Molukken • Aceh [~Atjee~] • Problemen van een jonge staat • Centripetale/centrifugale krachten • Oefenopdrachten hst 5

  2. Terugblik paragraaf 5.1 • Etnische en culturele diversiteit • Etnische groepen • Rassen: • Javanen (Mongoloïde – gele) ras. • Provincie papoea (Negroide – zwarte) ras • Sumatra (Europees – blanke) ras • Zoveel volken op Indonesië, hoe komt dit? • Chinezen als minderheidsgroep • Grote afgunst maar wel belangrijk voor economie! • Staat en godsdienst gescheiden in Indonesië (Seculier)

  3. Zoveel volken, hoe komt dit? • Homo Sapiens • Duizenden jaren daarna, vele migratiestromen richting Indonesië geweest. • Cultuurkenmerken overnemen bv: van Arabische handelaren (islam) • Koloniale verleden (christelijke religie)

  4. Paragraaf 5.2 Beheersing van conflicten • Twee conflicten: • Molukken • Aceh Molukken: Gegevens Molukken • 40% christen • >50% moslim • <5% boeddhisme/ hindoeïsme • Conflict loopt sinds onafhankelijkheid in 1945

  5. Geschiedenis conflict: • Molukken strijden voor eigen staat (RMS = Republik Maluku Seletan)Strijd voor onafhankelijke staat noem je Separatisme (afscheiding) • Begin conflict: onafhankelijkheidsoorlog Indonesië (vandaar veel Molukkers in Nederland). • In tussentijd word er in Nederland gestreden voor de eigen staat (dit dmv kapingen en gijzelingsacties). • In tussen blijven de spanningen op Molukken aanwezig wat leidt tot het bloedige conflict van 1999-2002. • Strijd tussen Christenen en Islamieten. • Overwegend de christenen willen een eigen staat, maar de huidige politiek van Jakarta is er op gericht om Islamieten voorrang te geven op de goede (overheids)banen, om die drang te temmen. • Ook steeds meer moslims op Molukken door oa Transmigratiebeleid; daardoor vergrote invloed van Java op de situatie.

  6. Aceh • Eeuwenlang een opstandige provincie • Streeft al lange tijd naar regionalisme (zekere vorm van autonomie) of zelfs naar separatisme (onafhankelijkheid). • Aceh word flink bevochten omdat er veel grondstoffen aanwezig zijn. • Maar ook vanwege zijn gunstige ligging in de straat van Malakka. • Na aftreden van Soeharto (dictatuur) in 1998 kwam er meer decentralisatie van wetten. (Regio’s kregen meer macht). • Hierdoor krijg je van regio tot regio andere wetten. (vergelijk VS) • Atjeers streven naar islamitische staat. • Er werd dan ook veelvuldig gevochten in Aceh. • De oplossing werd gevonden in onverwachte hoek. • Tsunami van 2004.

  7. Problemen van een jonge staat • Staat erg jong • Nederlands-Indië pas officieel opgericht in jaren 20. • Toentertijd 1 centraal gezag • Na onafhankelijkheidsoorlog werden de rechten van territoriale integriteit gerespecteerd. • De bestaande grenzen worden de nieuwe grenzen van het land. • Recht op zelfbeschikking • Andere volken hebben recht om te bepalen tot welke staat ze behoren! • Hier kwam/komt weinig van terecht omdat Jakarta (lees: Soerkarno/Soeharto) vele volken onderdrukt. (vergelijk ook Rusland – Tsjetsjenie, abchazieetc).

  8. Centripetale / Centrifugale krachten • Om te zorgen voor een eenheidsstaat (ter voorkoming van het uiteenvallen van het land) zijn bindende krachten nodig. De zogenaamde centripetale krachten. • Eenheid kun je creëren door nation building/ natievorming. • Bindende krachten zijn (nation building): • Transmigratie • Javanisering • Bahasa Indonesia • Sport • Feestdagen • Helden • Tegenover centripetale krachten staan centrifugale krachten. Krachten die je land uiteendrijven: • Burgeroorlog • Kloof arm en rijk • Etc.

  9. Een nieuwe weg? • Sinds 1998 lijkt Indonesië democratischer te worden. • Oost-Timor kreeg zelfbeschikkingsrecht en werd onafhankelijk. • Weinig belang bij Oost-Timor omdat er toch geen grondstoffen zijn! • Toch blijft Indonesië tegen problemen aanlopen, zoals de rol van het leger. • Wie is de baas van Indonesië:De regering of het leger? (vergelijk opstand Egypte)

  10. Voor nu: • Maak oefenopdracht hst 5 • Maak opdrachten van paragraaf 5.2 (3 a 4 stuks!!)

  11. Opdracht 1 (alleen te maken met GB 53) • Gebruik GB151C. • In de legenda kun je lezen welke overheersende godsdienst waar in Indonesië voorkomt. Beredeneer, gebruikmakend van deze gegevens, waarom op Maluku (Zuidelijke Molukken) meer religieuze conflicten voorkomen dan op Maluku Utara (Noordelijke Molukken). • Opdracht 2 • In Indonesië speelt een aantal territoriale conflicten. • a. Welke geografische factor draagt eraan bij dat juist in dit land zoveel territoriale conflicten voorkomen? • b. Welke sociaal-culturele factor draagt eraan bij dat juist in dit land zoveel territoriale conflicten voorkomen?

  12. Opdracht 3 • Bekijk de figuur en gebruik eventueel de GB. De spreiding van de Chinezen in Indonesië over de eilanden is niet willekeurig en hangt samen met de bestaansmiddelen waarmee de Chinese bevolking zich van oudsher bezig houdt. • a. Wat is het voornaamste bestaansmiddel van de Chinezen? • b. Verklaar het verband tussen de spreiding van de Chinezen en hun bestaansmiddelen.

  13. Opdracht 4 (alleen te maken met GB 53) • Bekijk GB151C. • a. Welke twee gebieden hebben het hoogste aantal slachtoffers? • b. Eén van beide gebieden heeft een bijzondere positie in Indonesië. Noem twee kenmerken van dit gebied die dit ondersteunen. • c. De bijzondere positie van het gebied hangt samen met het politieke geweld dat in deze regio voorkomt. Verklaar dit. • Opdracht 5 • Over Indonesië wordt wel eens gezegd dat het land zich kenmerkt door ‘eenheid in verscheidenheid’. Direct hiermee hangt samen dat in Indonesië op veel plaatsen sprake is van een territoriaal conflict. • a. Welke geografische factor zorgt ervoor dat juist in Indonesië zoveel territoriale conflicten voorkomen? • b. Gebruik (GB137) en (GB 146/147). Ook op het eiland Timor was sprake van een territoriaal conflict. Bij dit conflict speelde het koloniaal verleden een belangrijke rol. Leg dit uit. • c. Noem een sociaal-cultureel kenmerk van Oost-Timor dat verband houdt met het koloniaal verleden. • d. De Indonesische regering heeft zich destijds krachtig verzet tegen de onafhankelijkheidsstrijd van de Oost-Timorezen. Leg uit waarom dit verzet zo hevig was.

More Related