1 / 17

Erfelijkheid

Erfelijkheid. KK II. Weet je het nog ??. Erfelijke factoren liggen op chromosomen Deel van vader / deel van moeder 39 paar (38 paar en 1 geslachtsbepalend) Ongeveer 30.000 “genenparen” 38 paar bevatten elk evenveel chromosomen (stel) Elk paar heeft dan 2,5 % van de erfelijke informatie

wilda
Download Presentation

Erfelijkheid

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Erfelijkheid KK II

  2. Weet je het nog ?? • Erfelijke factoren liggen op chromosomen • Deel van vader / deel van moeder • 39 paar (38 paar en 1 geslachtsbepalend) • Ongeveer 30.000 “genenparen” • 38 paar bevatten elk evenveel chromosomen (stel) • Elk paar heeft dan 2,5 % van de erfelijke informatie • Dus ongeveer 770 genenparen per chromosoom • Blijven bij elkaar bij delen en splitsen • Meiose (reductiedeling / vorming geslachtcellen 78  2 x 39) • Mitose (verdubbeling / ontwikkeling)

  3. Weet je het nog ?? • Meiose • Mitose

  4. Weet je het nog ?? • Dominant K • Recessief k • Intermediair • Onvolkomen dominant • M=Kleurverdunning en m • M zichtbaar, maar m ook • Homozygoot / fokzuiver / KK / kk • Heterozygoot / fokonzuiver

  5. Weet je het nog ?? • Mendel • 1e wet : uniformiteitregel • 2e wet : Splitsingsregel • 2e wet : Onafhankelijkheidsregel

  6. KK II • Geslachtsbepaling • Reu XY • Heterogametisch • Y genetisch (bijna) leeg • X geslachtskoppeling • Teef XX • Homogametisch • Geslachtsgebonden • Bloederziekte • X-chromosoom PRA Husky • Meer bij reu als bij teef? • Geslachtsbeperkt • Melkgift • Kryptorchide

  7. Geslachtsgebonden • XX = Gezonde teef • Xx = Draagster • xx = Lijdster • XY = Gezonde reu • xY = Lijder

  8. Factorenkoppeling • Onafhankelijk  afhankelijk • Op een “chromosoom” samen over (dus niet echt onafhankelijk) • Echt onafhankelijk als niet op een chromosoom • Zichtbaar in combinatie met onzichtbaar • Voorbeelden • Naaktheid / gebit ! • Wervelkolom / nieren / hart ! • Zwaarte hond / PRA ? • Ooglidstructuur / vorm v. hoofd / oogkasvorm / diepte oogkas ! • Homozygoot MM geeft vaak blindheid / doof • Onderzoek : Welke dieren zijn ziek? Welke ziekten hebben zij? Hoe is de erfelijkheid van deze ziekten? Is de erfelijke koppeling aan positieve kenmerken?Is er sprake van toevallige koppeling? Hoe is de erfelijke samenstelling van het ras?

  9. Crossing over • Eigenschappen die normaal op 1 chromosoom liggen • Tijdens de eerste meiotische deling (als tegen middenvlak aan gaan liggen) • Breuken in DNA strengen • Regelmatig gebeuren

  10. Polymerie • Niet alle eigenschappen door EEN gen • Genen  Allel (of twee genen / plaatsen chrom) • Ieder locus (hokje) door gen/allel bezet • Beeld dat elke locus slechts twee allelen kent onjuist / in principe kan ontelbare allelen op locus • Hetzelfde gen kan vaker muteren (gen met heel andere fenotypische / fysiologische werking)  zie ook enzymen die nodig zijn om 1 werkzame stof te maken • Indien meer genen op zelfde plaats dan multiple allelen • Multiple allelen • Onderlinge relaties tussen allelen (in hoeverre dominant over elkaar • Gen-combinaties in meervoud • Loci krijgen een naam : A- B- E-

  11. Epistasie/Hypostasie/Kryptomerie • Epistasis = doen stilstaan • Bepaalde factor belet andere factoren tot uiting te komen • Hypostasie = onderdrukte gen • Kort en Lang niet tot uiting als RUW • RUW is epistatisch over Kort en Lang • Kort en Lang hypostatisch over RUW • Kryptomerie • Als bepaalde factoren niet tot uitdrukking komen bij afwezigheid van bepaalde factor

  12. Haren en vacht • Theorie Little / Seiferle • Groot aantal genen • Grote interactie tussen de genen • Genotype en milieu grote relatie • Bv. Voeding VIT B • Klimaat (warm / koud) • Geen absolute epistasie en dominantie tussen KH, RH en LH • Bv. Kruising tussen RH en KH teckel  RH teckel, maar geringer RH • Ruw, Hard is onvolledig dominant over Zacht H • Hardheid mogelijk bepaald door zelfde genen als RH, KH, LH (kan ook ander gen, gekoppeld met deze) • Recht haar dominant over Gegolfd en gekruld haar (mdv lengte haren verandert / bobtail, collie). Kruising Border/Pointer  KH Poin • Staartbevedering dominant t.o.v. niet bevederd

  13. Kaaklengte • Lengte boven en onderkaak onafhankelijk • Normale lengte dominant over abnormaal • Multiple allelen of modifiers (vormen van gebitstand)

  14. Oren • 1937 (Iljin) • Ha = Halfstaande oren (Terriers) • H = hangende oren (Brakken) • H = staande oren (Duitse Herders) • HH x hh = halfstaand (intermediair dus) • Rozenoor is een apart gen • Ook enkele modifiers • Kleinere oren onvolkomen dominant t.o.v. groter oren

  15. Beenlengte • Prof. Hagedoorn • Meerdere genen • KB x NB = 25 % KB 25 % NB 50 % Tussen • Beenlengte dus intermediair • Proef: Schotse Terr x Teckel geeft F1 KB. Bij F2 enkele pups NB

  16. Beenlengte • A = Kortbenigheid • a = normale beenlengte (tevens hypostatisch t.o.v. B) • B = Kortbenigheid • b = normale beenlengte, tevens hypostatisch t.o.v. A)

  17. Wederzijde epistastie • Schot  AAbb • Teckel  aaBB • F2 • ¾ A x ¾ B = 9/16 AB (Kortbenig) • ¾ A x ¼ bb = 3/16 Abb (Kortbenig) • ¼ aa x ¾ B = 3/16 aa.B (Kortbenig) • ¼ aa x ¼ bb = 1/16 aa.bb (normaal benig)

More Related