100 likes | 269 Views
werkwoordenbos. Welkom in het. Lopen Springen Lachen Rijden Braden Gebeuren. Schrijven Laden Snijden Antwoorden Slapen Dansen. INFINITIEVEN (ik kan…). T.T/V.T/V.D. Loop, spring, rijd. tijdenbos. stammenbos. Het stammenbos. Het stammenbos. IK ben de stam.
E N D
werkwoordenbos Welkom in het Lopen Springen Lachen Rijden Braden Gebeuren Schrijven Laden Snijden Antwoorden Slapen Dansen INFINITIEVEN (ik kan…)
T.T/V.T/V.D Loop, spring, rijd tijdenbos stammenbos
Het stammenbos IK ben de stam Spelen = ik speel Lopen = ik loop Kijken = ik kijk Voelen = ik voel Lijden = ik lijd Snijden = ik snijd Spelen Lopen Kijken Voelen Lijden Snijden
liegen planten leiden braden (ik) lieg (ik) plant (ik) leid (ik) braad springen lachen rijden zich verbranden (ik) spring (ik) lach (ik) rijd (ik) verbrand (mij)
Het tijdenbos Heel lang geleden bos Huidig bos Vroeger bos
Huidig bos (Tegenwoordige tijd) Liegen Planten Leiden Braden Springen Lachen Rijden Zich verbranden Lieg Plant Leid Braad Spring Lach Rijd Verbrand mij Jij/hij/zij/de man/ het kind/ u liegt/plant-/leidt/braadt/ springt/lacht/rijdt/ verbrandt ik Jij/je Tip : smurfen
Vroegere bos (verleden tijd) e e e e e e Sprong Reed loog Plant-te Lacht-te Leid-de Braad-de
Heel lang geleden bos (voltooid deelwoord) De houthakker is geweest en heeft het bos omgehakt en heeft daar lang aan gewerkt! e e e Gelogen Gesprongen gereden Ik heb geplant--- Zij heeft geleid--- Het is gebeurd--- e
Het nieuw aangeplante bos Het nieuwe bos Het mooie paden Het groene blad De jonge bomen Het vernieuwde bos De opgeruimde paden De gekleurde bladeren De geplante bomen