120 likes | 277 Views
(Semi-) perifere regio’s in de wereld: actuele ontwikkelingen. Handels-en investeringsstromen Otto Verkoren Utrecht, Faculteit Geowetenschappen UU, Nascholingscursus 17 december 2010. “Ontwikkelingslanden”.
E N D
(Semi-) perifere regio’s in de wereld: actuele ontwikkelingen Handels-en investeringsstromen Otto Verkoren Utrecht, Faculteit Geowetenschappen UU, Nascholingscursus 17 december 2010
“Ontwikkelingslanden” • In 1952, tijdens de zgn. Koude Oorlog, beredeneert Alfred Sauvy het bestaan van de “Tiers Monde” (de benaming werd ontleend aan de Franse “Tiers Etat”). De term wordt in korte tijd, internationaal aanvaard, waarmee een beeld ontstaat een kapitalistische Eerste-, een socialistische Tweede – en een (Niet-Gebonden) Derde Wereld. • Nog in de jaren vijftig van de vorige eeuw worden Tijdens de Koude Oorlog worden aan “de landen van Derde Wereld”, gegeneraliseerde, onderscheidende kenmerken toegeschreven (voordat er sprake was van goede, internationaal vergelijkbare databases). • Vanaf het moment dat wij de beschikking kregen over mondiaal vergelijkbare data (eind jaren ‘70/begin jaren ‘80), bleek dat de generaliseerbaarheid van “kenmerken” niet zo groot was. Bovendien hadden modernisering en globalisering, ruwweg vanaf de jaren ’60, stevig bijgedragen an eenverdere mate van differentiatie tussen de landen van de Derde Wereld. • Het beeld van de Derde Wereld, dat aanvankelijk vooral als tamelijk homogeen/uniform werd beschouwd, vergruisde tot een uiteenlopende groepen van “ontwikkelingslanden”. De snelgroeiende regionale differentiatie binnen de Derde Wereld inmiddels ook vaak “Het Zuiden” genoemd ging niet (zo duidelijk) gepaard met een aanpassing van de “kenmerken” voor de verschillende landengroepen.
“Kenmerken” • Een koloniaal verleden • Een zwakke economische structuur (productiestructuur) • Een lage welvaart, met zeer grote inkomensverschillen tussen de sociale strata. Uitgesproken armoede voor zeer velen, m.n. op het platteland. • Een zeer omvangrijke plattelandsbevolking (met als tegenpool een slechts bescheiden urbanisatie, die vaak gepaard gaat met een “stedelijk waterhoofd”) • Explosieve bevolkingsgroei (in samenhang waarmee het evenwicht tussen bevolkingsgroei en de beschikbare natuurlijke hulpbronnen verstoord is) • Zwakke, vaak weinig democratische/representatieve, bestuursstructuren, die maar in zeer beperkte mate blijkt te (kunnen) “leveren”
De zwakke economische structuur ontleed • Beperkte omvang van de binnenlandse afzetmarkt (armoede, geringe koopkracht) en sterke exportoriëntatie • Een omvangrijke, weinig productieve agrarische sector; een (in de steden) een grote (goeddeels informele) tertiaire sector; een kleine industriële sector. • Grote afhankelijkheid van buitenlandse bedrijven (mede door het langdurig gevolgde importsubstituerende beleid). • Zwakke integratie in de wereldhandel met: a) weinig gediversifiëerde exporten (met grondstof-georiënteerde produktiekolommen die slechts een geringe toegevoegde waarde realiseren. b) eenzijdige afmarktoriëntaties (waarbij ook de onderlinge handel opvallend gering is); c) het ruilvoetvraagstuk d) grote rol van buitenlandse ondernemingen
Veranderingen in de mondiale handel (1) • De marktliberalisatie (en het “verdwijnen” van de importsubstitie in Het Zuiden) • Een zeer sterke daling van de (lange afstands)transportkosten, o.a. door schaalvergroting in het vervoer • Veranderende organisatiekaders van de (multinationale) productie/ dienstverlening (van “Organized Capitalism” naar “Disorganized Capitalism”), die tesamen met een formidabele internationalisering en flexibilisering (“outsourcing”), waarvan grote delen van Het Zuiden ook zouden profiteren • Een geweldige diversificatie in de exporten uit het Zuiden, met o.a. een forse toenames van de toegevoegde waarde en een forse uitbreiding van de industriële productie expansie (steeds meer in MNC-verbanden)
Veranderingen in de mondiale handel (2) • Sinds 1960 is de wereldhandel bijna systematisch sneller gegroeid dan de mondiale productie. De weereldhandel is nu 20x zo groot dan in 1960, de productie 6x. • Een en ander is niet los te zien van de onstuitbare opkomst van MNC’s, ook in Het Zuiden. • UNCTAD signaleerde in 2009 dat de wereld zo’n 82.000 MNC’s telde, die tesamen over zo’n 810.000 buitenlandse vestigingen beschikten, waarbij vermoedelijk meer dan 1,7 miljoen andere bedrijven betrokken waren via outsourcings-activiteiten • Zo’n twee-derde van de wereldhandel speelt zich af tussen MNC’s en zo’n 45% daarvan is uitsluitend intra-MNC-handel. • Op hun beurt zijn de mondiale investeringen (FDI+Portfolio investeringen). M.n. sinds de jaren ‘80 weer veel sterker gegroeid dan de wereldhandel (met af en toe een conjuncturele dip). • Recentelijk is, naast FDI/Portfolio, ook het zgn. Flits- of Cyberkapitaal op het toneel verschenen, dat met zeer grote bedragen, de financiële- (en goederen-)markten welhaast permanent in beweging houdt.
De “Global Triad” • Sinds de jaren ‘80 speelt het leeuwendeel van handel en investeringen in de wereld zich af in de “Global triad” van V.S., Europa en Oost-Azië. • Zo’n 30 jaar later is het belang van de “Global Triad” nog steeds herkenbaar, binnen het inmiddels danig veranderde mondiaal-economische landschap, waarin de rol van de VS wat is afgenomen, de positie van Japan ondergeschikt lijkt te worden aan die van China. • Binnen de drie onderdelen van de triade speelt de interne handel ook een rol van grote betekenis, een logisch gevolg van de omvang van de interne markt. • Terwijl Sub-Sahara Afrika, Centraal=Azie en grote delen van het Pacifisch Gebied nog slechts beperkt geïntegreerd in het mondiale bestel, geldt dat veel minder voor Latijns-Amerika en Zuidwest-Azië, • Ondanks alle veranderingen is er nog steeds sprake van netto-kapitaalsinstroom uit het Noorden naar het Zuiden, en van een tegenovergestelde stroom van winsten en andere afdrachten. Het snelgroeiende belang van China en India is, m.n. in Afrika, onmiskenbaar.
De huidige economische structuren inHet Zuiden benaderd (1) • In de afgelopen 50 jaar is er veel veranderd, niet alleen in de economieën van Het Noorden, maar ook in die van Het Zuiden • Met het voortschrijdende verstedelijkingsproces is de structuur van de werkgelegenheid danig veranderd, ten koste van de primaire sector en ten favuere van de secundaire en tertiaire sector • M.n. in de afgelopen twee decennia is de armoede in Het Zuiden op macro-niveau verminderd (zo’n tien jaar van meer dan 8% economische groei in China blijkt bijv. van grote betekenis voor het niveau van de mondiale armoede) • In de afzonderljike landen van Het Zuiden loopt de ontwikkeling van de armoede-scores sterk uiteen., waarbij zich zowel groei, als stilstand en terugval voordoen. Daarbij valt op, dat de indrukwekkende verstedelijking gepaard is gegaan, met o.a. een forse “urbanisatie van de armoede” (met o.a. een enorme toename van de informele sector)
De huidige economische structuren inHet Zuiden benaderd (2) • In veel landen van The Global South is de niet-agrarische werkgelegenheid sterk gegroeid, een proces dat vaak n de jaren ‘80 werd ingezet met de stichting van Export Processing Zones en/of het laten vervallen van beperkende bepalingen voor buitenlandse bedrijven. Bangladesh has about 4,000 garment factories that export more than $10 billion worth of products a year, mainly to the United States and Europe. Customers include Wal-Mart, Tesco, H&M, Zara, Carrefour, Gap, Metro, JCPenney, Marks & Spencer, Kohl's, Levi Strauss and Tommy Hilfiger. • De geleidelijk toenemende omvang van de binnenlandse markt heeft ook kansen geschapen voor danige vergroting van de binnenlandse consumptie van goederen en diensten, m.n. bij de snelgroeiende (stedelijke) middenkasse. • Dankzij de diversificatie van economie en exporten is de ruilvoetproblematiek danig afgezwakt, óók omdat de desastreuze effecten van massale substitutieprocessen en/of langdurige, systematische prijsdalingen beperkt zijn gebleven.
De huidige economische structuren inHet Zuiden benaderd (3) • In vergelijking met de situatie uit de periode 1960-1980 is de economische integratie van veel “Zuidelijke” landen gegroeid, soms in het wereldsysteem, maar vaak vooral op een meer continentalesub-continentale basis (o.a. dankzij de stichting van handelsblokken). Dat geldt vooral voor de landen die inmiddels tot de semi-periferie gerekend zouden kunnen worden. • De problematiek van de mondiale periferie blijkt bijzonder hardnekkig, ook al zijn de zeer geïsoleerde en welhaast autarkische posities van delen van de wereld (zoals die in de jaren ’60-80 nog veel voorkwamen) goeddeels verdwenen. • Veel landen van de semi-periferie hebben sinds de laatstd decennia van de vorige eeuw een evidente groei doorgemaakt, met aantoonbare inkomensstijgingen als gevolg. Maar helaas hebben niet alle sub-regio’s/ociale groepen daarvan kunnen profiteren.
Welk perspectief? • “Ontwikkeling” hebben wij, onbewust of bewust, lange tijd beschouwd als een modernisatieproces, dat zich geleidelijk, in steeds wijdere kringen, zou verspreiden. Daarbij is, onder het economische primaat veel aandacht uitgegaan naar het beter laten frunctioneren van economische processen (o.a. via marktliberalisering, het terugdringen van de rol van de staat, concurrentie etc). • “Economie” kan echter niet worden losgezien van “Politiek”, met als belangrijke implicatie meer aandacht voor goed bestuur, democratisering, participatie, de levering van openbare dienste, aan herverdelingsmechanismen etc. (zie ook de Milennium-doelen). En dat vergt een andere rol van de staat.