270 likes | 434 Views
Waarom is de armoede niet gedaald? Reflectie op het (armoede)beleid. Bea Cantillon Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck, Universiteit Antwerpen. Eerst enkele kencijfers. Het inkomen op de EU-armoedegrens - alleenstaande: 821 euro - koppel met 2 kinderen: 1726 euro.
E N D
Waarom is de armoede niet gedaald?Reflectie op het (armoede)beleid Bea Cantillon Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck, Universiteit Antwerpen
Eerst enkele kencijfers Het inkomen op de EU-armoedegrens - alleenstaande: 821 euro - koppel met 2 kinderen: 1726 euro
Wat koopt een gezin op de EU-armoedegrens? Het geval van een alleenstaande moeder met 2 kinderen in België
16% van alle personen leeft in een gezin met een inkomen gelijk of lager dan de EU-armoedegrens 25% van de 75-plussers 23% van de niet werkenden 36% van de kinderen van alleenstaande ouders 78% van de kinderen die opgroeien in een gezin zonder arbeidsinkomen
- 21% van de kinderen in arme gezinnen loopt schoolse achterstand op - 22% heeft gedragsproblemen (heeft zorgen, is bang, wordt gepest, is overactief, heeft moeite om zich te concentreren) - Depressiviteit komt significant meer voor onder de armoedegrens - Problematische schuldsituaties - etc
Recente trends - Volgens PSBH – ECHP: afname armoede in 90’er jaren - Volgens SEP: lichte toename - Vanaf 2002: nieuwe data (SILC) onvergelijkbaar met voorgaande
At-risk-of-poverty rate after social transfers 1995-2007 Source: EU Structural Indicators (Atkinson, 2009)
What lies behind? Trends in both directions, but more down Trends in both directions, broadly balanced
In de rijke Europese landen is de financiële armoede niet gedaald ofschoon: 1. nog nooit zoveel mensen aan het werk 2. meer sociale overheidsuitgaven 3. verdieping sociaal beleid 4. armoede sterk aanwezig in beleidsdiscours
Verdieping van het sociaal beleid • kinderopvang • loopbaanonderbreking/tijdskrediet • zorgverzekering • dienstencheques • brugpensioenen • focus op gelijke kansen in onderwijs • aktivering… ‘ verheffen, verbinden, activeren (Nederlandse Raad voor het Regeringsbeleid)
Armoede in het beleidsdiscours - EU-consensus rond Laken indicatoren (OMC) - regeringsverklaringen in België en Vlaanderen - 2010 jaar van de armoede …
De grote veranderingen sedert 1970 1. Economische groeivertraging 2. Post-industriële transitie en globalisering 3. Veranderingen in de gezinsvorming 4. Emancipatie van de vrouw
Gevolgen • Budgettaire beperkingen • Nieuwe sociale risico’s: - laaggeschooldheid - echtscheiding, één inkomen - combinatie arbeid-gezin • Toenemend gebruik SZ - werkloosheid - oudere werknemers
De beleidsuitdaging fiscale discipline Nieuwe behoeften werkgelegenheid
The Social Investment State: beleidsingrediënten - focus op werk (strijd werkloosheidsvallen, arbeidskostverlaging, aktivering, subsidiëring) - kostenbesparingen (selectiviteit, privatisering) - bescherming van nieuwe sociale risico’s (loopbaanonderbreking, kinderopvang …) - focus op gelijkheid van kansen(meer dan op gelijkheid van uitkomsten)
Resultaten - groei tewerkstelling - vertraagde groei sociale overheidsuitgaven - bescherming nieuwe sociale risico’s
Maar: de paradox van de investeringsstaat • mattheuseffecten in de nieuwe sociale risico’s - en verwaarlozing van oude sociale risico’s
nieuwe sociale risico’s en nieuwe Mattheuseffecten - Inzet op werk: tendentieel meer naar hogere inkomens (cf jobkorting) - Inzet op nieuwe sociale risico’s: tendentieel meer naar hogere inkomens (cf kinderopvang) - Inzet op gelijke kansen: leidt vaak pas later naar grotere gelijkheid van uitkomsten (cf onderwijs)
Gebruik van kinderopvang naar opleiding moeder laag hoog -formele zorg 21% 40% -geen opvang/ flexibel werk 21% 16% -geen opvang/ werkt niet 39% 13% = emancipatie in twee snelheden
Partipatie hoger onderwijs naar onderwijsniveau moeder 1992 2004 -laag 16% 17% -midden 30% 34% -hoog 52% 56%
Erosie van de minima in de kopgroep van de EU Bron: CSB, 2004.
Minima vergeleken met de EU-armoedegrenzen Bron: CSB, 2004
DAAROM : Sociale overheidsuitgaven worden minder herverdelend Bron: Eustat, CSB
Van investerings- naar participatiemaatschappij - Blijvende inzet voor gelijke kansen in onderwijs, werk, gezondheid, huisvesting - Met respect voor de gradatie van individuele mogelijkheden - En voor niet economische aktiviteiten - Zonder de oude sociale risico’s te vergeten