90 likes | 255 Views
Muziek van de Hebreeuwse synagoge: “Tot U verhef ik mijn ziel”. Vijfenintigste zondag van de Tijd door het Jaar. 21 september 2014. Cyclus A.
E N D
Muziek van de Hebreeuwse synagoge: “Tot U verhef ik mijn ziel” Vijfenintigste zondag van de Tijd door het Jaar 21 september2014 Cyclus A
Jesaja 55,6-9 Zoekt de HEER, nu Hij te vinden is, roept Hem aan: Hij is nabij, 7 De zondaar moet zijn weg verlaten en de boosdoener zijn gedachten; en terugkeren naar Jahwe, die zich over hem erbarmen zal, naar onze God, die immers rijkelijk vergeeft. 8 Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten, en uw wegen niet mijn wegen, zo luidt de gods-spraak van Jahwe, 9 want zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo gaan ook mijn wegen uw wegen te boven, en mijn gedachten uw gedachten. “Mijn wegen zijn niet uw wegen” (Resten van Jeruzalem – Tijdvak van Jesaja)
Psalm 145 (144) U wil ik prijzen iedere dag, uw Naam verheerlijken voor altijd.- De Heer is groot en alle lof waardig, zijn grootheid is niet te doorgronden. . Nabij is de Heer voor elk die Hem aanroept.
De Heer is vol liefde en medelijden, lankmoedig en zeer goedgunstig. De Heer is bezorgd voor iedere mens, barmhartig voor al wat Hij maakte. Nabij is de Heer voor elk die Hem aanroept.
De Heer is rechtvaardig op al zijn wegen, en heilig in al wat Hij doet. Nabij is de Heer voor elk die Hem aanroept voor elk die oprecht tot Hem bidt. Nabij is de Heer voor elk die Hem aanroept.
Filipp. 1,20c-24.27ª Broeders en zusters, of ik leven moet of sterven. 21 Want voor mij is leven Christus en sterven winst. 22 Maar blijf ik leven, dan wacht mij vruchtbare arbeid. Daarom weet ik niet wat ik moet kiezen. 23 Ik word naar twee kanten getrokken: ik verlang heen te gaan om met Christus te zijn, want dat is verreweg het beste. 24 Maar voor u is het nuttiger dat ik nog hier blijf. 25 En omdat ik hiervan overtuigd ben, weet ik ook dat ik zal blijven leven en gespaard zal blijven voor u allen, tot uw vooruitgang en de vreugde van uw geloof. (…) 27 Alleen, gij moet een leven leiden dat het evangelie van Christus waardig is Vanuit de gevangenis van Efese schrijft Paulus aan de Filippenzen: “Voor mij is leven: Christus” Efese
ALLELUIA Maak ons hart ontvankelijk, Heer, opdat wij de woorden van uw Zoon zouden begrijpen. ALLELUIA(cf. Hand; 16,14b)
Mt 20, 1-16a In die tijd vertelde Jezus aan zijn leerlingen de volgende gelijkenis: Met het Rijk der hemelen is het als met een landeigenaar die vroeg in de morgen uitging om arbeiders te huren voor zijn wijngaard. 2 Hij werd het met de arbeiders eens voor een denarie per dag en stuurde ze naar zijn wijngaard. 3 Rond het derde uur ging hij er weer op uit en zag nog anderen werkloos op de markt staan 4 tot wie hij zei: Gaat ook naar mijn wijngaard en ik zal u geven wat billijk is. 5 En zij gingen. Rond het zesde en negende uur ging hij nog eens uit en deed hetzelfde. 6 Rond het elfde uur ging hij opnieuw uit en vond er weer anderen staan. Hij zei tot hen: Wat staat ge heel de dag werkloos? 7 Ze antwoordden hem: Niemand heeft ons gehuurd. Daarop zei hij tot hen: Gaat ook gij naar mijn wijngaard. 8 Bij het vallen van de avond sprak de eigenaar van de wijngaard tot zijn rentmeester: Roep de arbeiders en betaal hun uit, te beginnen met de laatsten en zo tot de eersten. 9 Toen de arbeiders van het elfde uur kwamen, kregen zij elk een denarie; 10 toen nu ook de eersten kwamen, meenden dezen dat zij meer zouden krijgen, maar ook zij kregen ieder de overeengekomen denarie. 11 Ze namen hem wel aan, maar begonnen tegen de landeigenaar te morren 12 en zeiden: Dezen hier, die het laatst gekomen zijn, hebben maar een uur gewerkt en gij stelt ze gelijk met ons die de last van de dag en de brandende hitte hebben gedragen. 13 Maar hij antwoordde een van hen: Vriend, ik doe u toch geen onrecht? Zijt gij niet met mij overeengekomen voor een denarie? 14 Neem wat u toekomt en ga heen. 15 Mag ik soms met het mijne niet doen wat ik verkies of zijt ge kwaad, omdat ik goed ben? 16 Zo zullen de laatsten de eersten en de eersten de laatsten zijn.'. » Stad Hebron
Gij hebt uw bevelen gegeven opdat men ze trouw volbrengt; mogen mijn wegen recht zijn, gericht op wat Gij beschikt. Psalm 119 (118), 4-5