480 likes | 752 Views
Klimaatverandering, zeespiegelstijging, neerslag- verandering, implicaties voor waterbeheer van Nederland. Door prof.dr.ir. Pier Vellinga Symposium Open Universiteit, Eindhoven 14 november 2009. Netherlands at about 800 AD. Bron: Man-made Lowlands.
E N D
Klimaatverandering, zeespiegelstijging, neerslag- verandering, implicaties voor waterbeheer van Nederland. Door prof.dr.ir. Pier Vellinga Symposium Open Universiteit, Eindhoven 14 november 2009
Netherlands at about 800 AD Bron: Man-made Lowlands
Recente schattingen van wereldwijd gem. zeespiegelstijging tot 2100: 18 – 59 cm + iets (IPCC, 2007) 40 – 85 cm (warm scenario KNMI, 2006) (blauw) 50 – 140 cm (Rahmstorf, 2007) 40 – 140 cm Delta Vision, Blue Ribbon Task Force California (groen) 55 – 110 cm (“high end”, Deltacommissie 2008) (rood) 80 – 200 cm (fysiek maximaal mogelijk onder extreme aannamen, volgens Pfeffer et al. 2008) (geel) tot 2200: 150 – 350 cm(“high end”, Delta Commissie 2008) Tot 2300: 250 – 510 cm(Global Change Adviescommissie van Duitse regering, WBGU, 2006) (paars) WBGU Delta-Com. Zeespieglstijging (cm) Rahmstorf 2007 Metingen Jaar
Smelten van de Groenlandse ijskap Bron: Steffen et al. (2004) / Cazenave (2006)
Afsmelten van de Antarctische IJskap Bron: Cazenave (2006)
Flooding 1421 Bron: Man-made Lowlands
Flooding 1532 Bron: Man-made Lowlands
Flooding 1675 Bron: Man-made Lowlands
Flooding 1682 Bron: Man-made Lowlands
Flooding 1916 Bron: Man-made Lowlands
Flooding 1953 Bron: Man-made Lowlands
Ongeveer eens per 100 jaar een zware overstroming 1014 – Een zware stormvloed treft de lage landen van Vlaanderen tot aan Noord- Duitsland. 1170 – Allerheiligen vloed, met doorbraken tussen den Helder en Texel, waarbij de Zuiderzee en de Waddenzee worden gevormd. 1287 – Sint Lucia vloed, waarbij West- Friesland van Friesland wordt gescheiden. 1421 – Sint Elizabeth vloed waarbij grote gebieden van Zeeland en Holland worden overstroomd. Hierbij wordt de Biesbosch gevormd. 1530 – Sint Felix vloed, waarbij vooral Zeeland wordt getroffen. 1570 – Tweede Allerheiligen vloed, met zeer hoog water, vooral in Friesland en Zeeland. 1703 – Grote overstroming in geheel noord-west Europa met duizenden doden. 1717 – Kerstmis vloed, met meer dan 10.000 slachtoffers in Noord Nederland, Duitsland en Denemarken. 1825 – Stormvloed waarbij vooral Noord-Nederland en Overijssel worden getroffen. 1916 – Stormvloed in combinatie met hoge rivierafvoer leidend tot overstroming rondom de Zuiderzee. Deze stromvloed is aanleiding geweest tot de afsluiting en gedeeltelijke inpoldering van de Zuiderzee. 1953 – Zware stormvloed treft het zuid-westen van Nederland met 1835 slachtoffers. Het Deltaplan en de Deltawet moeten ervoor zorgen dat zoiets nooit meer gebeurt.
Toetsing primaire waterkeringen Bron: Adviescommissie Financiering Primaire Waterkeringen (Commissie Vellinga), 2006
Bron: Adviescommissie Financiering Primaire Waterkeringen (Commissie Vellinga), 2006
Opdracht van de Delta Commissie • Onderzoek scenario’s, voor zeespiegelstijging, stormen en piek- rivierafvoeren; • Voor de periode tot 2100 en voor de zeespiegel tot 2200. • Geef speciale aandacht aan extremen, geef zo mogelijk het 95% waarschijnlijkheidsinterval; • Gebruik ook de waarnemingen en publicaties van de afgelopen 2 jaar, sinds de “sluitingstijd” van het laatste IPCC rapport.
Recente schattingen van wereldwijd gem. zeespiegelstijging tot 2100: 18 – 59 cm + iets (IPCC, 2007) 40 – 85 cm (warm scenario KNMI, 2006) (blauw) 50 – 140 cm (Rahmstorf, 2007) 40 – 140 cm Delta Vision, Blue Ribbon Task Force California (groen) 55 – 110 cm (“high end”, Deltacommissie 2008) (rood) 80 – 200 cm (fysiek maximaal mogelijk onder extreme aannamen, volgens Pfeffer et al. 2008) (geel) tot 2200: 150 – 350 cm(“high end”, Delta Commissie 2008) Tot 2300: 250 – 510 cm(Global Change Adviescommissie van Duitse regering, WBGU, 2006) (paars) WBGU Delta-Com. Zeespieglstijging (cm) Rahmstorf 2007 Metingen Jaar
Statistiek van stormopzet Bron: H.W. van den Brink (KNMI)
Piekafvoer Piekafvoer bij Lobith indien Duitsland de dijken flink heeft verhoogd Piekafvoer bij Lobith indien Duitsland met dijken zoals in de huidige situatie Bron: Vellinga et al (2008)
4 redenen voor herziening beleid verdediging overstroming Onze veiligheid t.a.v. overstroming is niet op orde; De norm is verouderd, meer mensen en kapitaal en die liggen steeds dieper; Klimaatverandering zet vraagtekens bij het gebruik van historische gegevens; Het veiligheidsconcept: naarmate de dijken hoger worden, wordt de ramp bij doorbraak ook groter.
3 concepten voor bescherming van Nederland tegen hoogwater • “Aanvallend verdedigen”: de zoute zee volledig buiten de deur houden, • Verdedigen binnen de huidige contouren met 2 varianten: open en dicht kust; • “Selectief terugtrekken”
4 concepten van verhoging van de veiligheid tegen overstroming Dijk verhogen van de bestaande grote dijkringen; Verder compartimentering van Nederland; Nederland grotendeels ophogen; Doorbraakvrije brede dijken wel sterker niet noodzakelijk hoger.
Verhoging dijken, bestaande dijkrijngen Voordeel: mono- functioneel, overzichtelijk en goed te onderhouden; Nadeel:bij kleine overschrijding van de waterstand een zeer grote ramp en onomkeerbare gevolgen voor het vestigingsklimaat Bron: DWW Rijkswaterstaat
Kleinere dijkringen / compartimentering Voordeel: aanzienlijke beperking schade in geval van dijkdoorbraak Nadeel: 1) kost ruimte en vraagt voortdurende aandacht voor onderhoud en “keringen” in de compartimenteringsdijk 2) het doorbraak-compartiment loopt snel vol met als gevolg in dat gebied veel slachtoffers;
Wonen en werken op terpen / Nederland ophogen Voordeel: het maaiveld van delen van laag Nederland ophogen is technisch haalbaar en creëert maximale veiligheid ook op termijn; Nadeel: het kost zeer veel grond/zand en het is moeilijk uitvoerbaar, behalve locaal bij nieuwbouw en vernieuwbouw Bron: Deltares, VU
Doorbraakvrije dijken Voordeel: Aantal slachtoffers en schade in geval van overstroming zeer beperkt; Een overstromingsramp verandert in een tijdelijk probleem van wateroverlast; Uitvoering als brede dijk geeft planologische mogelijkheden en financieringsmogelijkheden; Nadeel: het kost veel tijd en bestuurlijke kracht om het door te voeren
Klimaatbuffer/brede dijk, waarbij de kwelder meegroeit met de zee
Plannen brede dijk Almere Bron: West 8 urban design & landscape architecture B.V.
Zoutwater en brak water landbouw Images courtesy Arjen de Vos
Floating cities and greenhouses Image courtesy Dura Vermeer Image courtesy www.drijvende kas.nl
Toename regenintensiteit en toename extreem droge perioden • Omgaan met wateroverlast • Omgaan met water tekorten • Omgaan met verzilting
Zoetwatervoorziening:meer buffercapaciteit gevraagd • Rol boezem en rol IJsselmeer; • Eerst mogelijkheden gebruiken die er zijn om de efficiency van watergebruik te vergroten; • Lokale kansen voor buffervergroting gebruiken, meestal multifunctioneel (natuur, recreatie, wonen) • Grootschalige aanpassingen beschouwen op basis van l.t. maatschappelijke kosten en baten;
Herstel estuarine dynamiek in de zuid-westenlijke delta • Kierbesluit; • Her-zouten van Volkerak-Zoommeer; • Inplicaties voor Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden en west-brabant en Delfland.
Water en Energie:interessante partners voor innovatie • Warmte en koude opslag; • Energie uit zout-zoet overgangen; • Ontzilting installaties en pomp installaties op basis van wind en/of zonne energie en of biomassa; • Warm water van (bio)energie centrales gebruiken voor algen teelt; • Getij turbines;
Waterbeheer en democratie • Rol van waterschappen en provincies • Regionale (Waterschappen) verant-woordelijkheid ten aanzien van veiligheid, inclusief de financiering ervan? • Nationale verantwoordelijkheid voor normstelling en toetsing; • Rol waterschappen in de waterketen; • Verdeling van eigen (private) verantwoordelijkeheid en collectieve verantwoordelijkheid (bijv. wonen en werken in veenweide gebieden);
Kennis voor Klimaat Veel van de tekst en van de figuren zijn te vinden op: www.kennisvoorklimaat.nl