190 likes | 315 Views
Sociolinguïstiek. Bijeenkomst 3. Programma. Presentatie ‘Taal en Gender’ Taalverandering (hoofdstuk 19 Taal en Taalwetenschap) Vragen hoofdstuk 18 Methode-onderzoek. Historische taalwetenschap beschrijft taalveranderingen. Talen zijn geen onveranderlijke eenheden.
E N D
Sociolinguïstiek Bijeenkomst 3
Programma • Presentatie ‘Taal en Gender’ • Taalverandering (hoofdstuk 19 Taal en Taalwetenschap) • Vragen hoofdstuk 18 • Methode-onderzoek
Historische taalwetenschap beschrijft taalveranderingen Talen zijn geen onveranderlijke eenheden. Taalverandering kan plaatsvinden op alle linguïstische niveaus.
In het mentaal lexicon • Semantiek • Syntaxis • Fonetiek • Morfologie • Pragmatiek
Veranderingen op verschillende linguïstische niveaus Fonologische verandering: klanksysteem verandert (koningggin) Lexicale verandering: mordelen: stoten Morfologische verandering: suffix verandering: -iteit als alternatief voor –heid: stommiteit
Lexicale veranderingen • Nieuwe verschijnselen roepen nieuwe woorden op. • Woorden krijgen andere sociale betekenis (zenden – sturen) • Betekenisverschuiving van woorden (milieu). • Gastarbeider • zwart - getint Heb je voorbeelden van woorden die een andere betekenis hebben gekregen of niet meer gebruikt worden?
Grammaticalisatie Statusverandering van een element • Een lexicaal woord wordt een woord of woorddeel met grammaticale functie. • Een veralgemenisering van de betekenis ‘lijk’ (lichaam) wordt ‘op de wijze van’ = liefelijk, wonderlijk. • Een verandering van syntactische status van nomen (lijk) tot suffix (wonderlijk) en vaak klankreductie (/-lijk/ wordt /luk/)
Syntactische verandering Veranderingen in de zinsbouw • Dubbele ontkenning wordt enkelvoudig (zestiende eeuw). Ik eet nooit geen vis. Nu fout! Woordvolgorde • Proto-Indoeuropees : SOV-volgorde (zie vb. taalfamilies) • Nederlands: SVOV: Jan gaat de kip stelen. • Nederlands: SOV: Jan steelt de kip. • Engels: SVVO (altijd): John willsteal the chicken. • Engels heeft zich verder verwijderd van het Proto-indoeuropees.
Fonologisch: voorbeelden? Syntactisch: voorbeelden? Morfologisch: voorbeelden? Lexicaal: voorbeelden? Semantisch: voorbeelden? Pragmatisch: voobeelden?
Het veranderingsproces • Historische taalwetenschap vergelijkt in een taal verschillende vormen met elkaar die in de loop der tijd veranderd zijn. • Taalvariatie vormt de motor voor taalverandering. • Diachrone studie (door de tijd heen) op basis van synchrone analyse (op een bepaald moment) van taalvariatie. • Drie stadia: vorm X, vorm X en Y, vorm Y (sterke en zwakke werkwoorden, u heeft, u hebt) stadia 1 en 3: categoriaal stadium 2: variabel
Lexicale diffusie • Nieuwe fonologische varianten verspreiden zich langzaam door de woordenschat van een taal. • Lexicale diffusie vertoont vaak het patroon van een S-curve: Eerste stadium beperkt aantal woorden. Tweede stadium veranderen relatief veel meer woorden. Derde stadium: duurt het nog lang voordat de laatste woorden zijn veranderd. Lange i :bliven, ghiwerd blijven, gij (gediftongeerd).
Taalverandering Regio Van onder de rivier (Brabant) naar boven de rivier (Arnhem): Dat heb ik niet bij, dat is…. Sociaal economische klasse verandering van onderen naar boven: ‘hun-gebruikers’: jongeren uit de lagere sociale klasse, ‘als’ en ‘dan’. verandering van boven naar onderen: hypercorrectie door de op een na hoogste sociale klasse, wil zich meten aan de hoogste(beeldhouder).
Taalverandering • Etnische groep: Sterkebilabiale /w/ • Frequent gebruik van het hulpwerkwoordgaan • UitdrukkingenWatzegt die klok? Zet die tvdicht, man! autochtone jongeren nemen varianten over. Sekse: ‘vrouwenpraat’ geldt steeds minder. Leeftijd (jongeren gebruiken vaker de nieuwe variant en vatten dit niet als een tijdelijk verschijnsel op (‘Hun’ lopen).
Het taalgebruik van de koninginSociale betekenis, taalattitude en verborgen prestige Seksealssocialevariabele: Poldernederlands: verandering in het Standaardnederlandswaarinsommigeklinkerswordenverlaagd. Blaaifbaaimaai. Deze variant wordtveelgebruikt door vrouwenuit de hogeresocialeklasse. De variant bestond al in veelregionaledialecten.
Het onderzoeken van veranderingen Verschijnsel: ik doe afwassen, ik doe.... Bedenk nog enkele voorbeelden. Hoe zou je dit verschijnsel kunnen onderzoeken? Gebruik de informatie uit het boek
Huiswerkbespreking • Vragen hoofdstuk 18
Huiswerk volgende week • Hoofdstuk 19 vragen maken • Presentatie: het gebruik van u en jij. • Lezen: A. Backus, Etniciteit als sociolinguïstische factor.