1 / 18

FIXATIE VAN INSTABIELE PERTROCHANTAIRE FEMUR FRACTUREN

FIXATIE VAN INSTABIELE PERTROCHANTAIRE FEMUR FRACTUREN. MARIANNE MOL, CO-ASSISTENT CHIRURGIE. 21 december 2012. Introductie. 55% van alle heup fracturen Laag energetisch trauma Oudere patiënten: Osteoporose Co-morbiditeit Hoge mortaliteit Incidentie ↑ Extra capsulair

cate
Download Presentation

FIXATIE VAN INSTABIELE PERTROCHANTAIRE FEMUR FRACTUREN

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. FIXATIE VAN INSTABIELE PERTROCHANTAIRE FEMUR FRACTUREN MARIANNE MOL, CO-ASSISTENT CHIRURGIE 21 december 2012

  2. Introductie • 55% van alle heup fracturen • Laag energetisch trauma • Oudere patiënten: • Osteoporose • Co-morbiditeit • Hoge mortaliteit • Incidentie ↑ • Extra capsulair • Goede vascularisatie • Dislocatie risico • Trabeculair bot

  3. ANATOMIE • Trochanter minor: insertie m. iliopsoas • Trochanter major: insertie van m. gluteus medius/ minimus, m. obturator externus/internus/superior, m. gemellus inferior/superior, m. piriformis • Secundaire dislocatie bij pertrochantaire #: • Proximale fragment in abductie, flexie, exorotatie • Distale fragment naar mediaal • Progressieve varus dislocatie

  4. AO classificatie

  5. therapie • Afhankelijk van het fractuur type: • Modificeren van de reductie • Kiezen van de fixatiemethode • Aanpassen van het post-operatieve beleid • Conservatief • Operatief • Onduidelijk wat de beste fixatie methode is • Veel verschillende osteosynthese materialen • In het verleden bij 20% mechanische complicaties

  6. Risicofactoren voor instabiliteit • AO A2.2, A2.3, A3.1, A3.2 • “medial buttress” niet intact • Ernstige osteoporose (Singh index ≤ 3) • Ernstige dislocatie • Comminutie • Subtrochantere uitbreiding van de # • Bij presentatie exorotatie of ernstige verkorting van het aangedane been

  7. Extra medullaire fixatie: DHS • Gouden standaard • Fractuurgenezing door impactie bij belasting • PRO: • Relatief goedkoop • Technisch “makkelijk” • Direct belastbaar • CONTRA: • Risico op veroorzaken laterale wand # • Weinig rotatoire stabiliteit

  8. DHS bij A2.2/2.3 • Excessief glijden van de collum schroef: • Medialisatie v.h. distale # deel • Lateralisatie v. h. trochanter major • Schade aan acetabulum • Been verkorting • Mn. bij klein proximaal # fragment • Iatrogene # van de laterale wand (afbeelding) • Tot > 15% falen • Echter relatie met operatieve vaardigheid

  9. PCCP • PRO: • Dankzij 2 hoekstabiele schroeven stabieler dan mono-axiale fixatie (DHS) • Minimaal invasief: bloedtransfusie ↓ • Post-operatieve pijn ↓ • Ondersteuning van laterale cortex • Schroef diameter↓  verzwakking laterale wand↓ • Risico op medialisatie femur schacht↓ • Re-operatie: 2-8% • Snelle revalidatie • CONTRA: • Technisch lastig

  10. INTRA MEDULLAIRE FIXATIE • Toename in gebruik, evidence echter niet eenduidig • Voordelen: • IM fixatie theoretisch superieur voor neutraliseren van krachten die # disloceren • In vitro vele malen sterker dan DHS • Minimaal invasief, bloedverlies ↓ • Infectie risico ↓ • Snelle revalidatie • Duidelijk superieur voor fixatie van A3 fracturen • Nadelen: • Risico op per-operatieve femur # • Lange leercurve • Hoge kosten • Implantaten: • Gamma nail, IMHS, overig • Meer recent: PFNA,TFN

  11. TFN/PFNA • Trochanteric Femoral Nail • Proximal Femoral Nail Antirotation • Rotatoire stabiliteit ↑ • Voordelen: • Helical blade • Complicaties ↓ • Discussie: • Kort vs. Lang • Distale fixatie wel/niet

  12. pico • P : instabiele pertrochantaire # (A2.2, A2.3) • I : extramedullaire fixatie (PCCP) • C : intramedullaire fixatie (TFN/PFNA) • O : fractuur fixatie complicaties, mortaliteit, mobiliteit/functioneel herstel • Fixatie complicaties: Uitbreken van fixatiemateriaal, peroperatieve femur #, non-union, breken van implantaat, re-operatie

  13. COCHRANE REVIEW • Cefalocondylaire i.m. pennen vs. extra-medullaire implantaten voor extra-capsulaire heup fracturen • Methode • Conclusies: • Er zijn aanwijzingen dat het aantal complicaties bij i.m. plaatsing is afgenomen met de recente implantaten (PFNA, TFN) • Geen evidence dat i.m. implantaten superieur zijn voor de belangrijke uitkomstmaten • Voor A3 fracturen zijn i.m. pennen geassocieerd met een betere uitkomst  Echter: onvermogen van reviewers om onderscheid te maken tussen stabiele- en instabiele fractuurtypen

  14. KNOBE et al. (2012) • “Surgeonallocated” studie, n= 108 • Instabiele fracturen • Geen verschil in re-operatie tussen PCCP (11%) en PFNA (9%) • Voorspellers van re-operatie: • “tip-apex” afstand • Post-operatievevarisatie van de collum-schacht hoek

  15. KOKOROGHIANNIS et al. (2012) • Review • Intra-operatieve # van de laterale wand vindt plaats bij 31% van de A2.2-2.3 fracturen (vs. 3% van de A1 fracturen)  gevolg = zeer instabiele A3 fractuur

  16. Conclusie & Discussie • De status van de laterale wand op de pre-operatieve röntgenfoto moet bepalend zijn voor het osteosynthese materiaal dat wordt gekozen: • A1- A2.1  DHS • A2.2-2.3  TFN/PFNA/PCCP • A3  TFN/PFNA • Welk implantaat gekozen moet worden voor A2 fracturen is per casus verschillend • Er is behoefte aan een RCT bij instabiele pertrochantaire fracturen

  17. bronnen • www.aofoundation.org • www.maitrise-orthop.com • The Unstable Intertrochanteric Hip Fracture. Lichtblau S. Orthopedics (2008) • Current concepts offered for managing geriatric intertrochanteric hip fractures. Strauss E, Langford J Orthopedics Today (2007) • Is Helical Blade Nailing Superior to Locked Minimally Invasive Plating in Unstable Pertrochanteric Fractures? Knobe et al. Clin Orthop Relat Res (2012) • Gamma and other cephalocondylic intramedullary nails versus extramedullary implants for extracapsular hip fractures in adults Parker MJ, Handoll HHG Cochrane Syst Rev (2010) • Extracapsulaire heupfracturen Klinische traumatologie H.J.Th.M. Haarman Elsevier gezondheidszorg (2000)

  18. BRONNEN • Unstable trochanteric femoral fractures: extramedullary or intramedullary fixation Review of literature. Schipper I.B., Marti R.K., Van der Werken Chr. Int. J Care Injured (2004) • Evolving concepts of stability and intramedullary fixation of intertrochanteric fractures – A review Kokoroghiannis et al. Int J Care Injured (2012) • Is Distal Locking Necessary? A Biomechanical Investigation of Intramedullary Nailing Constructs for Intertrochanteric Fractures. Gallagher D. et al. J Orthop Trauma (2012) • Integrity of the Lateral Femoral Wall in Intertrochanteric Hip Fractures: An Important Predictor of Reoperation. Palm, H. et al. J of Bone and Joint Surgery (2007)

More Related