1.05k likes | 1.22k Views
Energiebewustzijn en -gedrag van de Vlaamse huishoudens. September - oktober 2009. 23 oktober 2009. Inleiding. MANAGEMENT SUMMARY Beschrijvend onderzoek Bevraging ‘Energiebewustzijn en –gedrag in Vlaanderen’ Methodologie Variabelen Steekproefprofiel Resultaten Attitude t.o.v. energie
E N D
Energiebewustzijn en -gedrag van de Vlaamse huishoudens September - oktober 2009 23 oktober 2009
Inleiding MANAGEMENT SUMMARY Beschrijvend onderzoek Bevraging ‘Energiebewustzijn en –gedrag in Vlaanderen’ • Methodologie • Variabelen • Steekproefprofiel • Resultaten • Attitude t.o.v. energie • Kennis t.o.v. energie • Gedrag: hoeveel energie verbruiken Vlaamse huishoudens ? CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Beschrijvend onderzoek Energiebewustzijn en –gedrag in 2009
1. Methodologie 1.1. Onderzoekspopulatie Het onderzoek richt zich tot de Vlaamse bevolking vanaf 18 jaar. 1.2. Onderzoeksmethode Aan de hand van CAPI (Computer Assisted Personal Interviewing) werden 1.001 face-to-face interviews afgenomen. Veldwerkperiode: 1 september - 14 oktober 2009 Incentive: 2 Win for Life loten ter waarde van 5 € in totaal 1.3. Steekproef De studie werd gerealiseerd a.d.h.v. een staal van 1.001 respondenten. De maximale foutenmarge* bij deze steekproefgrootte bedraagt 3.1%. Bruto steekproeftrekking (4.000 adressen) obv bestand alle inwoners van België, Kapitol Infobel. Gestratificeerde steekproef waarbij eerst gemeenten worden getrokken en vervolgens individuen. De verdeling van de gemeenten stemt verhoudingsgewijs overeen met de grootte van elke distributienetbeheerder in het Vlaams Gewest. 1.4. Vragenlijst In het algemeen werd de vragenlijst van 2008 hernomen. Een aantal vragen verdween, een aantal werd toegevoegd. De gemiddelde duur van de vragenlijst bedroeg 38 minuten. *Zie bijlage voor interpretatie en berekening foutenmarge
1. Methodologie 1.5. Non respons Er werden 1001 geslaagde enquêtes gerealiseerd op een totaal van 2968 respondenten. De non respons is te wijten aan volgende redenen: De bruto responsgraad bedraagt 34%. Indien men echter enkel de personen die tot het steekproefkader behoren, beschouwd dan stijgt de respons tot een netto responsgraad van 35%. 14
1. Methodologie 1.6. Weging Er werden geen quota opgelegd; een weging naar type woning, statuut en leeftijd van de respondent werd echter toegepast op de verkregen data. P S Vóór de weging stelden we een lichte oververtegenwoordiging vast van de 18-24 j, de 45-54 j, huurders en gesloten bebouwingen. De steekproef ondervertegenwoordigde in lichte mate de 65+, eigenaars en appartementen/studio’s. De hierna gepresenteerde resultaten voor 2009 zijn dus steeds gewogen. S: Steekproef P: Populatie (gegevens verdeling 2008 & 2005) 15
2. Onderzoeksvariabelen Naast dit onderzoeksrapport waarin de belangrijkste resultaten worden samengevat ontvangt de opdrachtgever ook alle onderzoekstabellen waarin standaard de volgende socio-demografische variabelen kunnen onderscheiden worden:
2. Onderzoeksvariabelen Naast dit onderzoeksrapport waarin de belangrijkste resultaten worden samengevat ontvangt de opdrachtgever ook alle onderzoekstabellen waarin standaard de volgende variabelen m.b.t. de woning kunnen onderscheiden worden: 17
2. Onderzoeksvariabelen Naast dit onderzoeksrapport waarin de belangrijkste resultaten worden samengevat ontvangt de opdrachtgever ook alle onderzoekstabellen waarin standaard de volgende variabelen m.b.t. energie kunnen onderscheiden worden: 18
3. SteekproefprofielProvincie Provincie
3. SteekproefprofielGeslacht, leeftijd, statuut Geslacht Leeftijd Huurders /eigenaars 77% 77%
3. SteekproefprofielAantal gezinsleden, netbeheerder Netbeheerder Aantal gezinsleden 80% 80%
3. SteekproefprofielOpleidingsniveau Opleidingsniveau 22
3. SteekproefprofielType woning Type woning 20% 23
4. Conceptueel model Persoonsgebonden kenmerken Objectieve externe elementen Geslacht en leeftijd Type woning Q6, Q9, Q10, Q11, Q12 Sociale achtergrond: Eigenaar/huurder Sociale klasse, opleiding, inkomen… Gedrag Attitude Stilstaan bij energie Q85 Belang van energiebesparing Q4= energiebwz - dagdagelijks - investering - verbruik Kennis Dagdagelijkse kennis van energie Kennis van energiebeleid door overheid Q82, Q105,Q106, Q11 Mate van geïnformeerd zijn: Q95,Q97,Q98, Q100, Q101, Q104, Q112
Bevraging van Vlaamse huishoudens Attitude ten aanzien van energie
A. Attitude Persoonsgebonden kenmerken Objectieve externe elementen Geslacht en leeftijd Type woning Q6, Q9, Q10, Q11, Q12 Sociale achtergrond: Eigenaar/huurder, Sociale klasse, opleiding, inkomen… Gedrag Attitude Stilstaan bij energie Q85 Belang van energiebesparing Q4= energiebwz - dagdagelijks - investering - verbruik Kennis Dagdagelijkse kennis van energie Kennis van energiebeleid door overheid Q82, Q105,Q106, Q11 Mate van geïnformeerd zijn: Q95,Q97,Q98, Q100, Q101, Q104, Q112
Attitude1.1 Belang vanenergiebesparing: evolutie 2001-2009 Gedurende de afgelopen 10 jaar vinden Vlamingen energiebesparing steeds belangrijker. Anno 2009 vindt meer dan 9 op 10 Vlamingen energiebesparing (heel) belangrijk, hoewel de mate van belangrijkheid minder uitgesproken is in vergelijking met 2008. Q4. “In hoeverre vindt u energiebesparing belangrijk? TOP 2 BOT 2 2001 90% 3% 2003 90% 2% 2005 92% 2% 2008 93% 2% 2009 92% 2% N: 1001 Vlamingen, 2009 27
Attitude1.2 Belang vanenergiebesparing naar provincie Limburgers hechten het meest belang aan energiebesparing samen met West-Vlamingen en Brabanders. In Antwerpen is de onverschilligheid op dat vlak het grootst. Q4. “In hoeverre vindt u energiebesparing belangrijk? TOP 2 BOT 2 A’pen 88% 3% Limburg 94% 2% Oost-VL 92% 2% VL-Br. 95% 3% West-VL 94% - N: 1001 Vlamingen, 2009 28
Attitude1.3 Belang vanenergiebesparing naar leeftijd De jongste groepen zijn het minst overtuigd van het belang van energiebesparing. Bij 45-54 is de score voor “heel belangrijk van 66% naar 51% gedaald. Bij de overige leeftijdsgroepen daalt de score voor “heel belangrijk” tussen 3% en 8% t.o.v. 2008. Q4. “In hoeverre vindt u energiebesparing belangrijk? TOP 2 BOT 2 18-24 84% 7% 25-34 91% 3% 35-44 96% - 45-54 95% 1% 55-64 92% 1% 65-74 91% 4% 75+ 90% 4% 4% N: 1001 Vlamingen, 2009 29
A. Attitude Persoonsgebonden kenmerken Objectieve externe elementen Geslacht en leeftijd Type woning Q6, Q9, Q10, Q11, Q12 Sociale achtergrond: Eigenaar/huurder, Sociale klasse, opleiding, inkomen… Gedrag Attitude Stilstaan bij energie Q85 Belang van energiebesparing Q4= energiebwz - dagdagelijks - investering - verbruik Kennis Dagdagelijkse kennis van energie Kennis van energiebeleid door overheid Q82, Q105,Q106, Q11 Mate van geïnformeerd zijn: Q95,Q97,Q98, Q100, Q101, Q104, Q112
Attitude2.1 Kritisch kijken naar eigen energieverbruik: 2001-2009 Terwijl 92% zegt dat energiebesparing belangrijk is, blijkt toch maar 58% zuinig of heel zuinig te werk te gaan. Ten opzichte van 2008 lijken Vlamingen het eigen energieverbruik minder zuinig in te schatten. Q85. “Als u kritisch naar uw eigen energiegebruik kijkt, bent u dan iemand die...? TOP 2 BOT 2 2005 61% 11% 2008 64% 7% 2009 58% 10% 10% N: 1001 Vlamingen, 2009 32
Attitude 2.2 Kritisch kijken eigen energieverbruiknaar leeftijd De oudste groepen beweren het zuinigst om te springen met energie. Maar liefst 1 op 5 jongeren zegt niet stil te staan bij zijn/haar energiegebruik. Q85. “Als u kritisch naar uw eigen energiegebruik kijkt, bent u dan iemand die...? TOP 2 BOT 2 18-24 38% 21% 25-34 49% 13% 35-44 56% 11% 45-54 63% 5% 55-64 70% 4% 65-74 67% 8% 75+ 63% 9% 9% N: 1001 Vlamingen, 2009 33
Attitude2.3 Kritisch kijken eigen energieverbuik naar sociale klasse De laagste sociale groepen hebben een aanzienlijk grotere groep “heel zuinigen”. Q85. “Als u kritisch naar uw eigen energiegebruik kijkt, bent u dan iemand die...? TOP 2 BOT 2 Low 60% 11% LoMi 57% 12% HiMi 60% 10% High 7% 56% 7% N: 1001 Vlamingen, 2009 34
De belangrijkste drijfveer blijft geld besparen. In tweede instantie verklaren zuinige Vlamingen hun gedrag steeds vaker door een bekommernis voor het milieu en de toekomst van komende generaties. A. Attitude 2.4 Reden voor zuinig energieverbruik Q86. “Waarom gaat u zuinig om met energie?” Meerdere antwoorden mogelijk. N: 902 Vlamingen, die heel zuinig tot niet bijzonder zuinig omgaan met energie 2009
4 op 10 Vlamingen gaan onzuinig om met energie uit gemakzucht alsook omdat ze er niet altijd aan denken. Voor 1 op 5 Vlamingen ligt de verklaring in het feit dat energiezuinig gedrag te veel investeringskosten vergt. Maar liefst 12% wijt het aan teveel rompslomp bij het aanvragen van energiepremies (vs. 5% in 2008). A. Attitude 2.5 Reden voor onzuinig energieverbuik Q87. “Waarom gaat u soms niet zuinig om met energie?” Meerdere antwoorden mogelijk.
Key facts Attitude • 92% van de Vlamingen vindt energiebesparing belangrijk. Het energiebewustzijn in de Vlaamse huishoudens is dan ook alomtegenwoordig hoewel de mate van belangrijkheid afgezwakt is in vergelijking met 2008. De huidige economische situatie kan hiervoor een verklaring zijn; andere zaken zijn mogelijk belangrijker geworden. • Gemakzucht of vergeetachtigheid liggen het vaakst aan de basis van onzuinig energiegedrag. Steeds meer Vlamingen klagen de hoge investeringskosten en de administratieve rompslomp (cfr. aanvragen van energiepremies) aan. • Hoewel geld besparen nog steeds de belangrijkste motivatie blijft van Vlamingen om zuinig om te springen met energie, is het beschermen van het milieu en onze toekomstige generaties steeds meer een reden om het eigen gedrag in toom te houden.
Bevraging van Vlaamse huishoudens Kennis ten aanzien van energie
B. Kennis Persoonsgebonden kenmerken Objectieve externe elementen Geslacht en leeftijd Type woning Q6, Q9, Q10, Q11, Q12 Sociale achtergrond: Eigenaar/huurder, Sociale klasse, opleiding, inkomen… Gedrag Attitude Stilstaan bij energie Q85 Belang van energiebesparing Q4= energiebwz - dagdagelijks - investering - verbruik Kennis Dagdagelijkse kennis van energie Kennis van energiebeleid door overheid Q82, Q105,Q106, Q11 Mate van geïnformeerd zijn: Q95,Q97,Q98, Q100, Q101, Q104, Q112
De Vlamingen zijn beter dan in 2008 op de hoogte van de meeste tips & tricks om energie te besparen. Het aandeel Vlamingen dat de brochure ‘Premies voor energiebesparing’ kent, steeg met 5%. B. Kennis1.1 Dagdagelijkse kennis van energie Q78-79-80-109-105. “Kent u de volgende zaken...? % ‘Ja’
De kennis van HR glas, spaardouchekoppen en het energielabel A+ en A++ blijft stijgen; het energielabel AtotG lijkt in lichte mindere mate herkent te worden. B. Kennis1.1 Dagdagelijkse kennis van energie Q25-49-53-69-70. “Kent u de volgende zaken...? % ‘Ja’
De groep tussen 25 en 44 herkent het energielabel voor (af)wasmachines het meest. Hoe hoger opgeleid, hoe meer men het label kent. B. Kennis1.2 Dagdagelijkse kennis van energie: energielabel Q69. “Kent u het energielabel dat op deze foto afgebeeld staat?”
Respondenten met een diploma lager onderwijs herkennen het A++ label het minst. Bij de verdeling naar leeftijd zijn de 25-44 jarigen de uitschieters. B. Kennis1.3 Dagdagelijkse kennis van energie: energielabel Q70. “Kent u het energielabel A+ en A++ dat op deze foto afgebeeld staat?”
Daar waar steeds meer Vlamingen de spaardouchekop kennen, gebruiken steeds minder onder hen dit type douchekop. B. Kennis1.4 Dagdagelijkse kennis van energie: doucheknop Q49: Kent u een douchekop die water bespaart? (N=1001, allen) Q50: Welk type douchekop heeft u? (N=996, indien men een douche of een bad heeft) ratio's
Mannen en Vlamingen tussen 55 en 64 jaar kennen HR glas het best. B. Kennis1.5 Dagdagelijkse kennis van energie: HR glas “Q25: Bent u op de hoogte van het bestaan van HR glas?”
B. Kennis Persoonsgebonden kenmerken Objectieve externe elementen Geslacht en leeftijd Type woning Q6, Q9, Q10, Q11, Q12 Sociale achtergrond: Eigenaar/huurder (Q7) Sociale klasse, opleiding, inkomen… Gedrag Attitude Stilstaan bij energie Q85 Belang van energiebesparing Q4= energiebwz - dagdagelijks - investering - verbruik Kennis Dagdagelijkse kennis van energie Kennis van energiebeleid door overheid Q82, Q105,Q106, Q11 Mate van geïnformeerd zijn: Q95,Q97,Q98, Q100, Q101, Q104, Q112
15% van de Vlamingen heeft zelf of via een gezinslid een opleiding inzake energie of technische installaties gevolgd. Bij hoger opgeleiden loopt dit percentage op tot 19%. B. Kennis2.1 Mate van geïnformeerd zijn: opleiding energie “Q112: Heeft u of iemand anders in uw gezin in uw/zijn/haar opleiding of in een andere cursus onderricht gekregen inzake energie of inzake technische installaties ?”
Dat de elektriciteitsnetbeheerders met premies werken is bekend bij 2 op 3 Vlamingen, eenzelfde aandeel als in 2008. Bewoners van een half open bebouwing zijn significant beter geïnformeerd over energiebesparende premies dan appartementbewoners. B. Kennis2.2 Mate van geïnformeerd zijn: premies “Q95: Bent u op de hoogte dat uw elektriciteitsnetbeheerder premies geeft voor een aantal energiebesparende investeringen?”
Het aantal premie-aanvragers stijgt in Vlaanderen; meer dan een kwart die ervan op de hoogte zijn, heeft reeds een premie aangevraagd. Vlamingen die verwarmen met aardgas alsook renovatiewerken doorvoerden, maakten significant meer gebruik van deze mogelijkheid. B. Kennis2.2 Mate van geïnformeerd zijn: premies “Q96: Heeft u reeds een premie aangevraagd bij uw elektriciteitsnetbeheerder?” N: 638 Vlamingen weten dat deze mogelijkheid bestaat, 2009
Haast 6 op 10 Vlamingen is niet op de hoogte dat personen die geen of onvoldoende personenbelasting betalen van de Vlaamse overheid een alternatieve premie kunnen krijgen. B. Kennis2.3 Mate van geïnformeerd zijn: alternatieve premie “Q100: Bent u ervan op de hoogte dat personen die geen of onvoldoende personenbelasting betalen van de Vlaamse overheid een alternatieve premie kunnen krijgen voor het plaatsen van dakisolatie, zoldervloerisolatie, vervanging van enkel glas door hoogrendementsbeglazing of vervanging van een oude verwarmingsketel door een condenserende verwarmingsketel?” N: 1001 Vlamingen, 2009
De helft van de Vlamingen is niet op de hoogte dat sinds dit jaar een nieuwe dakisolatiepremie of zoldervloerisolatie kan verkregen worden. Het aandeel niet-geïnformeerden loopt op tot 57% voor diegenen die geen dak- of vloerisolatie hebben. B. Kennis2.4 Mate van geïnformeerd zijn: dak / zoldervloerisolatie premie “Q101: Bent u ervan op de hoogte dat u sinds dit jaar van de Vlaamse overheid een nieuwe Vlaamse dakisolatiepremie, ter waarde van maximum 500 of in bepaalde gevallen maximum 1000 euro, kan krijgen bij het plaatsen van dakisolatie of zoldervloerisolatie?” N: 1001 Vlamingen, 2009
4 op 10 Vlamingen is niet op de hoogte dat een aantal energiebesparende werken in aanmerking komen voor belastingvermindering. Vlamingen die hoofdzakelijk verwarmen met elektriciteit zijn hiervan het minst op de hoogte. B. Kennis2.5 Mate van geïnformeerd zijn: belastingvermindering “Q97: Bent u op de hoogte dat investeringen in een aantal energiebesparende werken in aanmerking komen voor een belastingvermindering ten belope van 40% van het factuurbedrag, met een maximum van resp. € 2.770 of 3.600 ?” N: 1001 Vlamingen, 2009
Vlamingen hebben het vaakst weet van belastingvermindering voor het installeren van zonnepanelen en de plaatsing van dakisolatie gevolgd door het vervangen van oude stookketels. Zij zijn in mindere mate op de hoogte van belastingvermindering voor energie-audits en het onderhoud van bestaande stookketels. B. Kennis2.5 Mate van geïnformeerd zijn: belastingvermindering “Q98: Welke energiebesparende werken komen volgens u in aanmerking voor deze belastingvermindering ?” N: 565 Vlamingen die op de hoogte zijn van belastingvermindering op energiebesparende werken, 2009
Eén derde van de Vlamingen heeft reeds gebruik gemaakt van belastingvermindering voor energiebesparende investeringen. Dit aandeel verdubbeld voor diegenen met HR beglazing. B. Kennis2.5 Mate van geïnformeerd zijn: belastingvermindering “Q99: Heeft uw gezin reeds gebruik gemaakt van de belastingvermindering voor energiebesparende investeringen?” N: 565 Vlamingen die op de hoogte zijn van belastingvermindering op energiebesparende werken, 2009
De website geniet alsmaar meer bekendheid: vandaag kent 1 op 2 Vlamingen de website. Lageropgeleiden kennen de website het minst, hoewel deze bij hen ook aan bekendheid wint (+6% t.o.v. 2008) B. Kennis2.6 Mate van geïnformeerd zijn: website “Q104: Kent u of heeft u al gehoord van de website www.energiesparen.be ?” N: 1001 Vlamingen, 2009
Niet alleen geniet de website meer bekendheid, zij trekt ook jaar na jaar meer bezoekers: haast 1 op 2 Vlamingen die de website kennen, bezochten ook de site. B. Kennis2.6 Mate van geïnformeerd zijn: website “Q109: Heeft u de website www.energiesparen.be ooit bezocht?” N: 476 Vlamingen die de website kennen, 2009
De bezoekers van de website zoeken voornamelijk naar informatie over subsidies voor energiebesparing (41%), tarieven van verschillende leveranciers en zonne-energie (resp. 25%). B. Kennis2.6 Mate van geïnformeerd zijn: website “Q110: Wat zoekt u gewoonlijk op www.energiesparen.be?”Meerdere antwoorden mogelijk. N: 218 Vlamingen die de website bezochten, 2009
B. Kennis Persoonsgebonden kenmerken Objectieve externe elementen Geslacht en leeftijd Type woning Q6, Q9, Q10, Q11, Q12 Sociale achtergrond: Eigenaar/huurder (Q7) Sociale klasse, opleiding, inkomen… Gedrag Attitude Stilstaan bij energie Q85 Belang van energiebesparing Q4= energiebwz - dagdagelijks - investering - verbruik Kennis Dagdagelijkse kennis van energie Kennis van energiebeleid door overheid Q82, Q105,Q106, Q11 Mate van geïnformeerd zijn: Q95,Q97,Q98, Q100, Q101, Q104, Q112
De bekendheid van de brochures van de Vlaamse Overheid is gestegen; wat betreft ‘Premies voor energiebesparing in Vlaanderen’ is er sprake van een verdubbeling. Tegenover deze hogere bekendheid staat een lager gebruik, voornamelijk wat betreft de praktische (ver)bouwgids. B. Kennis3. Kennis van overheidsbeleid “Q105: Kennis van brochuresuitgegeven door Vlaamse Overheid? % ja, kent de brochure “Q106: Brochure gelezen of geraadpleegd ? % ja, bij hen die de brochure kennen N: 1001 Vlamingen, 2009 N: 258 Vlamingen die brochure ‘premies’ kennen, 2009 N: 166 Vlamingen die praktische (ver)bouwgids kennen, 2009
Op één jaar nam het aandeel Vlamingen dat het energieprestatiecertificaat kent met meer dan 30% toe. Vandaag kent meer dan de helft van de Vlamingen het. Driekwart vindt dit een goede maatregel. Eigenaars vinden het significant meer een slechte maatregel t.o.v. huurders. B. Kennis 3. Kennis van overheidsbeleid “Q82. Bent u op de hoogte dat er een energieprestatiecertificaat werd ontwikkeld dat de energiezuinigheid van uw woning weergeeft?” “Q83: U vindt dit een ... maatregel? N: 1001 Vlamingen, 2009 N: 1001 Vlamingen, 2009