470 likes | 973 Views
Gebruik van een insulinepomp bij een diabetespatiënt met zwangerschapswens. Conny Peeters Mieke Desmet. Inhoud. Wat vooraf ging… Verloop van de educatie tijdens een hospitalisatie. Ambulante follow-up. I. Wat vooraf ging…. Raadplegingen bij de endocrinoloog
E N D
Gebruik van een insulinepomp bij een diabetespatiënt met zwangerschapswens. Conny Peeters Mieke Desmet
Inhoud • Wat vooraf ging… • Verloop van de educatie tijdens een hospitalisatie. • Ambulante follow-up.
I. Wat vooraf ging… • Raadplegingen bij de endocrinoloog • Ambulant versus hospitalisatie • Aandachtspunten voor opname.
1. Raadplegingen bij de endocrinoloog • Zwangerschapswens tijdig bespreken • Belang van een goede glycemieregeling voor moeder en kind • Onvoldoende glycemieregeling met huidige therapie : noodzaak van een insulinepomp
Ambulant 2. Ambulant versus hospitalisatie • Voordelen • Reële levensomstandigheden • Patiënt is zelfstandiger • Nadelen • Patiënt moet de zelfstandigheid aankunnen • Meerdere educatiesessies nodig • Minder begeleiding en controle • Dagelijks telefonisch overleg nodig
Hospitalisatie • Voordelen • Frequente korte educatiesessies • Constantere / nauwkeuriger begeleiding • Minder afleiding tijdens opstartperiode • Nadelen • Niet reële levensomstandigheden
3. Aandachtspunten voor opname: • Pomp en toebehoren laten zien • Informatie meegeven o.a.
Verloop van de educatie tijdens een hospitalisatie. Info steeds aanpassen aan het educatieniveau van de patiënte! Partners zijn steeds welkom!
1. De eerste dag (1). • Insulinedrip of insulinepomp? • Technische aspecten van de insulinepomp • Wat is basaal en bolus? • Basaal en bolus instellen • Oefenpomp
a.Insulinedrip of insulinepomp? • Continu I.V. toedienen van insuline • Bepalen van insulinebehoefte / 24 uur • Minimumdosis 0.5E/uur (nooit insulinedrip stoppen) • Glycemiecontrole om de 2 uur met dosisaanpassing
Nieuwe pompen : D-TRON plus (Disetronic) Paradigm (Medtronic Minimed)
c. Wat is basaal en bolus? • Continue insulineafgifte over 24 uur • Vervangt de functie van de vroegere traagwerkende insuline • Verschillende basale profielen mogelijk • Profielen over 24 uur instellen, blijven in het geheugen
Wat is basaal en bolus? • Maaltijdbolussen • Vervangt de functie van de vroegere snelwerkende insuline • Telkens opnieuw instellen • Aanpassingsschema gebruiken
Insulinesoorten Snelwerkende insuline Velosuline (Actrapid) Humuline Regular Ultrasnelwerkende insuline (Novorapid) Humalog
d. Basaal en bolus instellen • Maak gebruik van hulpmiddelen o.a. programmeerkaart, schema’s, … • Geef oefeningen • Patiënte basaal en bolus ook zelf laten instellen
e. Oefenpomp AAN DE SLAG
De eerste dag (2) • Educator bereidt de insulinepomp voor en start de pomp op terwijl de patiënte toekijkt • Patiënte geeft onder toezicht zelf een bolus voor de maaltijd • Afdelingsverpleegkundigen hebben voldoende kennis en reservemateriaal om eventuele problemen op te lossen
2. De tweede dag (1). • Vragen? • Herhalen en oefenen! • Katheterkeuze • Insulinepomp voorbereiden en starten
Vragen? • Herhalen en oefenen!
c. Katheterkeuze • Metalen naaldkatheter • Teflonkatheter
Metalen Naaldkatheter • Eigenschappen • Met of zonder ontkoppeling • Verschillende leidinglengtes • Voordelen • Gemakkelijk in te brengen • Goed zicht op prikplaats • Nadelen • Sneller ‘naaldgevoel’ • Gemakkelijker bloeding • Metaalallergie
Teflonkatheter : Tender™ • Eigenschappen • Zachte katheter , 17 mm • Geïntegreerde kleefpleister
Teflonkatheter : Tender™ (vervolg) • Voordelen • Ontkoppeling t.h.v. de katheter • Manueel in te brengen onder 45° • Goed zicht op prikplaats • Nadelen • ‘Opkrullen’ van de katheter bij inbrengen • Lange naald • Knikken van de katheter
Teflonkatheter : Quick-set ™ • Eigenschappen • Zachte rechte katheter, 6 en 9 mm • Geïntegreerde kleefpleister • Mogelijkheid tot inbrengen met Quick- serter ™
Teflonkatheter : Quick-set ™ (vervolg) • Voordelen • Ontkoppeling t.h.v. de katheter • Veilig vernietigen van de insteeknaald • Nadelen • Moeilijker om enkel naald te vervangen • Geen zicht op prikplaats
d.Insulinepomp voorbereiden en starten • Set-up van de pomp nakijken • Basale profielen instellen • Insulinepomp vullen • Katheter plaatsen
Katheter plaatsen • Keuze insteekplaats • Abdomen • Aandacht voor taille, broeksriem, kleding • Aandachtspunten • Nazicht irritatie / ontsteking • Propere handen • Ruim ontsmetten • Goed laten drogen
Katheter plaatsen (vervolg) • Materiaal verzamelen • Inbrengen • Huidplooi maken voor manueel inbrengen van Tender – en metalen naaldkatheter • Zonder huidplooi met Quick-serter (huid strak houden) • Vastkleven (event. met lus)
Katheter plaatsen (vervolg) • Nazorg • Bloedsuikerkontrole 2 uur na inbrengen • Bij abnormaal hoge bloedsuikers een nieuwe katheter plaatsen en herprikken bloedsuiker • Insteekplaats min. 2 x daags kontroleren • Katheter regelmatig wisselen (max 4 dagen) • Telkens insteekplaats wisselen • Aandachtspunt • Katheter herprikken vlak voor bolus
De tweede dag (2). • Onder toezicht : • Insulinepomp voorbereiden en vullen • Katheter plaatsen • Basale profielen instellen en bolussen geven • Technische mogelijkheden van de insulinepomp verder doornemen o.a. • Soorten bolussen • Verschillende basale profielen • Instellen tijd • Afstandsbediening, …
3. De derde dag (1). • Vragen? • Onder toezicht : • Insulinepomp voorbereiden en vullen • Katheter plaatsen • Basale profielen instellen en bolussen geven • Hyperglycemie en keto-acidose • Noodprocedure en alarmen
Vragen? • Insulinepomp voorbereiden en katheter plaatsen onder toezicht
C. Hyperglycemie en keto-acidose • Hoger risico op keto-acidose o.w.v. enkel (ultra) snelwerkende insuline • Bij onverklaarbaar hoge glycemies • Katheter herprikken • Pompwerking controleren • Spuit en leiding controleren op luchtbellen • Extra insuline geven (pomp of pen) • Ketonen meten in de urine of in het bloed (Precision Xtra)
d. Noodprocedure en alarmen • ‘Noodkit’ • Katheter, spuit, batterijen • Programmeer- en alarmkaarten • Insulinepen of spuitje met snelwerkende insuline • Alarmboodschappen overlopen • Reservepomp • Tijdelijk overschakelen op 5 injecties
De derde dag (2). Bij een vlotte educatie kan deze afgerond worden op de derde dag en kan de patiënt naar huis.
4. De vierde dag • Fysieke inspanning • Feestjes, restaurantbezoek • Ziekte • Zelfcontrole • Dagelijks leven met de pomp
III. Ambulante follow-up. • Raadpleging bij de endocrinoloog : • Maandelijks voor zwangerschap • Team verwittigen zodra zwanger • Om de 14 dagen tijdens zwangerschap • Telefonische permanentie • Diabetesconventie