100 likes | 335 Views
Hoe ontstaan naamvallen?. a) zinsdelen zonder voorzetsel b) voorzetsels c) werkwoorden met een vaste naamval. Zinsdelen zonder voorzetsel. onderwerp, naamw.gez. hij – naamval (nv) van hem – nv meewerkend voorwerp aan/voor hem – nv lijdend voorwerp hem - nv
E N D
Hoe ontstaan naamvallen? • a) zinsdelen zonder voorzetsel • b) voorzetsels • c) werkwoorden met een vaste naamval
Zinsdelen zonder voorzetsel onderwerp, naamw.gez. hij – naamval (nv) van hem – nv meewerkend voorwerp aan/voor hem – nv lijdend voorwerp hem - nv tijdsbepaling zonder voorzetsel 1e naamval: 2e naamval: 3e naamval: 4e naamval:
b)Voorzetsels -2e naamval: trotz ondanks wegen vanwege während tijdens innerhalb binnen außerhalb buiten statt in plaats van infolge als gevolg van
-3e naamval: aus uit außer behalve bei bij mit met nach na/naar seit sinds von van zu naar/tot *entgegen tegemoet *gegenüber tegenover *achterzetsel
-4e naamval: bis tot durch door, via *entlang langs für voor (ten behoeve van) gegen tegen ohne zonder um om *achterzetsel
-3e of 4e naamval: an aan,op auf op hinter achter in in neben naast über over, boven (boven +3) unter onder vor voor (plaats-,tijdsbep.) zwischen tussen wo? 3e naamval■ wohin? 4e naamval ■ → ■
-3e of 4e naamval: Twijfelregel: Wanneer je bij deze voorzetsel niet kunt zeggen wo? of wohin?, dan krijg je de twijfelregel. auf, über 4e naamval overige voorzetsels 3e naamval
c)Werkwoorden met een vaste naamval -3e naamval: begegnen, danken, dienen, folgen, gefallen, glauben, gehören, gratulieren, helfen, kondolieren -4e naamval: bitten, fragen, kosten es gibt
Welke woorden krijgen een naamval? • a)lidwoorden: bepaalde lidwoorden(der-groep)onbepaalde lidwoorden(ein-groep) • b)bezittelijke vnw.(ein-groep) • c)overige bepaalde woorden (der-groep)
Welke woorden krijgen een naamval? • d)persoonlijke voornaamwoorden • e)bijvoeglijke voornaamwoorden • f)vragende voornaamwoorden • g)betrekkelijke voornaamwoorden • h)zelfstandige naamwoorden(zwak)