1 / 10

Hoe ontstaan naamvallen?

Hoe ontstaan naamvallen?. a) zinsdelen zonder voorzetsel b) voorzetsels c) werkwoorden met een vaste naamval. Zinsdelen zonder voorzetsel. onderwerp, naamw.gez. hij – naamval (nv) van hem – nv meewerkend voorwerp aan/voor hem – nv lijdend voorwerp hem - nv

Download Presentation

Hoe ontstaan naamvallen?

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Hoe ontstaan naamvallen? • a) zinsdelen zonder voorzetsel • b) voorzetsels • c) werkwoorden met een vaste naamval

  2. Zinsdelen zonder voorzetsel onderwerp, naamw.gez. hij – naamval (nv) van hem – nv meewerkend voorwerp aan/voor hem – nv lijdend voorwerp hem - nv tijdsbepaling zonder voorzetsel 1e naamval: 2e naamval: 3e naamval: 4e naamval:

  3. b)Voorzetsels -2e naamval: trotz ondanks wegen vanwege während tijdens innerhalb binnen außerhalb buiten statt in plaats van infolge als gevolg van

  4. -3e naamval: aus uit außer behalve bei bij mit met nach na/naar seit sinds von van zu naar/tot *entgegen tegemoet *gegenüber tegenover *achterzetsel

  5. -4e naamval: bis tot durch door, via *entlang langs für voor (ten behoeve van) gegen tegen ohne zonder um om *achterzetsel

  6. -3e of 4e naamval: an aan,op auf op hinter achter in in neben naast über over, boven (boven +3) unter onder vor voor (plaats-,tijdsbep.) zwischen tussen wo? 3e naamval■ wohin? 4e naamval ■ → ■

  7. -3e of 4e naamval: Twijfelregel: Wanneer je bij deze voorzetsel niet kunt zeggen wo? of wohin?, dan krijg je de twijfelregel. auf, über 4e naamval overige voorzetsels 3e naamval

  8. c)Werkwoorden met een vaste naamval -3e naamval: begegnen, danken, dienen, folgen, gefallen, glauben, gehören, gratulieren, helfen, kondolieren -4e naamval: bitten, fragen, kosten es gibt

  9. Welke woorden krijgen een naamval? • a)lidwoorden: bepaalde lidwoorden(der-groep)onbepaalde lidwoorden(ein-groep) • b)bezittelijke vnw.(ein-groep) • c)overige bepaalde woorden (der-groep)

  10. Welke woorden krijgen een naamval? • d)persoonlijke voornaamwoorden • e)bijvoeglijke voornaamwoorden • f)vragende voornaamwoorden • g)betrekkelijke voornaamwoorden • h)zelfstandige naamwoorden(zwak)

More Related