1 / 16

De dichter en zijn werk (Carmen 16. p. 71)

De dichter en zijn werk (Carmen 16. p. 71). Algemeen Dit gedicht is gericht aan Furius en Aurelius . Ook een ander gedicht is aan hen gericht (bv. Carmen 11). In dát gedicht prijst Catullus hen als zijn beste vrienden vanwege hun steun:.

damia
Download Presentation

De dichter en zijn werk (Carmen 16. p. 71)

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De dichter en zijn werk (Carmen 16. p. 71)

  2. AlgemeenDit gedicht is gericht aan Furius en Aurelius. Ook een ander gedicht is aan hen gericht (bv. Carmen 11). In dát gedicht prijst Catullus hen als zijn beste vrienden vanwege hun steun: • wat Catullus ook van plan zou zijn, zij helpen hem altijd. En • dan vraagt hij hen één klein dingetje te doen: tegen Lesbia • zeggen, dat Catullus haar niet meer • hoeft en dat ze zijn liefde niet waard • is. • In dit gedicht heeft hij iets heel • anders tegen hen te zeggen …. • (denk eraan, dat poëzie werd voor- • gelezen en dat Furius en Aurelius er • bij waren).

  3. Pedicabo ego vos et irrumabo, 1Aureli pathice et cinaede Furi, • 1 pedicabo, irrumabo – welke tijd? • futurum • 2 In welke naamval staan al de woorden in regel 2? • vocativus • Regels vocativus • woorden op –us vocativus op –e • woorden op –ius vocativus op –i • aandere woorden  vocativus = nominativus

  4. Pedicabo ego vos et irrumabo, 1Aureli pathice et cinaede Furi,Ik zal jullie naaien en oraal penetreren,‘nicht’ Aurelius en mietje Furius, • Wat valt op aan de woordvolgorde in regel 2? • Er staat bij de 1e persoon een naam en dan een znw en • bij de 2e persoon een znw en dan de naam. • Dit noemen we een chiasme (kruisstelling): een opsomming van gelijkwaardige elementen in de bolorde AB-BA A B Genoemd naar de • Griekse letter chi: c • B A • Net als in het Nederlands hebben de woorden pedicare en irrumare ook een figuurlijke, neerbuigende betekenis  Ik zal jullie ‘te pakken nemen’.

  5. qui me ex versiculis meis putastis, 3quod sunt molliculi, parum pudicum. • 3 qui – verwijst terug naar …? • (1) vos

  6. qui me ex versiculis meis putastis, 3quod sunt molliculi, parum pudicum.(jullie) die mij op grond van mijn gedichtjes, omdat ze schunnig zijn, hebben beschouwd als te weinig eerbaar.

  7. Nam castum esse decet pium poetam 5ipsum, versiculos nihil necesse est, • Wat zijn de hoofdwerkwoorden in deze zinnen?

  8. Nam castum esse decet pium poetam 5ipsum, versiculos nihil necesse est, • Wat zijn de hoofdwerkwoorden in deze zinnen? • decet, necesse est • Welke constructie staat hierbij? • AcI: • - poetam esse castum • - versiculos (castos esse)

  9. Nam castum esse decet pium poetam 5ipsum, versiculos nihil necesse est;Want het is gepast dat de rechtschapen dichter zelf fatsoenlijk is, (xxx) het is helemaal niet noodzakelijk dat zijn versjes [fatsoenlijk zijn] • 6 Welk voegwoord kun je aanvullen tussen ipsum en versiculos? • sed – maar • Als er geen voegwoord staat heet dat een asyndeton. We hebben een: • - adversatief asyndeton (je kunt ‘maar’ aanvullen) • - explicatief asyndeton (je kunt ‘want’ aanvullen)

  10. qui tum denique habent salem ac leporem,si sunt molliculi ac parum pudici 8et quod pruriat incitare possunt, • 7 qui - Relatieve aansluiting = hoofdzin begint met • relativum. Kan niet in Nederlands, dus • vervangen door: en • maar + aanw. / pers. vnw • want • qui verwijst naar versiculos

  11. qui tum denique habent salem ac leporem,si sunt molliculi ac parum pudici 8et quod pruriat incitare possunt,want zij (deze) hebben dan pas smaak en charme, als ze schunnig zijn en te weinig eerbaar en geilheid kunnen opwekken • Natuurlijk heeft Catullus ook veel ‘nette’ gedichten geschreven. O.a. veel van zijn gedichten voor Lesbia horen tot de serieuze liefdespoëzie. Maar er zijn ook nogal wat minder nette gedichtjes (zoals dit). • 8-9 Trikolon: sunt molliculi ac parum pudici et quod pruriat incitare possuntAlliteratie: parum pudici

  12. non dico pueris, sed his pilosis, 10qui duros nequeunt movere lumbos. • 10 pueris, pilosis – welke naamval? • Dativus • Het werkwoord van de vorige zin moet je erbij denken: geilheid opwekken bij …. • 11 duros congrueert met …?

  13. non dico pueris, sed his pilosis, 10qui duros nequeunt movere lumbos. • 10 pueris, pilosis – welke naamval? • Dativus • Het werkwoord van de vorige zin moet je erbij denken: geilheid opwekken bij …. • 11 duros congrueert met …? • lumbos • Als twee woorden die bij elkaar horen zover uit elkaar staan, heet dat een ….?

  14. non dico pueris, sed his pilosis, 10qui duros nequeunt movere lumbos. • 10 pueris, pilosis – welke naamval? • Dativus • Het werkwoord van de vorige zin moet je erbij denken: geilheid opwekken bij …. • 11 duros congrueert met …? • lumbos • Als twee woorden die bij elkaar horen zover uit elkaar staan, heet dat een ….hyperbaton

  15. non dico pueris, sed his pilosis, 10qui duros nequeunt movere lumbos.ik bedoel niet (alleen) bij jongens, maar (ook) bij deze behaarde mannen, die hun stijve ledematen niet kunnen bewegen. • 10 his – hierbij wijst Catullus waarschijnlijk naar alle mannen, die aanwezig zijn bij het voorlezen van het gedicht: dit zijn echte mannen (en Furius en Aurelius niet) • pilosis – haargroei in de zin van baard e.d. (ter onderscheid van jongetjes) • 10-11 Tieners reageren natuurlijk op Catullus’ gedichtjes, maar oudere mannen ook, zegt hij (die te stijf zijn om nog seks te hebben).

  16. Vos quod milia multa basiorumlegistis, male me marem putatis? 13Pedicabo ego vos et irrumabo.Omdat jullie over vele duizenden kussen gelezenhebben, beschouwen jullie mij als een mietje?Ik zal jullie naaien en oraal penetreren. • Wat was kennelijk het verwijt van Furius en Aurelius? • Catullus schreef geen echte ‘mannenpoëzie’. • Hoe neemt Catullus hen ‘te pakken’? • Hij laat zien, dat hij wel degelijk ‘ferme taal’ durft te • gebruiken, waardoor hij laat zien dat hij een echte kerel • is, én zet ze een beetje voor • schut voor iedereen met dit • gedichtje, (al zullen ze wel mee • hebben gelachen).

More Related