berekeningen

1. berekeningen F F P = P = A A 700 400 P = P = 200 115 Welke van de dames zakt het diepste weg in de sneeuw tijdens het lopen? Voorbeeld 1 Dochter eskimo Moeder eskimo Massa (m) : 70 kg 40 kg Schoen (A) oppervlakte. 200 cm2 115 cm2 Fz = m x g Fz = m x g Gewicht (Fz) 700 N 400 N Druk Tijdens het lopen breng je je gewicht van de ene naar de andere voet. P≈ 3,5 N/cm2 P= 3,5 N/cm2

2. Een houten parketvloer kan een maximale druk van 1500 N/cm2 verdragen, als de druk groter wordt dan beschadig je de vloer. De jongedame heeft een massa van 65 kg. Wat mag het oppervlak van één hak minimaal zijn? F P = A 650 1500 = A berekeningen Voorbeeld 2 Massa (m) : 65 kg 1500 N/cm2 Druk Fz = m x g Gewicht (Fz) 650 N Tijdens het lopen zal er een moment zijn dat ze op één hak staat Oppervlakte A= 0,43 cm2 Groter mag ook, dan wordt druk kleiner

3. Voorbeeld 3 F 2000 = F P = 700 A berekeningen De heimachine hieronder slaat met een gewicht z.g. heipalen wel 15 m de grond in. Deze zorgen dat het gebouw niet in de zachte grond verzakt. Deze bodem kan namelijk maar een druk van 2000 N/cm2 verdragen. Na 10m is er hardere grond. De oppervlakte van een heipaal is 700 cm2. Bereken met welke kracht de paal de grond ingeslagen moet worden. De massa van de heipaal mag verwaarloosd worden. Oppervlakte 700 cm2 2000 N/cm2 Druk Gewicht Heipaal Kracht 2000x 700 1.400.000 N