180 likes | 325 Views
Bienvenue à tous. Qu’est-ce qu’on va faire?. Une image ( plaatje ) Woordjes Unité 2 overhoren (mon collège – dans) Het bezittelijk voornaamwoord Oefenen met het bezittelijk voornaamwoord
E N D
Qu’est-ce qu’on va faire? • Une image (plaatje) • Woordjes Unité 2 overhoren(mon collège – dans) • Hetbezittelijkvoornaamwoord • Oefenen met hetbezittelijkvoornaamwoord • Huiswerk* leren: bezittelijkvoornaamwoord* maken: schemabezittelijkvoornaamwoord* herhalen: vocabulaire blz 100 (=mon collège – dans)
de kat = le chat de muis = la souris
Welkwoordhoortbijwelkplaatje? • un livre • une piscine • aimer • un ordinateur • une cour de récréation • un professeur
Hetbezittelijkvoornaamwoord mon père - mijnvader ma mère - mijnmoeder mes frères - mijnbroers
Hetbezittelijkvoornaamwoord Mannelijkenkelvoud Vrouwelijkenkelvoud Meervoud
Mannelijkenkelvoud mon père ton père son père notre père votre père leur père mijnvader jouwvader zijn/haarvader ons/onzevader jullie/uwvader hunvader
Vrouwelijkenkelvoud ma mèreta mèresa mèrenotre mèrevotre mèreleur mère mijnmoederjouwmoederzijn/haarmoederons/onzemoederjullie/uwmoederhunmoeder
Meervoud mes parentstes parentsses parentsnos parentsvos parentsleurs parents mijnoudersjouwouderszijn/haaroudersons/onzeoudersjullie/uwoudershunouders
Vulhetjuistebezittelijkevoornaamwoord in Mannelijk Le-woorden 1. mijn computer = _______________ ordinateur (m) 2. onsboek = _______________ livre (m) mon notre Vrouwelijk La-woorden 3. mijnzwembad = _______________ piscine (v) 4. hun kantine = _______________ cantine (v) ma leur Meervoud Les-woorden 5. mijnkleren = _______________ vêtements (mv) 6. uwkinderen = _______________ enfants (mv) mes vos
Vulhetjuistebezittelijkevoornaamwoord in 1. Haar kat = ______ chat (m/v/mv) 2. Onszwembad = _____ piscine (m/v/mv)
Vulhetjuistebezittelijkevoornaamwoord in 3. Jouw huis = _________ maison (m/v/mv) 4. Hun kinderen = _______ enfants (m/v/mv)
Vulhetjuistebezittelijkevoornaamwoord in 3. jouw huis = ta maison 1. haar kat = son chat 2. onszwembad = notre piscine 4. hun kinderen = leurs enfants
Bijhetinvullen van eenbezittelijkvoornaamwoordlettenwe op tweedingen: • hetwoordwat er achterstaat:mannelijk / vrouwelijk / meervoud • de vormwelke je moetinvullenmijn – jouw - zijn/haar - ons/onze - jullie/uw - hun
Les devoirs (huiswerk) • leren: hetbezittelijkvoornaamwoord • maken: schemainvullen(achterkantwerkblad) 1 mannelijkwoord 1 vrouwelijkwoord 1 meervoudwoord • vocablz 100, mon collège – dans (= herhaling)