180 likes | 414 Views
Hoofdstuk 4: Burgers en stoommachines. Industrie: het maken van producten. Producten: spullen. 4.1: de industriële revolutie. Grote veranderingen 1800: wonen, werken, reizen. 1900: wonen, werken, reizen. 19 e eeuw de moderne tijd, Industriële revolutie
E N D
Industrie: het maken van producten. • Producten: spullen.
4.1: de industriële revolutie • Grote veranderingen • 1800: wonen, werken, reizen. • 1900: wonen, werken, reizen. • 19e eeuw de moderne tijd, Industriële revolutie • Arbeiders: mensen die zwaar werk doen met hun handen, bijvoorbeeld in een fabriek.
Het begon op het platte land • De bevolking van Groot Brittanië verdubbeld Er wordt meer voedsel geproduceerd Minder mensen sterven door hongersnood. Boeren verdienen meer en steken dit geld in nieuwe machines. Sommige boeren verdienen te weinig en verkopen hun land aan rijke boeren, zelf vertrekken zij naar de stad.
Meer mensen betekent ook meer kleding. • Thuisarbeiders • Kooplieden willen dat er meer stof geproduceerd wordt en beloven veel geld aan mensen die vernieuwingen kunnen bedenken.
Eerst aangedreven door spierkracht, later door een waterrad met water als energiebron. • Eeuwen lang hadden mensen gewerkt met hun handen, nu namen machines dit werk over.
Stoom en staal • 1800: houten machines worden vervangen voor stalen machines. • Stoommachines worden in 1769 door James Watt verbeterd waardoor hij geschikt was voor aandrijving van machines. • Productie gaat omhoog, steenkoolmijnen, ijzerfabrieken, machinefabrieken. • Productie: het maken van producten
Licht en energie • Elektriciteit was al uitgevonden maar was nog erg onveilig. • Thomas Edison vond in 1877 de gloeilamp uit en in 1883 koperdraad.
Nieuwe grondstof • Aardolie werd bewerkt tot benzine en diesel. • Auto: benzinemotor en dieselmotor • Aardolie als grondstof voor plastic.