140 likes | 317 Views
Een brede en flexibele 1 ste graad. Patrick Weyn. Uitdaging (1). BaO SO andere eigenheid didactische aanpak infrastructuur organisatie vakkensysteem … meestal andere school andere leerlingen soms andere gemeente = scharniermoment waarop leerlingen een risico lopen.
E N D
Een brede en flexibele 1ste graad Patrick Weyn
Uitdaging (1) • BaO SO • andere eigenheid • didactische aanpak • infrastructuur • organisatie • vakkensysteem • … • meestal andere school • andere leerlingen • soms andere gemeente = scharniermoment waarop leerlingen een risico lopen
Uitdaging (2) risico • gebrek aan afstemming van school- en leeromgeving op behoeften en mogelijkheden van leerlingen • onvoldoende zicht van leerlingen en ouders op het secundair onderwijs • wat is nodig om in een traject, dat gekenmerkt is door structurele breuken, de lijn in het leren van leerlingen niet te verbreken? • wat verwachten de leerlingen en de ouders van de eerste graad van het secundair onderwijs ? • welke maatschappelijke verwachtingen en bezorgdheden leven er t.a.v. de eerste graad? • hoe kan de school hierop inspelen en wat denkt zij dat daarvoor nodig is ?
Het antwoord!? • Een ‘brede’ eerste graad • Flexibilisering in de eerste graad
Een ‘brede’ eerste graad (1) • Uitgangspunten van het concept • vertrekken van zijn interesses, talenten en verwachtingen van de leerling • de leerling kan nieuwe mogelijkheden ontdekken • de algemene en persoonlijkheidsvorming staat centraal • bijzondere aandacht voor bepaalde basiscompetenties zoals leer- en keuzebekwaamheid • leren binnen bepaalde leercontexten • leerlingen kunnen op hun eigen tempo leren • het welbevinden is een belangrijk aandachtspunt
Een ‘brede’ eerste graad (2) • Minimumdoelstellingen • door zoveel mogelijk leerlingen behaald • zoveel mogelijk geformuleerd in termen van competenties • binnen geschikte leercontexten met gevarieerde werkvormen aangeboden • Excelleren door leerlingen ten aanzien van het geheel of van onderdelen wordt gestimuleerd • Vangnet om uitval van leerlingen te voorkomen
Een ‘brede’ eerste graad (3) • Het belang van het keuzeproces • keuzevaardigheden • ondersteuning in keuzeproces • verdere ontdekking van talenten en interesses • positieve leerervaring • positieve studiekeuze
Een ‘brede’ eerste graad (4) • Interessegebieden= geheel van onderling verwante thema’s waarvoor leerlingen een bijzondere belangstelling en aanleg kunnen hebben en waarin verdieping wordt aangeboden • kunnen deels aanwezig zijn in basisvorming • uitdieping leerlingen ervaren of ze er al dan niet talent en belangstelling voor hebben • na 1ste graad gefundeerde keuze kunnen maken in de tweede graad, los van de verworven voorkennis en zonder beperking als gevolg van de gekozen interessegebieden
Een ‘brede’ eerste graad (5) • Interessegebieden • artistiek-creatief • economie • klassieke talen en cultuur • moderne vreemde talen • natuur en milieu • sport en recreatie • technisch-creatief • voeding, gezondheid en verzorging • wetenschappen
Een ‘brede’ eerste graad (6) • Organisatie • meerdere interessegebieden doorlopen in 1ste graad (minimum 4?) • scholen bepalen zelf hoe ze de interessegebieden aanbieden: • parallel • opeenvolgend • projectmatig • in een vast lessenrooster • geïntegreerd
Flexibilisering in de 1ste graad (1) • A- en B-stroom • voorlopig behouden • met bruggen (co-educatie) • in principe zelfde interessegebieden
Flexibilisering in de 1ste graad (2) • B-stroom • enkelvoudige doelstelling • voorbereiden op een eerder arbeidsmarktgericht leertraject • niet meer focussen op terugstappen naar A-stroom (doelstelling A-stroom) • reëel en positief leertraject • naam?
Flexibilisering in de 1ste graad (3) • A-stroom • doelgroep: • ook leerlingen die over de nodige leermogelijkheden beschikken maar nu op basis van de regelgeving niet in de (huidige) A-stroom terecht kunnen • ook leerlingen van de (huidige) A-stroom waarvan het risico hoog wordt ingeschat dat zij de minimumdoelstellingen niet bereiken • tempodifferentiatie (bijvoorbeeld van bij het begin een langere duur dan twee jaar voorzien; verschillend tempo voor verschillende vakken) • niveauleren (groeperingen mede i.f.v. niveau voor bepaald vak)