450 likes | 740 Views
Programma. Inleiding / Opening / oefening2. Theorie over levensbeschouwelijke invalshoekOefening. 1. Inleiding. Invalshoeken verhalen en verbeelden':CultuurLevensbeschouwingGeletterdheidKunsteducatiegentegreerd. 1. Inleiding. Doel:Handvatten vinden om levensbeschouwelijke invalshoe
E N D
1. Verhalen en verbeelden
2. Programma Inleiding / Opening / oefening
2. Theorie over levensbeschouwelijke invalshoek
Oefening
3. 1. Inleiding Invalshoeken ‘verhalen en verbeelden’:
Cultuur
Levensbeschouwing
Geletterdheid
Kunsteducatie
geïntegreerd
4. 1. Inleiding Doel:
Handvatten vinden om levensbeschouwelijke invalshoek in jouw onderzoek en onderzoeksvraag te waarborgen en verantwoorden.
5. 1. Opening / oefening Het verhaal van de Soepsteen:
Wat spreekt jou aan in dit verhaal? Waarom?
Wat is levensbeschouwelijk aan dit verhaal? Schrijf zoveel mogelijk associaties bij het begrip levensbeschouwing op.
6. 1. Inleiding Ad 2. Theorie:
Wat is levensbeschouwing?
Wat beschouw je? (domeinen van levensbeschouwing)
Dimensies van levensbeschouwing
Levensbeschouwelijke identiteit (beleidsniveau)
7. 2a. Wat is levensbeschouwing?
8. 2a. Wat is levensbeschouwing?
Je interpreteert het beeld dat je waarneemt
Manier van waarnemen / ervaren:
Onbewust / impliciet
Bewust
9. 2a. Wat is levensbeschouwing?
Levensbeschouwing is
zin / betekenis geven aan
de werkelijkheid / het leven
met gevoel, verstand en verbeelding.
10. 2b. Wat beschouw je?
11. 2b. Wat beschouw je?
12. 2b. Wat beschouw je?
13. 2b. Wat beschouw je? Domeinen van levensbeschouwing:
De wereld van de dingen
De andere mensen
Voorbeeld Het verhaal van de Soepsteen:
Hoe behoren we samen te leven?
Hoe kijk ik aan tegen “de ander"?
Voorbeeld Afscheid van de juf
Wat betekent de juf voor mij / ons?
14. 2a. Wat beschouw je?
15. 2b. Wat beschouw je?
16. 2b. Wat beschouw je?
17. 2c. Aspecten van levensbeschouwing
18. 2c. Aspecten van levensbeschouwing
19. 2c. Aspecten van levensbeschouwing
20. 2c. Aspecten van levensbeschouwing
21. 2c. Aspecten van levensbeschouwing
22. 2c. Aspecten van levensbeschouwing
23. 2c. Aspecten van levensbeschouwing
24. 2c. Aspecten van levensbeschouwing
25. 2c. Aspecten van levensbeschouwing
26. 2c. Aspecten van levensbeschouwing Bestaande beelden en verhalen - identificatie:
fictieve verhalen (De Soepsteen)
bronverhalen (bijv. bijbelverhalen)
Jouw beelden en verhalen - op verhaal komen
Beelden en verhalen van de ander – ontmoeting, dialoog, begrip
narrativiteit = gebruik maken van verhalen
27. 2c. Aspecten van levensbeschouwing Functie beelden en verhalen:
Betekenis / zin
zoeken / verlenen aan
de werkelijkheid om ons heen
Leggen van verbanden
Mogelijkheden zien: dromen, idealen om naar te streven
Beelden = soms krachtiger dan wat in woorden is uit te drukken
28. 2c. Aspecten van levensbeschouwing Dimensies van levensbeschouwing:
1. Verhalen en beelden
2. Ervaring
3. Opvattingen
4. Rituelen
29. 2c. Aspecten van levensbeschouwing
30. 2c. Aspecten van levensbeschouwing Dimensies van levensbeschouwing:
Beelden
Ervaring
Opvattingen (ideologie / theologie)
Rituelen
Sociale verbanden
Waarden en normen
31. 2c. Aspecten van levensbeschouwing
32. 2a. Wat is levensbeschouwing?
33. 2a. Wat is levensbeschouwing? Het leven beschouwen:
zin / betekenis geven aan
de werkelijkheid / het leven
(= wat = domeinen)
met gevoel, verstand en verbeelding
(= hoe = aspecten).
34. 2a. Wat is levensbeschouwing? Noteer voor jezelf:
Waar in het schema passen jouw associaties bij levensbeschouwing / de Soepsteen? Conclusies?
35. 2d. Levensbeschouwelijke identiteit (beleidsniveau)
Onderzoek op beleidsniveau beleidsvoorstel
1. Voorwaarde:
Aansluiten bij identiteit van de school, o.a. levensbeschouwelijke
2. Hoe maak je beleid?
Gedragen
36. 2d. Levensbeschouwelijke identiteit (beleidsniveau) Smalle identiteit:
De levensbeschouwelijke identiteit komt tot uitdrukking in afgebakende, ingeroosterde momenten zoals de dagopening en vieringen, maar staat relatief los van het verdere schoolleven (geïsoleerde levensbeschouwelijke identiteit).
Brede identiteit:
De levensbeschouwelijke identiteit kleurt het hele schoolleven en komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in verschillende vakken, in de omgang met elkaar en in pedagogisch en didactische keuzen (zie voorbeeld Mosaïek).
37. 2d. Levensbeschouwelijke identiteit (beleidsniveau) Eenvormige identiteit:
De levensbeschouwelijke identiteit gaat in op één bepaald geloof.
Meervormige identiteit:
De levensbeschouwelijke identiteit houdt rekening met verschillende levensbeschouwelijke achtergronden. Bijvoorbeeld: Christelijke basisschool de Regenboog heeft leerlingen met een christelijke en islamitische achtergrond. Voor haar is de Bijbel de basis, maar van daar uit maakt zij verbindingen met verhalen en vieringen in de islam.
38. 2d. Levensbeschouwelijke identiteit (beleidsniveau)
39. 2d. Levensbeschouwelijke identiteit (beleidsniveau) Voorbeeld brede, meervormige identiteit: B.s. het Mosaïek:
Rooms-Katholiek
Jenaplan
Diversiteit aan leerlingen
Vijf kernwaarden: 1. Saamhorigheid
2. Authenticiteit
3. Creativiteit
4. Kritische verantwoordelijkheid
5. Zelfstandigheid
40. 2d. Levensbeschouwelijke identiteit (beleidsniveau) Waarde saamhorigheid
Enkele concrete vertalingen (normen):
In de naam en aankleding van de school geven wij uitdrukking aan onze saamhorigheid
Wij vertellen verhalen aan kinderen waarin deze waarde tot uitdrukking komt (inhouden)
Wij werken met heterogene groepen waarin kinderen leren van elkaar (didactisch, organisatorisch)
Wij vieren als gemeenschap de belangrijke feesten en levensmomenten om saamhorigheid te creëeren (levensbeschouwelijk en pedagogisch)
41. 2d. Levensbeschouwelijke identiteit (beleidsniveau)
45. Bestuderen Reader:
Schepper, J. de (2004). Levensbeschouwing ontwikkelen. Didactiek voor godsdienst / levensbeschouwing in het primair onderwijs – H1t/m3, H9
Avest, I. ter (2006). Verhalen in context. Uit levo boek Coutinho.
Identiteitsmodellen Miedema, ter Avest en casus Mosaïek
Bakker, C. (2002). Hoe geef je vorm aan de identiteit van de school. In: Miedema, S. e.a. (2002). Alle onderwijs bijzonder. Levensbeschouwelijke waarden in het onderwijs.
46. Ter info Vrijdag 16 februari: informatiebijeenkomst over onderzoek
Probleemstelling:
Hoe ontwikkel je als leraar bij en met kinderen een sensitieve en responsieve levensbeschouwelijke grondhouding in relatie tot thema’s en verhalen uit levensbeschouwelijke tradities? (Welke? Hangt af van beleid school.)
Verhalen en verbeelden:
als manier om kinderen op verhaal te brengen
als onderzoeksinstrumenten