1 / 15

X. Procedure

X. Procedure. Overzicht van vragen: Bevoegdheid van rechtbanken (+ bijzondere vraag van aanhangigheid) Wijze van dagvaarden internationaal Harmonisatie procedureregels Toepassing vreemd recht Bewijsverschaffing in het buitenland Erkenning en tenuitvoerlegging.

finian
Download Presentation

X. Procedure

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. X. Procedure • Overzicht van vragen: • Bevoegdheid van rechtbanken (+ bijzondere vraag van aanhangigheid) • Wijze van dagvaarden internationaal • Harmonisatie procedureregels • Toepassing vreemd recht • Bewijsverschaffing in het buitenland • Erkenning en tenuitvoerlegging

  2. X. Internationale bevoegdheid • Internationale bevoegdheid - Internationale regelingen: • In EU (Uniforme uitleg via HJEG) • E.Ex.-Verordening (voorheen E.Ex. Verdrag van Brussel, nu nog voor DK.) (= « Brussel-I »). Doel: vrij verkeer vonnissen, d.i. erkenning en executie; daartoe ook harmonisatie bevoegdheid. Betreft civiele en handelszaken uitg. familierecht e.a. • Insolventieverordening (insolventieprocedures), zie verder • NB. Brussel-II (2003) betreft familiezaken • Verdrag van Lugano 2007 (voorheen 1988) (EU-EFTA):parallel aan E.Ex. (HJEG niet bevoegd voor uitleg) • Bilaterale verdragen • Haagse Verdragen: • 2005 iz. Bevoegdheidsovereenkomsten (inwerkingtreding verwacht voor EU, VS en Mexico) • andere, zie verder

  3. X. Internationale bevoegdheid • Internationale bevoegdheid van rechtbanken - Europa • Bevoegdheidsbepaling algemeen: • Enkele exclusieve bevoegdheden: iz. onroerend goed (art. 22.1), vennootschapsrecht (22.2), openbare registers (22.3), intellectuele rechten (22.4), tenuitvoerlegging (22.5) • Effect van bevoegdheidsovereenkomsten: moet erkend worden indien 1° minstens één partij gedomicilieerd in lidstaat, 2° wil van partijen blijkt, 3° in geschrift of vorm gebruikelijk in de handel (aangeduide rechter beoordeelt geldigheid overeenkomst) (dus géén anti-suit injunction toegelaten – C-185/2007 West tankers) • Algemene bevoegdheidsregel: woonstaat verweerder (art. 2 E.Ex.) • Alternatieve bevoegdheidsgronden: zie verder

  4. X. Internationale bevoegdheid • Internationale bevoegdheid van rechtbanken - Europa • Alternatieve bevoegdheidsgronden • 5.1. Contractuele verbintenis: plaats van uitvoering van die verbintenis (zoals bepaald door materieel toepasselijk recht) (secundaire verbintenissen gaan mee met hoofdverbintenis) • 5.3. Verbintenis uit onrechtmatige daad: plaats van de onrechtmatige daad (kan zowel fout als schade zijn) • 5.5. Betreffende exploitatie van een vestiging ….: plaats daarvan • 6. Tussenvordering in vrijwaring kan steeds • 8-14 Verzekeringsgeschillen • 15-17 Consumentengeschillen • 18-21 Arbeidsrechtelijke geschillen

  5. X. Internationale bevoegdheid • Internationale bevoegdheid van rechtbanken - Europa • Litispendentie (aanhangigheid van zelfde vordering) • latere rechtbank moet opschorten tot eerste uitspraak heeft gedaan (en zich daar bij neerleggen), behoudens exclusieve bevoegdheid • Tijdstip van aanhangigheid: neerlegging ter rechtbank dan wel ontvangst door de betekenende instantie (zie verder) • Samenhang: tweede aangezochte Rb. mag opschorten of verwijzen (moet niet) • Voorlopige maatregelen: mogen in het land waar ze kunnen/moeten worden uitgevoerd. Voorwaarde: voorlopig karakter.

  6. X. Internationale bevoegdheid • Internationale bevoegdheid van rechtbanken - VS • Bevoegdheidsgronden: het volstaat dat er een of ander contact is in personam of in rem - Jurisdictie in personam: zeer ruim geformuleerde bevoegdheid gegrond op de aanwezigheid van de verweerder (domicilie, nationaliteit, zelfs louter kortstondige aanwezigheid in die staat, commerciële activiteit aldaar) of zijn instemming (bevoegdheidsovereenkomst) • Jurisdictie in rem: voorwerp van de eis bevindt zich in die staat. • Uitzonderingen op de algemene bevoegdheid • Bevoegdheidsovereenkomst • Bedrieglijk scheppen van bevoegdheidsgrond • Forum non conveniens - exceptie • Regels inzake litispendentie

  7. X. Grensoverschrijdend procederen • Grensoverschrijdende procedures • Betekening in het buitenland: • Haagse Conventie 1965 grensoverschrijdende betekening in burgerlijke & handelszaken tussen verdragsstaten: via een centrale autoriteit, soms alternatieve (rechtstreekse) betekening • EU-Vo. 1348/2000: transmissie via centrale autorititeiten (standaardformulier): in taal van de plaats van bestemming. Vanaf 13-11-2008 vervangen door Vo. 1393/2007: bestemmeling kan weigeren als niet in taal van plaats van bestemming of taal die hij gemakkelijk begrijpt • Buiten toepassingsgebied verdragen: meestal via gerechtsdeurwaarder + post • Cautio iudicatum solvi

  8. X. Toepassing buitenlands recht • Toepassing van buitenlands recht. Wat is de taak van de rechter indien de conflictregel naar buitenlands recht verwijst ? • continentale regel: curia novit ius, ook voor buitenlands recht. Ev. kan rechter zich informeren via de Europese Conventie van Londen 1968 (weinig gebruikt). Vaker door een expert opinion. • Angelsaksische regel: buitenlands recht is een feit dat bij betwisting moet worden bewezen (meestal via experten; bv. affidavit)

  9. X. Bewijs • Bewijsregels en bewijsprocedures • Toepasselijk recht: elk land past eigen bewijsregels toe • Soms grote verschillen, bv. inzake vorderingen tot overlegging van stukken (in VS fishing expeditions) • Belangrijke bewijsmiddelen in internationale handel: expertise, certificaten van controle-organisaties, …. • Extraterritoriale bewijsmaatregelen; botsen soms op blocking statutes of anti-suit-injunctions. • Rogatoire commissies naar het buitenland (voor getuigenverhoor, plaatsbezoek, enz.) • Haags Verdrag inzake bewijs in het buitenland 1970 (meestal voorbehoud inzake pre-trial discovery): via centrale autoriteit • EU-Verordening inzake bewijslevering (Vo. 1206/2001): rechtstreeks naar rechtbank in de andere lidstaat

  10. X. Erkenning & tenuitvoerlegging • Erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen • Erkenningsregels in Europa: E.Ex. verordening (D/ E.Ex.Verdrag: EFTA: Verdrag van Lugano) • Beginsel : erkenning van vonnissen: tenuitvoerlegging na verkrijgen van een exequatur op eenzijdig verzoekschrift. Limitatieve weigeringsgronden: - strijd met openbare orde (restrictief uitgelegd door HJEG) - verstekvonnis waarbij geen tijdige oproepeing bewezen is - onverzoenbaar met vonnis in staat van tenuitvoerlegging geveld - onverzoenbaar met eerder vonnis uit andere staat, dat wel erkend is - in strijd met de bevoegdheidsregels • Vo. 805/2004 Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen: geen exequatur in land van executie vereist

  11. X. Insolventieprocedures • Insolventieprocedures • Soorten insolventieprocedures in de meeste landen: • liquidatieprocedures, zoals faillissement • saneringsprocedures, zoals procedure gerechtelijk akkoord en/of procedure van collectief akkoord (opschorting van het verhaal van schuldeisers in poging tot reorganisatie) In al deze gevallen wordt (het vermogen van) de onderneming onder bewind gesteld en vindt er een collectieve behandeling plaats v/d aanspraken van schuldeisers • Grensoverschrijdende insolventie: keuze tussen twee beginselen: • universalisme (één faillissement dat zich uitstrekt overal waar er activa zijn) (bv. Belgisch recht), of • territorialiteit (elke insolventieprocedure betreft slechts de activa in dat land) (meeste landen). Universalisme werkt maar indien de procedure ook erkend wordt in de andere relevante landen. • EU-Verordening 1346/2000 insolventieprocedures kiest compromis.

  12. X. Insolventieprocedures • EU-Verordening 1346/2000 insolventieprocedures • Definitie van insolventieprocedures (art. 1.1): • collectieve procedures • gegrond op insolventie • die een gehele of gedeeltelijke beheersontneming van de schuldenaar inhouden • en de aanstelling van een vereffenaar : bewindvoerder • (een lijst is te vinden in Bijlage A van de Verordening) • Aparte verordeningen voor insolventie van banken en verzekeraars.

  13. X. Insolventieprocedures • Insolventieverordening – beginselen: • Art. 3.1.: hoofdprocedure kan enkel in land van centrum der belangen « centre of main interest » = « COMI) van de schuldenaar. • Vermoeden dat dit het land van de zetel is bij een rechtspersoon. • Art. 3.2.: een territoriale procedure kan geopend worden in een lidstaat waar de schuldenaar een vestiging heeft. Indien er een hoofdprocedure is, is deze territoriale procedure een bijkomende of secundaire procedure. • opening van de procedure kan worden gepubliceerd in andere lidstaten (art. 21-22) • Vo. kiest compromis: hoofdprocedure (enkel in centrum van belagen van de schuldenaar) en eventuele bijkomende procedures in andere landen. • Hoofdprocedure moet in andere lidstaten erkend worden (art. 16), en heeft daar in beginsel dezelfde gevolgen als indien de procedure in die staat was geopend (art. 17) – tenzij manifest strijdig met openbare orde (art. 26) (bv. Grondrechten) of is een zaak voor een secundaire procedure die effectief is geopend • Indien er geen secundaire procecure geopend wordt, zijn er in andere lidstaten geen executieprocedures meer mogelijk andere dan diegene die toegestaan worden door het recht van het land van de hoofdprocedure (zo HvJ in C-444/07) • Verordening bevat nog verdere regels tot coördinatie

  14. X. Insolventieprocedures • Conflictregels (toepasselijk recht) volgens de Insolventieverordening: • De lex concursus (d.i. lex fori van de plaats van faillietverklaring) regelt volgens art. 4 o.a.: - de procedurele aspecten van de insolventieprocedure: welke activa beheerd worden; hoe ze beheerd worden (bevoegdheden bewindvoerder, rechtbank en schuldenaar); formaliteiten voor de schuldeisers (bv. aangifte); procedures inzake tegeldemaking en verdeling opbrengst; hoe de verdeling gebeurt indien er geen zakelijke rechten spelen • Rechtsgevolg van de procedure voor latere beschikkingen over activa, andere dan registergoederen • Rechtsgevolg voor lopende overeenkomsten (art. 4.2 e) • Uitgezonderd: individuele executierechten van schuldeisers met een zakelijk recht: daarvoor geldt de lex rei sitae.

  15. X. Insolventieprocedures • Conflictregels (toepasselijk recht) volgens de Insolventieverordening • W.b. bestaande zakelijke rechten op activa van de boedel: • Lex rei sitae bepaalt de zakelijke rechten (art. 5, voor eigendomsvoorbehoud art. 7), inb. de executierechten • Surplus gaat naar de boedel (lex concursus) • Vernietigbare / niet-tegenwerpelijke rechtshandelingen: lex concursus, tenzij ze onaanvechtbaar zijn vlg. de lex causae (art. 4.2 m + art. 13) • Schuldvergelijking: is tegenwerpelijk indien ingetreden ofwel onder de lex concursus ofwel onder de lex causae van de passieve schuldvordering (art. 6). NB. passieve schuldvordering = aanspraak van de insolvente schuldenaar die de schuldeiser wil gebruiken om zich te betalen actieve schuldvordering = eigen aanspraak van die schuldeiser.

More Related