1 / 58

schip

schip. schat. schuil. schuif. werkblad 3. hij wast. zij wast. dat is goed! zoemmmmm …. dat is niet goed! lees nog een keer!. hij kookt pap. zij kookt pap. dat is goed! zoemmmmm …. dat is niet goed! lees nog een keer!. hij kookt pap. hij veegt het dek. zij veegt het dek.

gannon
Download Presentation

schip

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. schip schat schuil schuif

  2. werkblad 3

  3. hij wast. zij wast.

  4. dat is goed! zoemmmmm …

  5. dat is niet goed! lees nog een keer!

  6. hij kookt pap. zij kookt pap.

  7. dat is goed! zoemmmmm …

  8. dat is niet goed! lees nog een keer! hij kookt pap.

  9. hij veegt het dek. zij veegt het dek.

  10. dat is goed! zoemmmmm …

  11. dat is niet goed! lees nog een keer!

  12. dit is zijn boot. dit is haar boot.

  13. dat is goed! zoemmmmm …

  14. dat is niet goed! lees nog een keer!

  15. dit is zijn jas. dit is haar jas.

  16. dat is goed! zoemmmmm …

  17. dat is niet goed! lees nog een keer!

  18. dit is zijn aap. dit is haar aap.

  19. dat is goed! zoemmmmm …

  20. dat is niet goed! lees nog een keer!

  21. dit is zijn kist. dit is haar kist.

  22. dat is goed! zoemmmmm …

  23. dat is niet goed! lees nog een keer!

  24. dit is zijn sok. dit is haar sok.

  25. dat is goed! zoemmmmm …

  26. dat is niet goed! lees nog een keer!

  27. dit is zijn schep. dit is haar schep.

  28. dat is goed! zoemmmmm …

  29. dat is niet goed! lees nog een keer!

  30. bravo dat heb je goed gedaan!

  31. werkblad 6-7

  32. Wat is waar ? Tijs weet de weg wel. Wies wijst de weg.

  33. dat is goed! zoemmmmm …

  34. dat is niet goed! lees nog een keer!

  35. Waar zie je dat?

  36. dat is goed! zoemmmmm …

  37. dat is niet goed! lees nog een keer!

  38. Wat is waar? Joop is lief. Joop is een dief. Tijs is een dief.

  39. dat is goed! zoemmmmm …

  40. dat is niet goed! lees nog een keer!

  41. Wat doet joop? hij zoekt een schat hij zoekt een hut hij zoekt een schip

  42. dat is goed! zoemmmmm …

  43. dat is niet goed! lees nog een keer!

  44. Waar is de schat ? De schat is bij joop in de hut. Tijs heeft de schat op zijn schip. De schat is in een kuil.

  45. dat is goed! zoemmmmm …

  46. dat is niet goed! lees nog een keer!

  47. bravo dat heb je goed gedaan!

  48. werkblad 12

  49. Waar zie je Tijs?

  50. dat is goed! zoemmmmm …

More Related