80 likes | 302 Views
jeans. Hij draagt een nieuwe spijkerbroek! Ik vind hem leuk! He’s wearing a new jeans! I like it ! He’s wearing new jeans. I like them !. shorts. Kijk eens naar die korte broek. Hij is erg kort he? Look at that shorts. He is very short, isn’t he?
E N D
jeans Hij draagt een nieuwe spijkerbroek! Ik vind hem leuk! He’swearing a new jeans! I likeit! He’swearing new jeans. I likethem!
shorts Kijk eens naar die korte broek. Hij is erg kort he? Look at that shorts. He is very short, isn’t he? Look at those shorts. They are very short, aren’tthey?
panties Deze onderbroek was erg duur. Thispanties was veryexpensive. These pantieswereveryexpensive.
stockings / tights Deze panty is zwart. Thistights is black. These tights are black.
(sun)glasses Waar is mijn bril? Ik kan hem niet vinden. Where is myglasses? I can’tfind it. Where are myglasses? I can’tfindthem.
Grammar 1 chapter 7 Woorden die in het Engels altijd meervoud zijn (in het Nederlands niet): spijkerbroek = jeans (lange) broek = pants / trousers korte broek = shorts onderbroek = panties boxershorts = boxers panty = stockings / tights legging = leggings pyjama = pyjamas DUS alles wat je om je twee aparte benen doet (een rok dus niet!!!) Naast kledingstukken zijn ook deze dingen altijd meervoud in het Engels: bril = glasses zonnebril = sunglasses schaar = scissors
Grammar 1 chapter 7 Let op bij het vertalen van een zin: een bril = glasses Heb jij een bril? = do you have glasses? Ik kan hem niet vinden = I can’tfindthem. DUS alle woorden in de zin die verwijzen naar ‘bril’ moet je ook in het meervoud zetten!!!