150 likes | 338 Views
Hoofdstuk 1 Om te beginnen. 1.1 Waar gaat NaSk over?. Er zijn 3 natuurwetenschappen: biologie, natuurkunde en scheikunde. natuurkunde: geluid, kracht, electriciteit, licht, beweging, enz. scheikunde: Stoffen en hun reacties. biologie. Huiswerk voor de volgende les: Hoofdstuk 1.1
E N D
1.1 Waar gaat NaSk over? Er zijn 3 natuurwetenschappen: biologie, natuurkunde en scheikunde natuurkunde: geluid, kracht, electriciteit, licht, beweging, enz. scheikunde: Stoffen en hun reacties biologie
Huiswerk voor de volgende les: Hoofdstuk 1.1 Vragen 1 t/m 4
1.2 Meten is weten ZINTUIGEN voelen ruiken zien proeven horen
Hoofdstuk 1.3 Massa (gewicht) In de natuurkunde kun je de massa (m) van een voorwerp meten met een balans of een bovenweger. Kilogram is een eenheid van massa. balans bovenweger Heeft lucht massa?
Dit moet je weten!! kg hg wereldrecord 263 kg dag Elk trapje omhoog: delen door 10 gram dg 1 ton = 1000 kg cg Elk trapje omlaag: keer 10 mg olifant: 4 ton Blauwe vinvis 160 ton
Hoofdstuk 1.4 Volume en inhoud Hi, ik ben Newton. Volume (V) is de hoeveelheid ruimte die een voorwerp inneemt. De eenheid is kubieke meter (m3). Bij vloeistoffen gebruiken we de liter (L) als eenheid. Volume = lengte x breedte x hoogte dit is een blokje van 1dm x 1dm x 1dm = 1 dm3 dit is een blokje van 3 dm x 1dm x 1 dm = 3 dm3 dit is een blokje van 3dm x 3dm x 3 dm = . dm3 dit is een blokje van 3dm x 3dm x 3 dm = 27 dm3
In een bak van 1 kubieke decimeter (1 dm x 1dm x1 dm) past precies 1 liter Het meisje zit in een bak van 1m x1mx1m = 1 m3 Hoeveel blokjes van 1 dm3 passen precies in de bak? 10 x 10 x 10 = 1000 blokken Hoeveel liter water is dat? 1 blok = 1 dm3 1 dm3 = 1liter dus, 1000 blokken = 1000liter
Bereken het volume (inhoud) Denk aan de berekening en juiste eenheid luciferdoosje: lang 7cm, breed 5cm, hoog 2 cm Volume luciferdoosje: 7 x 5 x 2 = 70 cm3 klaslokaal: lang 7m, breed 6 m, hoog 2,5 m Volume luciferdoosje: 7 x 6 x 2,5 = 105 m3 flatgebouw: lang 60 m, breed 30 m, hoog 40 m Volume flatgebouw: 60x 30 x 40 = 72000 m3
Hoofdstuk 1.5 Het maatglas Van veel voorwerpen kun je het volume niet met een som berekenen. Maar je kunt het wel meten met een maatglas Je kunt op het maatglas zien hoeveel het waterpeil is gestegen. Je weet nu het volume van de steen.
Hoofdstuk 1.5 Het maatglas Hoe groot is het volume? Schrijf de berekening op. 68 ml 73 cl 50 cl 42ml 68 – 42 = 26 cl 68 – 42 = 26 dl 73 – 50 = 23 cl
probleempje …… ? Olievat helemaal gevuld met 30 liter olie. Hoe hoog wordt het niveau als het volle olievat in de bak is gedaan ? 84 L 50 L De inhoud van het vat is 30L. Dat is de binnenkant. Maar de wand van het vat neemt ook ruimte in. Daarom is het waterniveau 34L.