110 likes | 259 Views
Hoofdstuk 1. Paragraaf 2 deel 1. 1.2 De Eerste Wereldoorlog (1914-1918). De directe oorzaak (aanleiding) van de Eerste Wereldoorlog:
E N D
Hoofdstuk 1 Paragraaf 2 deel 1.
1.2 De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) De directe oorzaak (aanleiding) van de Eerste Wereldoorlog: • In 1914 werd de troonopvolger van het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije, aartshertog Frans-Ferdinand, samen met zijn vrouw in Sarajewo (Bosnië) vermoord door Servische nationalisten. • Als reactie op de moord stelde Oostenrijk-Hongarije een ultimatum aan Servië. Toen Servië op dit ultimatum niet reageerde verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië (28 juli 1914). Doordat veel Europese landen verbonden waren door middel van bondgenootschappen (Tripple Entente en de Triple Alliantie) werden binnen enkel dagen veel Europese landen bij deze oorlog betrokken.
Dieper liggende oorzaken • 1) Nationalisme in de Europese staten In de 19e eeuw was het nationalisme sterk gegroeid. Daardoor werden andere landen snel als concurrenten gezien. Nationalisme is het streven van een volk naar een eigen nationale staat. Enkele voorbeelden: • a) Slavische volken op de Balkan streefden naar een eigen staat.; • b) Frankrijk wilde van Duitsland Elzas-Lotharingen terug dat het in de verloren oorlog met Duitsland (1870-1871) aan Duitsland af had moeten staan. • c) Duitsland wilde een ‘grote plaats onder de zon’. Dat wil zeggen het maakte aanspraak op koloniën. Andere landen b.v. Engeland en Frankrijk hadden die wel. • 2) Bestaan van verschillende bondgenootschappen • Tegen het einde van de 19e eeuw sloten veel staten bondgenootschappen met één of enkele andere staten. Dat deed men omdat men dacht dat bondgenootschappen de kans op een oorlog zouden verkleinen: geen land zou dan een oorlog durven te beginnen. Maar in 1914 bleek die gedachte niet te kloppen. Het ene land sleepte de bondgenoot mee in de oorlog.
Wat veranderde in de Eerste Wereldoorlog in de oorlogvoering? • 1) De eerste oorlog die een wereldoorlog kon worden genoemd In de Eerste Wereldoorlog werd vooral in Europa gevochten. Buiten Europa werd gevochten in het Midden-Oosten en in Zwart-Afrika. De koloniën vochten mee aan de kant van de moederlanden. De militaire kerkhoven in Europa geven daar nog getuigenis van af. Ook werd er gevochten op de Atlantische Oceaan en Stille Oceaan en de Noordzee. • 2) Industriële oorlog op veel grotere schaal dan tevoren met nieuwe en verbeterde wapens Omdat er veel wapens moesten worden gemaakt werd de industrie ingeschakeld. Wapens werden nu in massaproductie gemaakt. Voor het eerst werden ook chemische wapens gebruikt. Eerst chloorgas door Duitsland bij Ieper in april 1915. In 1917 kwamen daar nog bij fosgeen- en mosterdgas. Maar er was bij het gebruik ook een risico omdat als de wind draaide de eigen troepen zelf ook slachtoffer konden worden. Naast de vlammenwerper werden voor het eerst ook tanks gebruikt. Het eerste door de Engelsen, in 1916 bij de slag aan de Somme in Noord Frankrijk. Wat toen nog niet leidde tot het einde van de loopgravenoorlog. Bij de oorlogvoering speelde vrachtauto’s, telefoon en duikboten een grote rol. Vooral doordat Duitsland het duikbootwapen inzette gingen als onbedoeld gevolg de Verenigde Staten ook deelnemen aan de Eerste Wereldoorlog(1917), nadat Amerikaanse burgers en schepen het slachtoffer werden van Duitse onderzeeboten.
Wat veranderde in de Eerste Wereldoorlog in de oorlogvoering? 3) Nieuwe tactiek: de loopgravenoorlog • De hoop van de Duitsers zowel aan het Westfront als aan het oostfront de oorlog snel te kunnen beslissen kwam niet uit. De vuurkracht van de tegenstanders was te groot. Om de verliezen te beperken groef men zich in loopgraven in. Zowel aan het Oostfront en Westfront ontstonden zo honderden km aan loopgraven. De slagen bij Verdun en aan de Somme betekende niet dat een van de partijen gebied veroverde. Zie kaartjes • Toen de uitputtingsslag geen succes leek gingen de strijdige partijen over op de mobiele tactiek (snelle overvallen op kleine schaal met lichte wapens, ondersteund door artillerievuur tanks, pantserwagens en vliegtuigen). 4) Veel meer propaganda • Ook nu brachten alle partijen zichzelf in de propaganda als verdedigers van het goede. Volgens iedere partij stond God aan haar zijde. In vorige oorlogen organiseerden politieke leiders de propaganda van bovenaf en in Duitsland bleef dat zo. Bij de Geallieerden werd de propaganda van beneden af het belangrijkst.
Wat veranderde in de Eerste Wereldoorlog in de oorlogvoering? 5) Betere medische zorg voor de soldaten • De Eerste Wereldoorlog was de eerste oorlog waarin meer soldaten stierven als gevolg van oorlogswonden dan als gevolg van ziekten opgedaan in het leger. Naast de betere medische zorg kwam dat ook doordat in de 19e eeuw belangrijke ontdekkingen waren gedaan in de medische wetenschap. Soldaten werden nu ingeënt tegen tyfus en tetanus. 6) De eerste totale oorlog • Met een totale oorlog wordt een oorlog bedoeld waarbij alle bewoners van een oorlogvoerende staat betrokken worden. In de Eerste Wereldoorlog kregen voor het eerst alle mensen in de oorlogvoerende staten met de oorlog te maken. • Alle jongemannen moesten hun dienstplicht vervullen(in Engeland had men een vrijwillegersleger); massale legers bevochten elkaar. • Talloze mannen en vrouwen werkten in fabrieken die de soldaten moesten bevoorraden. • Voedsel en andere producten gingen vaak op de bon. • De massapers en bioscoopfilms stonden in het teken van de propaganda • Het aantal slachtoffers was massaal. Op een bevolking van 40 miljoen Fransen werden meer dan 8 miljoen Fransen opgeroepen om in het leger te dienen. Daarvan werd bijna 60% gewond of gedood. In elk dorp of stad in Frankrijk is dan ook een oorlogsmonument te vinden.
De Eerste Wereldoorlog heeft naast nieuwe ook oude kenmerken • 1) Economische oorlogvoering ook nu belangrijk Omdat Engeland en Frankrijk koloniën hadden had men een groot voordeel op Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. Daardoor hadden ze meer soldaten, grondstoffen en producten ter beschikking. Duitsland werd ook getroffen door de economische blokkade van de Engelse marine. • 2) Oude wapens hebben de meest vernietigende invloed In de Russisch-Japanse oorlog (1904-1905) veroorzaakte de artillerie 10% van de slachtoffers. In de Eerste Wereldoorlog werd dat 70%. Men vuurde enorme hoeveelheden munitie op elkaar af. Het landschap bij Verdun is er nog steeds door getekend.
3) Zijn de leiders slagers of ezels? • Door de grote verliezen die er werden geleden noemde men de generaals wel slagers of ezels. De Franse troepen verloren in de eerste weken 300.000 soldaten. Later in de slagen bij Ieper en Verdun sneuvelden honderdduizenden. Verdun kostte aan 350.000 Fransen het leven en waarschijnlijk evenveel Duitsers.. In totaal sneuvelden er 8 miljoen soldaten en raakten er 21 miljoen gewond. De generaals waren niet voorbereid op een loopgravenoorlog.
Gevolgen van de oorlog • Naast het feit dat miljoenen soldaten het leven verloren of gewond raakten werd de burgerbevolking ook zwaar getroffen. • De kaart van Europa verandert grondig • Grote verbittering onder de Duitse bevolking : De Duitse bevolking vond de bepalingen van het verdrag van Versailles onrechtvaardig. Duitsland moest naast het afstaan van gebieden o.a Elzas Lotharingen aan Frankrijk, Eupen-Malmedy aan België en Silezié aan Polen ook alle oorlogsschade betalen terwijl het zich niet als enige schuldig voelde. De schadevergoeding was zo hoog dat men tot 1980 zou moeten betalen. Andere volken kregen zelfbeschikkingsrecht (in Europa), maar de Duitsers niet. ook mocht men geen leger hebben.