1 / 35

Hoofdstuk 5: Kerkhervorming

Hoofdstuk 5: Kerkhervorming. Reformatie: hervorming door afscheuring Katholieke Hervorming: Interne Hervorming Contrareformatie: Katholiek antwoord op reformatie. I. Maarten Luther. 1. Luthers innerlijke worsteling. Hervorming en scheuring Student en scrupulant

hedia
Download Presentation

Hoofdstuk 5: Kerkhervorming

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Hoofdstuk 5: Kerkhervorming Reformatie: hervorming door afscheuring Katholieke Hervorming: Interne Hervorming Contrareformatie: Katholiek antwoord op reformatie

  2. I. Maarten Luther

  3. 1. Luthers innerlijke worsteling Hervorming en scheuring Student en scrupulant • Eisleben, Maagdenburg (broeders gemene leven), Eisenach (Latijnse school), Erfurt (universiteit). • bekering: augustijner eremiet te Erfurt: streng. 1505 • priester gewijd. 1507 • volmaaktheid is niet te bereiken: besef van zondigheid: ‘scrupulant’. • “hoe vind ik een genadige God?”: nooit voldoende goede werken. Rechtvaardiging door het geloof • professor te Wittenberg. 1512 • Paulus: passieve gerechtigheid: God niet actieve rechter, maar schenkt ons gerechtigheid: gave: GENADE: onverdiend geschenk voor wie zich in gelovig vertrouwen aan God overgeeft. • ontdekking van de rechtvaardiging solafide. • Disputatie tegen de scholastieke theologie: 1517 • Vervreemd van Bijbel. • Rechtvaardiging is te ‘koop’.

  4. 2. De strijd over de aflaat en de breuk met Rome Aflaathandel • Kwijtschelding straffen (ook doden uit vagevuur). • Leo X: jubileumaflaat: nieuwbouw St.-Pieter. • Albrecht van Brandenburg: schulden. • Johannes Tetzel. Luther in verzet • Oprecht berouw en boete overbodig. • 31 oktober 1517: 95 stellingen over de aflaat. • Symbolisch begin van de Reformatie. • Wijst aflaat zelf niet af, wel misbruiken. • Bisschoppen klagen hem aan in Rome, dominicanen ook. Groeiende verwijdering • Cajetanus; gesprek in Augsburg. Disputatie te Leipzig: 1519 • AndreasBodensteinvonKarlstadt tegen Johannes Eck. • Concilie van Konstanz fout in veroordeling Jan Hus: • Jan Hus = evangelie: boven concilie! • formulering van het solaScriptura-principe. • Schrift alleen, en niet kerkelijke traditie als norm. • Philip Melanchthon: bijbels humanist.

  5. 2. De strijd over de aflaat en de breuk met Rome De geschriften van 1520 • Aan de christelijke adel van de Duitse natie Rol van vorsten bij hervorming; appel van concilie. • Praeludium over de Babylonische gevangenschap van de kerk Slechts drie sacramenten: doop, avondmaal, (biecht). • Over de vrijheid van een christenmens Overgegeven aan Christus: niet meer aan wetten gebonden.

  6. 3. Worms, Wartburg, woelingen Luther in de ban Karel V wordt keizer in 1519. 1520: Pauselijke bul Exsurgedomine. 3 januari 1521: Luther verbrandt bul. april 1521: Ban uitgesproken door paus. 26 mei 1521: Rijksdag te Worms: ‘hier sta ik, ik kan niet anders’. Edict van Worms. Incognito op de Wartburg: 1522 ‘Ontvoerd’ door keurvorst Frederiek de Wijze. Kleinere werken, o.m. over Magnificat. Septemberbijbel: NT (Erasmus’ editie). Later: 1534: volledige Deutsche Bibel.

  7. 3. Worms, Wartburg, woelingen Woelingen in Wittenberg: radicalisme! • Karlstadt tegen het kloosterleven. • Karlstadt: kerstnacht eerste ‘Duitse mis’. • Profeten van Zwickau: slopen altaren en heiligenbeelden. • Luthers Invocavitpreken tegen de dwepers: rust terug. De tragedie van de Boerenoorlog • Boerenopstanden in Zuid- en Midden-Duitsland: vrijheid. • Thomas Münzer. • Luther: Tegen de rovende en moordende benden van boeren. • Vreest schade voor reformatie. • Vertrouwt op vorsten. 1521 1522 1524-1525 1525

  8. 3. Worms, Wartburg, woelingen Landskerken en ‘noodbisschoppen’ keerpunt in Luthers ontwikkeling • De kerk wordt afhankelijk van de staatsmacht. • Vorsten als ‘noodbisschoppen’ (niet altijd ‘nobele’ doeleinden). • Kerkorganisatie: • Landskerken. • Superintendenten; consistorie: staatsambtenaren.

  9. SchemaInnerlijke dynamiek in de hervorming van Maarten Luther De theologie van de Reformatie breidt zich uit over steeds nieuwe domeinen van de geloofsleer Rond 1516: Luther krijgt bij zijn bijbelcursus inzicht in het principe van zijn rechtvaardigingsleer: God richt zich niet tot de mens met de eis van werken ter zelfrechtvaardiging, maar maakt in zijn barmhartigheid de mens deelachtig aan de gerechtigheid. 1517: Luther past dit principe toe op de aflatenpraktijk van Tetzel in Noord-Duitsland; hij fundeert zijn afwijzing ervan in de 95 stellingen echter niet polemisch, maar theologisch. 1518: Luther verdiept de kritiek op de aflaten en trekt tegelijk het gezag van de kerk en haar hoofd inzake grondvragen over de bijbelse boodschap in twijfel. Hij erkent de autoriteit van de paus alleen in zuiver kerkelijk-organisatorische kwesties. 1519: Leipziger disputatie: Luther bestrijdt eveneens de onfeilbaarheid van de kerkelijke concilies en kiest partij voor de hussitische leerstellingen. 1519: Verhoor door Cajetanus: Luther weigert zijn leer te herroepen en verwijst daarbij naar de gebondenheid van het geweten door de Heilige Schrift. 1520: “An den christlichen Adel”: Luther verdedigt het algemene priesterschap van alle gelovigen, en hierbinnen wijst hij aan de wereldlijke vorsten als zijn medechristenen hervormingstaken toe. Elke dogmavorming van de kerk moet binnen de grenzen van klare Schriftuitspraken blijven en desnoods gecorrigeerd worden. 1520: “De captivitate”: Luther valt de katholieke sacramentenleer aan. De genade heeft een woordstructuur, sacramenten zijn slechts begeleidende tekenen voor het in ieder geval tegelijk noodzakelijke geloof. Er zijn slechts twee echte sacramenten. 1521 : Worms en Wittenberg: definitieve verwerping niet alleen van de ambtsstructuur van de bestaande kerk, maar ook van haar kerkrecht en van het monnikenwezen. Weigering van de herroeping voor de kerk en de rijksstanden zonder duidelijke weerlegging uit de Heilige Schrift. 1522: Het Duitse Nieuwe Testament als basis voor de oriëntering van de gemeente. Christus alleen is de kern van de Heilige Schrift. 1523: Eerste reformatorische “ordes” voor eredienst en gemeente-opbouw. Discussies van Luther met de dwepers (Karlstadt, Münzer, e.a.) en wederdopers wijzen op het gevaar van een mogelijke radicalisering van zijn beweging en het verlies van de theologische grondprincipes door ongeoorloofde simplificaties.

  10. SchemaInnerlijke dynamiek in de hervorming van Maarten Luther Keerpunt door de schok van de Boerenoorlog Vanaf 1525: vanaf de tijd van de boerenopstand keert Luther terug naar conservatieve theologische opvattingen, diep geschrokken door de schijnbaar chaotisch-dweperige uitwerkingen van zijn theologische uitspraken op veel ontevreden groeperingen onder het volk en de christenheid. Het verstarringsproces van de Lutherse hervormingsbeweging begint 1525: Met zijn geschriften over de boerenoorlog verliest Luther de steun van het volk, maar daartegenover wint hij de vorsten voor zijn zaak. 1526-27: Luther ondersteunt de visitatie door de landsheren van de hervormde gemeenten en schept met de “Duitse mis” een nieuw orde van de eredienst. Verwerking van katholieke misteksten. 1527-29: Discussie met Zwingli over het Avondmaal. In plaats van het tekenkarakter staat voor Luther nu de werkelijke tegenwoordigheid van de elementen op de voorgrond. Marburger godsdienstgesprek zonder overeenstemming. 1529: Kleine en grote catechismus, doop- en huwelijksboekjes: vaste ordes voor de eredienst en scholarisering van de geloofsinhouden. 1530: “Confessio Augustana” als eerste hoogtepunt van protestantse belijdenisvorming. Het verstarringsproces van de tot dan toe aanstekelijke reformatietheologie begint. De reformatie wordt een zaak van vorsten en aldus in politiek zin omgevormd. 1545: Luthers anti-joodse geschriften, een terugval in middeleeuws antisemitisme na een aanvankelijk gunstige toenadering tot de joden. Met onbegrip verzet Luther zich tegen hun “woeker” (rente- lening) op theologisch-biblicistische gronden en zonder inzicht in de burgerlijke economische ontwikkelingen, en hier toont hij dan ook onmiskenbaar zijn gebondenheid aan het middeleeuwse denken van zijn tijd.

  11. 4. Polarisatie en uitbouw Luther en Erasmus • Objectieve overeenkomsten: - Schriftprincipe. - Kerkkritiek. • Karakterverschillen: - Erasmus’ verzoeningsbereidheid. - Luthers onstuimigheid. • Inhoudelijke verschilpunten: - Erasmus’ humanistische geloof in de mogelijkheden van de mens. - Luthers nadruk op ‘s mensen fundamentele zondigheid.

  12. 4. Polarisatie en uitbouw Politieke fronten • Karels onmacht om Rijksban af te dwingen: - Onafhankelijke Duitse vorstendommen. - Vijanden van buitenaf: Frankrijk, een Fransgezinde paus, de Turken. • Tweede helft jaren ’20: keizer aan winnende hand: Slag bij Pavia (1525) & ‘SaccodiRoma’ (1527). • Rijksdag te Spiers: katholieken willen reformatie onderdrukken. <- ‘Protestation’ van hervormingsgezinde vorsten (1529) • Rijksdag te Augsburg (1530): Lutheranen: ConfessioAugustana(Melanchton) - gematigd. - nadruk op gemeenschappelijke. - Karel weigert te luisteren. • Verbond van Schmalkalden Lutheranen (1531). Wapenstilstand van Neurenberg (1532) = tolerantie van reformatie.

  13. DocumentDe Confessie van Augsburg(1530) IV. Over de rechtvaardiging Ook wordt geleerd, dat de mensen zich tegenover God niet kunnen rechtvaardigen door hun eigen krachten, verdiensten of werken, maar dat ze door genade gerecht-vaardigd worden vanwege Christus, door het geloof, omdat ze geloven dat ze uit genade geaccepteerd worden en dat de zonden vanwege Christus vergeven worden, die door zijn dood genoegdoening verschafte voor onze zonden. Dit geloof ziet God aan als gerechtigheid tegenover Hem, Romeinen 3 en 4. IX. Over de doop Over de doop wordt geleerd, dat die noodzakelijk is voor het heil, en dat door de doop Gods genade aangeboden wordt. Ook wordt geleerd dat kinderen gedoopt moeten worden, en dat zij door die doop aan God aangeboden en door Hem in genade ontvangen worden. Vervloekt worden de anabaptisten, die de kinderdoop verwerpen, en ervan overtuigd zijn dat kinderen zonder doop gered worden. X. Over de maaltijd van de Heer Over de maaltijd van de Heer wordt geleerd, dat lichaam en bloed van Christus waarlijk aanwezig zijn en uitgereikt worden aan degenen die deelnemen aan het avondmaal. Verworpen worden degenen die een andere leer aanhangen.

  14. DocumentDe Confessie van Augsburg(1530) XI. Over de biecht Over de biecht wordt geleerd, dat de persoonlijke absolutie in de kerken gehandhaafd moet worden, hoewel het bij de biecht niet noodzakelijk is dat alle overtredingen opgesomd worden. Dat is immers onmogelijk, zoals de psalm zegt: “Wie kent de overtredingen?” (Psalm 19:13). XII. Over de boete Over de boete wordt geleerd, dat zij die na de doop zondigen, te allen tijde vergeving van zonden krijgen, als zij zich bekeren. En er wordt geleerd dat de kerk aan degenen die boetvaardig terugkeren, vergeving moet schenken. Het wezen van de boete bestaat uit deze twee delen: het ene is het berouw of de angst van het geschokte geweten, dat de zonde erkent. Het andere eist het geloof, dat door het evangelie of de absolutie geschonken wordt. Dat geloof vertrouwt erop dat vanwege Christus de zonden vergeven worden, en het geweten getroost en van angsten bevrijd wordt. Dan moeten de goede werken volgen, die de vrucht van de boete zijn. Vervloekt worden de anabaptisten, die ontkennen dat degenen die eenmaal gerechtvaardigd zijn de Heilige Geest kunnen verliezen. Ook worden degenen vervloekt die beweren, dat de gerechtvaardigden in dit leven een zodanige volmaakt-heid bereiken, dat zij niet kunnen zondigen. Tevens worden de novatianen vervloekt, die weigeren om degenen, die na de doop gezondigd hebben en boete doen, absolutie te geven. Ook worden diegenen verworpen, die niet leren dat de vergeving van zonden door het geloof verkregen wordt, maar die ons opdragen de genade door onze genoegdoeningen te verdienen.

  15. 4. Polarisatie en uitbouw Groei en stabilisatie • Uitbreiding in vele Duitse vorstendommen en Scandinavië. (Johannes Bugenhagen) • Consolidatie door Luther vanuit Wittenberg: - Briefwisseling (Briefe). - Bezoeken thuis (Tischreden) met Katherina van Bora als gastvrouw. - Duitse Mis, doopboekje (1526), trouwboekje (1529). - Kleine en Grote catechismus (1529). - Preken en kerkliederen.

  16. II. Reformatie

  17. 5. HuldrichZwingli, de stadshervormer van Zürich

  18. 5. HuldrichZwingli, de stadshervormer van Zürich Humanist en stadshervormer te Zürich • Bijbelhumanisme & groeiende kritiek op kerkelijke gebruiken ‘Worsten eten tijdens de vasten’ (1522). Laat aflaatprediker uit stad zetten. Vraagt vrije prediking en opheffing celibaat. • Prediker in dienst van het Züricher stadsbestuur: - Twee openbare disputaties (1523): (1) Alleen de prediking van het zuivere evangelie. (2) Verwijdering van de beelden uit de kerken en afschaffing van de katholieke mis. - Eerste evangelische avondmaal op Witte Donderdag (1525). - Verbod op verering van relieken, houden van processies, gebruik van het orgel, zingen van niet-bijbelse gezangen, toediening van vormsel en ziekenzalving. • Vergeestelijkt christendom. • Stadsbestuur werd verantwoordelijk voor onderwijs, huwelijk, armenzorg.

  19. 5. HuldrichZwingli, de stadshervormer van Zürich Strijd over het avondmaal • Avondmaal: “Dit betekent mijn lichaam”. • Christus is niet werkelijk tegenwoordig. • Een verwijzing naar Christus en herinnering aan Laatste Avondmaal & intentieverklaring van de vierende gemeente. • Godsdienstgesprek te Marburg met lutheranen. (1529) • Luther: praesentiarealis van Christus in Eucharistie. • Opgevolgd door HeinrichBullinger.

  20. 6. Johannes Calvijn (Genève) en het gereformeerd protestantisme

  21. 6. Johannes Calvijn en het gereformeerd protestantisme Aristocraat en jurist – humanist en hervormer • Aristocratische afkomst. • Studie rechten & vorming als humanist. • Bekeringservaring Parijs (1533): openingstoespraak rector Nicolas Cop aan Universiteit Parijs. • Bazel (1535-36): Institutioreligionischristianae (1536) of: Institutie (1559)  systematische samenvatting gereformeerde leer.

  22. 6. Johannes Calvijn en het gereformeerd protestantisme Felle start in Genève (1536-38) • Tweede predikant, op uitnodiging van GuillaumeFarel. 1536 • Stad had gezag bisschop en hertog v. Savoie afgezworen. • Implementatie van gereformeerde gedachtegoed en levensstijl - geloofsbelijdenis, door iedereen te ondertekenen. - strenge kerkelijke tucht en moraal, door ouderlingen gecontroleerd. • Ongenoegen over dit strenge regime  uitwijzing Calvijn en Farel 1538.

  23. 6. Johannes Calvijn en het gereformeerd protestantisme Intermezzo in Straatsburg (1538-41) • Ontmoeting met Martin Bucer, een man van het midden. • Theologisch werk: - Verdere bewerking van de Institutie. - Commentaren op de Bijbelboeken. - Vertaling en compositie van Franse Psalmen. - Theologie van de kerkelijke ambten. • Huwelijk met Idelette de Bure. 1540

  24. 6. Johannes Calvijn en het gereformeerd protestantisme Terug in Genève (1541-64) • Nieuw stadsbestuur roept Calvijn terug naar Genève. 1541 • Implementatie van een nieuwe kerkorde: - Ordonnancesecclésiastiques. - Vier kerkelijke ambten: pasteurs, docteurs, ouderlingen, diakens. - Een presbyteriale kerkorde. • Kerktucht en strikte controle. • Sobere eredienst: 1542 - Sober kerkinterieur. - Schriftlezing, prediking en zang (zonder kerkorgel). - 4 x per jaar Avondmaal. • Catechismus van Genève & Heidelbergse catechismus 1563

  25. St.-Pieter kathedraal in Genève:Romaans-Gothische kerk waar Calvijn alle decoratie liet verwijderen.

  26. 6. Johannes Calvijn en het gereformeerd protestantisme De ‘Inquisitie van Calvijn’: verbanningen en executies. • Theocratie en bijhorende repressie • Sebastiaan Castellio uit de stad verdreven 1544 wegens te vrijzinnig commentaar op Hooglied • Heksenprocessen 1545 • Hieronymus Bolsec verbannen 1551 wegens kritiek op Calvijns predestinatieleer • Michael Servet als ketter verbrand 1553 wegens ontkenning van drie-eenheid en goddelijkheid van Christus

  27. 6. Johannes Calvijn en het gereformeerd protestantisme De uitstraling van Genève • Met de Zwitserse reformatoren: Consensus Tigurinus 1549 Over de Avondmaalleer: - geen werkelijke tegenwoordigheid van Christus, maar meer dan enkel symbolisch. - gelovigen hebben wel degelijk communie met de verheerlijkte Christus, zij het onder bemiddeling van de H.-Geest • In Frankrijk: missionarisen. • Via Theologische Academie in Genève 1559 - John Knox Schotland 1560 - Marnix van St.-Aldegonde  Nederlanden - Onder leiding van Theodore Beza

  28. 6. Johannes Calvijn en het gereformeerd protestantisme Voorbeschikking en heiliging • Grote nadruk op Gods almacht en soevereiniteit en almacht. • Dubbele predestinatie of voorbeschikking: - God heeft van alle eeuwigheid af bepaald wie gered zullen worden. - God heeft van alle eeuwigheid af bepaald wie verdoemd zullen worden. • Wie standvastig gelooft in Gods Woord - een onverdiende gave Gods - mag weten dat hij uitverkoren is • Het geloof moet zich uitdrukken in een goed christelijk leven: geloof moet vruchten dragen.

  29. DocumentJohannes Calvijn over de predestinatie Institutie III, 21, 1: Nu wordt echter het verbond van het leven niet bij alle mensen op gelijke manier gepredikt en bij hen, bij wie het gepredikt wordt, ontvangt het niet op gelijke wijze noch voortdurend dezelfde aanvaarding. In deze verscheidenheid treedt de wonderlijke hoogheid van Gods oordeel aan het licht. Er is geen twijfel, dat dit verschil in dienst staat van het besluit van Gods eeuwige verkiezing. Want wanneer het duidelijk is, dat het Gods wil is, dat aan sommigen de zaligheid zo maar wordt aangeboden terwijl de toegang tot het heil voor anderen gesloten blijft, ontstaan hier vanzelf grote moeilijke vragen die op geen andere manier verklaard kunnen worden, dan wanneer de vrome harten ten aanzien van de verkiezing en de predestinatie zeker weten, wat zij behoren te weten. ... Voordat ik tot de zaak zelf overga moet ik met twee soorten mensen op tweeërlei manier spreken. De uiteenzetting van de predestinatie wordt, ofschoon zij op zichzelf al moeilijk genoeg is, nog eens zeer ingewikkeld gemaakt en zelfs gevaarlijk, door de nieuwsgierigheid van de mensen. Deze nieuwsgierigheid laat zich door geen enkele beperking weerhouden om langs verboden omwegen rond te dwalen en in de hoogte door te dringen. En als het kon zou ze geen enkele verborgenheid aan God overlaten, die zij niet zou onderzoeken en naspeuren. We zien dat heel veel mensen altijd maar weer zich op deze vermetelheid en onbeschaamdheid storten. Onder hen zijn er ook die op zichzelf niet verkeerd zijn. Maar zij moeten er op tijd aan herinnerd worden wat in dit opzicht hun plicht is. In de eerste plaats moeten zijn er aan denken dat wanneer zij de predestinatie onder-zoeken, zij binnendringen in de verborgen heiligdommen van de goddelijke wijsheid. Hij die daar lichtzinnig en brutaal doorbreekt, zal niets verkrijgen, waarmee hij zijn nieuwsgierigheid kan verzadigen. Hij zal een doolhof binnentreden waarvan hij geen enkele uitgang zal vinden. Immers het is niet passend, om de verhevenheid van zijn wijsheid, waarvan Hij wilde dat zij aangebeden en niet dat zij begrepen zou worden, zelfs vanaf de eeuwigheid te ontvouwen. Zij moet door zichzelf voor ons bewonderenswaard zijn. De verborgenheden van zijn wil, waarvan Hij besloot ze aan ons te openbaren, heeft Hij door zijn Woord ons voor ogen gesteld. En Hij nam dit besluit voor zover Hij voorzag dat het in ons belang en tot ons nut zou zijn.

  30. DocumentJohannes Calvijn over de predestinatie Institutie III, 21, 5: Niemand die voor vroom gehouden wil worden waagt het om eenvoudig de predestinatie te ontkennen, waardoor God sommigen tot de hoop op het leven aanneemt en anderen tot de eeuwige dood verwijst. Maar men wikkelt haar wel in in veel spitsvondigheden en wel vooral zij doen dit, die de voorwetenschap de oorzaak ervan maken. Nu stellen wij beide ook in God, maar het zou verkeerd zijn wanneer wij de ene aan de andere zouden onderwerpen. Wij kennen God voorwetenschap toe en wij bedoelen daarmee dat alles altijd onder zijn ogen geweest is en ook voortdurend blijven zal. Voor zijn kennen is niets toekomstig of verleden tijd, maar alles is tegenwoordig en wel op die manier tegenwoordig, dat Hij zich de dingen niet maar op grond van gedachten voorstelt, zoals bij ons de dingen ons voor de geest staan, waaraan het geheugen een herinnering bewaart, maar Hij aanschouwt ze werkelijk en Hij neemt de dingen waar zoals ze voor Hem geplaatst zijn. En deze voor-wetenschap strekt zich uit over de gehele gang van de wereld en over alle schepselen. Predestinatie noemen wij het eeuwig besluit, waardoor Hij bij zichzelf heeft vastgesteld, wat Hij wilde dat van een ieder mens zou worden. Want zij worden allen niet onder dezelfde voorwaarde geschapen. De een wordt voor het eeuwig leven, de ander voor de eeuwige verdoemenis voorverordineerd. En daarom: gelijk iemand geschapen is voor het ene of voor het andere doel, zo zeggen wij, dat hij óf voor het leven, óf voor de dood is voorbestemd... [Uit: Teksten uit de Institutie van Johannes Calvijn. Gekozen, vertaald en ingeleid door W. van ’t Spijker (Sleutelteksten in godsdienst en theologie, 3), Delft, Meinema, 1987, p. 169-172]

  31. 7. De Radicale Reformatie Ingrediënten van de Radicale Reformatie: • Afwijzing van kinderdoop & optie voor het geloofsdoopsel. • Afwijzing van privébezit & prediking van het sociale evangelie. • Relativering van de uiterlijke kerk en haar sacramenten & optie voor een christelijk leven onder rechtstreekse inspiratie van de Geest.

  32. 7. De Radicale Reformatie Spiritualisten en dwepers • Relativering van de uiterlijke kerk & christelijk leven onder rechtstreekse inspiratie van de Geest. • AndreasBodensteinvonKarlstadt. • Gecombineerd met het sociale evangelie ook bij Thomas Münzer. • Relativering van het uiterlijke Woord van God in de bijbel bij Sebastiaan Franck. • KasparSchwenkfeld.

  33. De 7. De Radicale Reformatie De doperse beweging • Zürich: aanhangers van het geloofsdoopsel tegen Zwingli in. • Vervolging van de doperse beweging door Zwingli. 1525-26 • Straatsburg: Melchior Hoffman predikt geloofsdoop en de spoedige komst van de eindtijd. • Vanuit Emden verspreidt Hoffman de doperse beweging en de apocalyptische spanning in de Nederlanden. • Münster: duizendjarig rijk o.l.v. Jan Matthijs, Jan Beukels, Jan van Leiden: gemeenschap bezit en polygamie. 1534 • Experiment bloedig onderdrukt. 1535

  34. 7. De Radicale Reformatie Menno Simons en de ‘stillen in den lande’ • Menno Simons (1496-1561). • Wedergeboorte door het geloof  geloofsdoopsel. • Pacifisme tegen Münster & wereldmijding. • Nadruk op de navolging van Christus volgens het evangelie. • Fundamentboek 1539-40 o.a. Jezus had niet het vlees van Maria aangenomen, maar meegenomen uit hemel. • Strenge toepassing van de ban voor wie zondigt. • Heel uiteenlopende stromingen (bvb. Amish). • Klemtoon op de plaatselijke gemeente  congregationalistische kerkmodel.

  35. Religieuze kaart van Europa Menno Simons en de ‘stillen in den lande’ • Menno Simons (1496-1561) • Wedergeboorte door het geloof  geloofsdoopsel • Pacifisme tegen Münster & wereldmijding • Nadruk op de navolging van Christus volgens het evangelie • Fundamentboek o.a. Jezus had niet het vlees van Maria aangenomen • Strenge toepassing van de ban voor wie zondigt • Heel uiteenlopende stromingen • Klemtoon op de plaatselijke gemeente  congregationalistische kerkmodel

More Related