Aedescongres 2007 Meedoen in de samenleving

1. Aedescongres 2007Meedoen in de samenleving Samenwerking in het publieke domein Van goede bedoelingen naar harde resultaten Inleider: Leo Lenssen

2. Over: • het waarom van samenwerking • het wat van samenwerking • het hoe van samenwerking Dus over: • faal- en succesfactoren van samenwerking in het publieke domein

3. Samenleving • trends in het publieke domein: van zorg naar participatie • publieke dienstverlening • van taakorganisatie naar maatschappelijke onderneming

4. Over aandacht voor prachtwijken • Regeerakkoord • maatschappelijk middenveld • Aandachtswijken • Coalities en partnerschappen • De nieuwe rol van belanghebbenden • Maatschappelijk vastgoed

5. Middenveld: publieke organisaties, maatschappelijke ondernemingen Wat kenmerken van de transitiefase • multilevel veranderingen: organisatie – bestuurder – professional • discontinuïteit: radicale, sprongsgewijze veranderingen • nieuwe spelers, nieuwe regels: dus een geheel nieuw spel • nieuwe logica: waarom doe ik dit, wat rechtvaardigt mijn gedrag? • nieuwe relaties en nieuwe machtsverhoudingen

6. Enkele gevolgen van die transitie • verdwijnen van grenzen tussen activiteiten in het publieke domein • thematische herordening in het publieke domein • integreren van activiteiten • verschuivingen van machtscentra

7. Kortom: • dit is een geheel nieuw vak • dat beheersen we (nog) niet • dat moeten we leren

8. Waar hebben we mee te maken? • Publieke organisaties zijn expert-driven. • Publieke organisatie staan in een kwade reuk. • Low trust versus high trust; governance en compliance.

9. Faal- en succesfactoren • geen gemeenschappelijke visie op spel, -spelregels en rollen (… en we zijn de scheidsrechter vergeten.) • wie voert de regie waarover? • wie is verantwoordelijk waarvoor? • onderling wantrouwen • publiek geld (dat is van iedereen en dus van niemand) • de professional • de cliënt

10. Maar vooral: zoeken naar draagvlak i.p.v. zoeken naar markt. Draagvlak: • subsidie/projectgelden (niet structureel en niet integraal) • klapvee • sympathie ( = veelal verkapte onverschilligheid).

11. Dus: is er een markt voor samenwerking? • zijn er gemeenschappelijke vragers? • zijn er complementaire diensten? • is er sprake van 1 + 1 = 3? • wat gaat er mis als we niet samenwerken? • Wat houden we samen onder de streep over?

12. Hoe kun je naar partners kijken? Strategische dimensies (logica en ratio) van samenwerkende partners: corporaties/scholen/overheden/stichtingen • handelen • tijd • visie • politiek • organisatie • resultaat

13. Wat opties en aanbevelingen • weg met het project, maak er een onderneming van. • schrijf een businessplan • zorg dat je failliet kunt gaan • wie participeert, loop risico, deelt in de opbrengsten

14. Wat opties en aanbevelingen • zorg voor een innovatieve bestuurlijke/organisatorische inrichting • haal de onderneming weg uit de staande organisatie • selecteer medewerkers/leidinggevenden op ondernemerschap en innovatief vermogen • haal functies uit elkaar, stuur die separaat aan; sturing is vooral regie voeren • onderneming is netwerk van ketens.

15. O ja… zou je je eigen geld in deze onderneming steken?