1.4k likes | 3.22k Views
Het heupgewricht. Anatomie van de heup. Osteologie Ligamenten Myologie. Osteologie. Heupgewricht: verbinden femur en os coxae. Femur. Corpus femoris Collum femoris Caput femoris Trochantor major Trochantor minor Linea intertrochanterica Crista intertrochanterica Condylus lateralis
E N D
Anatomie van de heup • Osteologie • Ligamenten • Myologie
Osteologie • Heupgewricht: verbinden femur en os coxae
Femur • Corpus femoris • Collum femoris • Caput femoris • Trochantor major • Trochantor minor • Linea intertrochanterica • Crista intertrochanterica • Condylus lateralis • Condylus medialis
Os coxae • Facies lunata
Articulatio coxae • Gewrichtsvlakken - facies lunata - caput femoris • Facies lunata + labrum acetabulare => 2/3 caput femoris • Ligamentum transversum acetabuli voltooit gewrichtspan
Ligamenten • Ligamentum iliofemurale • Ligamentum capitis femoris • Zona orbicularis • Ligamentum pubofemorale • Ligamentum ischiofemurale
Zuiver functionele stand van de heup • Gewrichtsvlakken vallen volledig samen bij - anteflexie van 90° - geringe abductie - geringe exorotatie => Stand op handen en voeten
Structuur van het femur • Lichaamsgewicht van caput naar femur via collum • Speciale structuur proximaal uiteinde femur om grote krachten op te vangen
Dorsale heupspieren Aanhechtend in gebied trochantor minor • Musculus iliopsoas=musculus psoas major(2) + musculus iliacus(1)
Aanhechtend in gebied trochantor major • M. tensor fasciae latae • M. glutaeus maximus • M. glutaeus medius • M. glutaeus minimus • M. piriformis
Ventrale heupspieren • Triceps coxae= M. obturatorius internus + Mm. Gemelli (sup & inf) • M. quadratus femoris • M. obturatorius externus
Adductoren van het bovenbeen • M. pectineus • M. gracilis • M. adductor longus • M. adductor brevis • M. adductor magnus • M. adductor minimus
Voorste spieren van het bovenbeen • M. sartorius (biarticulair) • M. quadriceps femoris • Rectus Femoris (biarticulair) • Vastus Lateralis (Externus) • Vastus Intermedius • Vastus Medialis (Internus)
Achterste spieren van het bovenbeen • M. biceps femoris - caput breve (2)- caput longum (1) • M. semitendinoses (3) • M. semimembranoses (4)
Anteflexie en retroflexie • Beweging in het saggitale vlak omheen een transversale as in een frontaal vlak • Anteflexie = beweging waarbij de voorkant van het bovenbeen de romp nadert, de onderste extremiteit ligt voor het frontaal vlak door het gewricht • Retroflexie: onderste extremiteit ligt achter het frontaal vlak
Anteflexie • Actieve anteflexie: - actief < passief - afhankelijk van de stand van de knie gestrekt: tot 90° gebogen: tot 120° of meer
Anteflexie • Passieve anteflexie: - afhankelijk van de stand van de knie bij gestrekte knie < bij gebogen knie bij passieve anteflexie beide heupen: naar achter kantelen van het bekken
Retroflexie • Actieve retroflexie < passieve retroflexie • Actieve retroflexie gestrekte knie > gebogen knie
Retroflexie • Passieve retroflexie - tot 20° bij het naar voren uitvallen - 30° indien men met kracht trekt Opm: ballerina’s : uitrekking van het lig. iliofemorale
Functie van de ligamenten • Drie belangrijke ligamenten lig. pubofemorale lig. ischiofemorale lig. iliofemorale dorsaal ventrocaudaal
Functie van de ligamenten • Alle ligamenten zijn op dezelfde wijze rond het collum gedraaid - bij anteflexie: ontrolling - bij retroflexie: winding rondom het collum • lig. iliofemorale (2) lig. pubofemorale (3) lig. ischiofemorale • lateraal aanzicht van de rechterheup
Functie van de ligamenten • (1)Rechte stand: ligamenten matig gespannen • (2)Retroflexie: alle ligamenten gespannen • lig. Iliofemorale krijgt de grootste spanning en beperkt de naar achter kanteling van het bekken • (3)Anteflexie: alle ligamenten worden ontspannen (1) (2) (3)
Functie van de ligamenten • Lig. capitis femoris het ligament draait rond zichzelf en speelt dus geen rol bij de beperking van de beweging laterocaudaal Lig. iliofemorale Lig. ischiofemorale Lig. pubofemorale
Anteflexoren • Bevinden zich voor het frontale vlak door het middelpunt van het gewricht • m. psoas major (1) • m. iliacus(2) Vormen samen m. iliopsoas de krachtigste spier met het langste verloop • m. sartorius(3) anteflexie (!) abductie exorotatie
Anteflexoren - m. rectus femoris(4) gebruikt bij extensie van de knie gepaard gaande met anteflexie van de heup (cfr. Naar voor zwaaien van het been bij lopen) • m. tensor fasciae latae(5) stabilisator van het bekken krachtige abductor en anteflexor
Anteflexoren • Hulpanteflexoren - m. pectineus(6) - m. adductor longus(7) - m. gracilis(8) - mm. glutaei minimus en medius(9) hebben nevenbewegingen in de vorm van adductie/abductie of exorotatie/endorotatie
Mm.glutaei minimus en medius M. tensor fasciae latae M. iliopsoas M. pectineus M adductor longus Anteflexoren anteflexie adductie exorotatie anteflexie abductie endorotatie
Retroflexoren • Twee grote groepen: - 1e groep insereert aan het proximale uiteinde van het femur - 2e groep insereert in de buurt van de knie
Retroflexoren • Eerste groep: - m. glutaeus maximus(1 en 1’) levert meeste arbeid dikste en sterkste spier - mm. glutaei medius(2) en minimus(3) deze spieren geven ook exorotatie
Retroflexoren • Tweede groep (ischiocrurale groep): - m. biceps femoris caput longum(4) - m. semitendinosus(5) - m. semimembranosus(6) - m. adductor magnus (7) (hulpretroflexor) Hun effect is afhankelijk van de stand van de knie
Retroflexoren • Nevenbewegingen: spieren boven de YY’as: retroflexie en abductie spieren onder de YY’as: retroflexie en adductie
Retroflexoren • Rol bij de stabiliteit van het bekken in voor-achterwaartse richting • Kanteling van het bekken naar achter (cfr. retroflexie) stabilisatie door het lig. Iliofemorale (b) Zwaartepunt boven middelpunt heup labiel evenwicht: geen anteflexoren of retroflexoren nodig
Retroflexoren (c) Kanteling van het bekken naar voor Spieren van de ischiocrurale groep houden het bekken recht (d) Kanteling van het bekken ver naar voor M. Glutaeus maximus zal sterk moeten contraheren
Abductie en Adductie Sagittale as
Abductie • Onderste extremiteiten nr lateraal brengen • Theoretisch: 1 heup abduceren • Praktisch: autom. even grote abductie in andere heup • Max.abductie = 90° • Beperking: collum femoris tg rand acetabulum ( + adductoren en ligg. iliofemorale en pubofemorale ) • Training: abductie vergroten
Adductie • Onderste extremiteiten nr mediaal brengen • geen ‘zuivere’ adductie mogelijk • combinaties: • retrofexie • anteflexie • adductie één heup, abductie andere heup • zittende houding • adductie + anteflexie + exorotatie • minst stabiel
ligamenten kapsel van art.coxae wordt ventraal en dorsaal versterkt: • lig. iliofemorale • superior • inferior • lig. pubofemorale • lig. ischiofemorale
Rechte stand: ventrale ligamenten matig gespannen • Abductiebewegingen: • lig. iliofemorale pars superior en lig. pubofemorale: aanzienlijk gespannen. • lig. iliofemorale pars inferior: ontspannen • lig. ischiofemorale: gespannen
Adductiebewegingen: • lig. iliofemorale pars superior: gespannen • lig. pubofemorale: ontspannen • lig. iliofemorale pars inferior: enigszins gespannen • lig. ischiofemorale: ontspannen
Abductoren • M.glutaeus medius (rood) • M.tensor fasciae latae (blauw) • M.glutaeus maximus (geel) • M.glutaeus minimus (oranje) • M. piriformis (groen)
Adductoren (vooraanzicht) • M.adductor magnus (rood) • M.adductor longus (blauw) • M.adductor brevis (blauw) • M.gracilis (oranje) • M.pectineus (bruin)
Adductoren (achteraanzicht) • Ischiocrurale groep • M.semimembranosus • M.semitendinosus • M.bisceps femoris caput longum • M.glutaeus maximus • M.quadratus femoris • M.obturatorius internus • M.obturatorius externus • M.iliopsoas
Adductoren • M.adductor magnus • M.gracilis • Ischiocrurale groep • M.semimembranosus • M.semitendinosus • M.bisceps femoris caput longum • M.glataeus maximus • M.quadratus femoris en M.pectineus • M.obturatorius internus • M.obturatorius externus
Rol adductoren bij anteflexie/retroflexie • retroflexie (spieren achter frontaal vlak dr middelpunt van gewricht) • M.adductor magnus • M.adductor tertius • Ischiocrurale groep • anteflexie (spieren voor frontaal vlak) • M.pectineus • M.adductor longus • M.adductor brevis • M.gracilis • M.adductor magnus
Exorotatie en Endorotatie Verticale as Longitudinale as
Exorotatie • Beweging waarbij de voorvoet naar buiten draait • Meten: - persoon op de buik ligt of op de rand v/e tafel zit • Ref. stand: onderbeen 90° maakt met boven been en verticaal gehouden • Omvang: 60° • Zittende houding: omvang groter omdat bij anteflexie ligg. Iliofemorale en pubofemorale ontspannen • Training: lotus-stand