1 / 27

De Republiek in de 17e en 18e eeuw

De Republiek in de 17e en 18e eeuw. dynamiek en stagnatie. Hoe verklaar je succes en stagnatie?. Iedere tijd zijn eigen verklaring. Patriotten (eind 18e eeuw): regenten, rijke bovenlaag gedroeg zich steeds aristocratischer. Dat leidde verval in.

idania
Download Presentation

De Republiek in de 17e en 18e eeuw

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De Republiek in de 17e en 18e eeuw dynamiek en stagnatie

  2. Hoe verklaar je succes en stagnatie? • Iedere tijd zijn eigen verklaring. • Patriotten (eind 18e eeuw): regenten, rijke bovenlaag gedroeg zich steeds aristocratischer. Dat leidde verval in. • 19e eeuwse historici namen die mening over en legden nadruk op 17e eeuw. • CSE heeft sociaal-economische invalshoek: markt, overheden en sociale verhoudingen. Met aandacht voor 18e eeuw: einde aan de groei.

  3. Dynamiek en stagnatie Lees instapverhaal (Amsterdam) en hoofdvraag. Doel is verbanden leggen tussen demografische ontwikkelingen; levensstandaard en sociaal-economische verhoudingen in het Gewest Holland.

  4. Opbouw van het boek Opkomst van Holland in de 15e en 16e eeuw Ontwikkeling landbouw, nijverheid en handel H2 In de zeventiende eeuw/ H4 In de achttiende eeuw Politieke en sociale verhoudingen H3: in de zeventiende eeuw/ H5: in de achttiende eeuw

  5. Voorgeschiedenis: opkomst van Holland in de 15e en 16e eeuw Politieke achtergrond: De Opstand 1568-1648. • Centralisatie: de Nederlanden waren onderdeel van het Spaans-Habsburgse Rijk. Bestuur via de Staten Generaal: vergadering van gewesten. • Reformatie: verzet tegen het katholicisme. Verschillende oorlogen, beeldenstorm. • Willem van Oranje: http://web.teleblik.kennisnet.nl/tsr/player/vo/fid/2845166 • 1588 Republiek der Nederlanden (Staten Generaal gaan Republiek zelf besturen) • Ontstaan van de Republiek: http://web.teleblik.kennisnet.nl/tsr/player/vo/fid/2845169 • Steden bewaakten priviliges en staan sterk. Binnen de Republiek zijn grote verschillen. Verbinding via persoonlijke relaties van bestuurders. Eenheid in geweest Holland, overlegcultuur.

  6. Voorgeschiedenis: opkomst van Holland in de 15e en 16e eeuw Opkomst van steden. Crisis op het platteland: veen klinkt in, overstromingen (14e/15e eeuw). Mensen zoeken bestaan in handel, visserij, scheepvaart, nijverheid. Steden benutten hun ligging aan handelsroutes. Handelssteden werken samen in Hanze (14e/15e eeuw). Nederlandse schepen in de Oostzee zijn een bedreiging: Sontoorlogen.

  7. Voorgeschiedenis: opkomst van Holland in de 15e en 16e eeuw • Bevolkingstoename: tussen 1514 en 1680 van ongeveer 275.000 naar 883.000 personen. • Graan werd duurder maar prijzen bleven relatief door goedkope aanvoer via Oostzeehandel. • Nederlandse boeren verbouwen handelsgewassen, kapitaalintensief want technische vernieuwing. • Investeringen en oprichting van waterschappen zorgen voor samenwerking en investeringen op lange termijn: gecommercialiseerde landbouw. • Na 1585 (Willem van Oranje vermoord, Zuidelijke Nederlanden weer Spaans) verplaatst de textiel- en specerijenhandel zich van Antwerpen naar Amsterdam. • Mede dankzij handelskapitalisme oprichting VOC in 1602

  8. Terugkomst in Amsterdam, 1599

  9. Hoofdstuk 2 / 2.1Oude bestemmingen • Nederlandse handel was al in de 16e eeuw succesvol. • Hoe: dankzij de moedernegotie, handel in graan maar ook hout, zout en haring maar ook zeehandel met Frankrijk, Spanje en Portugal. • Waarom: Spanje kon zich geen handelsblokkades permitteren en het Spaanse zilver was belangrijk voor Nederlanders. Republiek handelde niet alleen maar verzorgde ook de Europese vrachtvaart.

  10. Hoofdstuk 2 / 2.1Nieuwe bestemmingen • Nederlandse handel nam in de zeventiende eeuw enorm toe. • Vanaf 1585 handel met Rusland (huiden, bont, graan), Noorwegen (hout) en walvisvaart http://nl.wikipedia.org/wiki/Archangelsk • Vanaf 1590 via Italie ook naar Levant (zijde, katoen, angorawol, zuidvruchten) • Vanaf 1595 handel met Azie (specerijen, katoen, porselein) • Vanaf 1598 Westkust Afrika (goud en ivoor) en Amerika (zout, suiker, tabak. En slavenhandel.

  11. Hoofdstuk 2 / 2.1Handelskapitalisme • Verre bestemmingen, rijke (luxe) handel. • Particuliere kooplieden en handelscompagnieën VOC en WIC • Investeringsgeld door beleggers • Handel en vervoer van goederen op basis van vraag en aanbod • Ontstaan van een wereldeconomie. • Amsterdam was financieel centrum

  12. Hoofdstuk 2/ 2.2Geld en wapens Succes van de Nederlandse handel werd door de Republiek mogelijk gemaakt • Door financiële instellingen zoals wisselbank, stedelijke bank van lening en de dagelijkse koopmansbeurs. • Door families van kooplieden-ondernemers. • Door monopolie voor de VOC op Nederlandse handel in Azië en soevereine rechten. • Door grote investeringen door particuliere investeerders -> grote winsten.

  13. Hoofdstuk 2/ 2.2WIC en Noordse Compagnie • WIC was door concurrentie en hoge militaire kosten veel minder succesvol. • Noordse compagnie (walvisvaart) kon niet op tegen ondernemers die monopolie ontdoken

  14. Hoofdstuk 2/ 2.3Waardoor bloeide de nijverheid? • Nijverheid profiteerde van groeiende handel: (bakstenen, industriële grondstoffen hout, teer en pek, suiker en tabak). • Gunstig investeringsklimaat, Republiek was stabiel, lage rente • Val van Antwerpen: kapitaal, kennis en netwerken van Antwerpse kooplieden-ondernemers en nieuwe productietechnieken van Vlaamse textielondernemers en arbeiders. Leiden werd belangrijk textielcentrum

  15. Hoofdstuk 2/ 2.3Waardoor bloeide de nijverheid? • Technische voorsprong: fluitschip. Snel, stabiel, veel laadvermogen, weinig personeel en weinig tol. Goedkope productie dankzij houtzaagmolens. • Natuurlijke hulpbronnen: wind en turf. Vervoer van turf via kanalen en trekvaarten die ook voor andere goederen en personenvervoer werden gebruikt (zie afbeeldingen hierna). • Steden konden zich specialiseren: Delfts blauw en Goudse pijpen.

  16. Hoofdstuk 2/ 2.4Landbouw profiteert mee • Groei van de steden -> grotere afzetmarkt • Veel afval uit steden, veel mest • Specialisatie in handels en tuinbouwgewassen • Goed transportsysteem vergemakkelijkt handel • Export van o.a. kaas, voedsel naar Duitsland • Boeren investeren in land en boerderijen, keuterboertjes verdwijnen

  17. Hoofdstuk 2/ 2.4Landbouw trekt investeerders uit de stad • Investeringen in droogleggerijen, bijv.de Beemster (http://entoen.nu/po/beemster) • Investeringen in trekvaarten en turfgraverijen • Ondernemers verplaatsten nijverheid (scheepsbouw, textiel) naar het platteland: lage lonen en geen gilden. • Plattelandsindustrieen waren steenbakkerijen en papierindustrie • Zuiden en Oosten bleven achter: aanwezigheid van Spaanse troepen, arme zandgronden, geen waterwegen, afnemende bevolking.

  18. Hoofdstuk 3 / introDe Republiek in de Gouden Eeuw • Zilvervloot: heldendaad of piraterij? • Deelvraag: internationale politiek en sociale verhoudingen

  19. Hoofdstuk 3 / 3.1Het bestuur van de Republiek • Zeven provincies vormen statenbond. • Gewesten zijn zelfstandig, bestuurd door vertegenwoordigers van adel en steden • Ieder gewest kiest eigen legeraanvoerder of stadhouder • Gewesten sturen afgevaardigden naar Staten Generaal in Den Haag • In de Staten Generaal wordt beslist over buitenlandse politiek, defensie, bestuur van de Generaliteitslanden • Raadspensionaris is hoogste ambtenaar van Gewest Holland

  20. Hoofdstuk 3 / 3.1Het bestuur van de Republiek • Ieder gewest betaalt een evenredig aandeel om de kosten daarvan te dekken • Holland betaalt het meest (58%) en heeft de meeste invloed • -> kans op strijd om politieke macht en verdeeldheid tussen gewesten is altijd aanwezig • -> toch was er eenheid. Waarom?

  21. Hoofdstuk 3 / 3.1Het bestuur van de Republiek • Gewesten keken eerst naar wat goed was voor hun eigen economie, maar zagen ook het belang van de overzeese handel • Handelstarieven werden afgesproken en ingezet om eigen economie te versterken en die van anderen te verzwakken • Overheid en ondernemers werden steeds afhankelijker van elkaar

  22. Hoofdstuk 3 / 3.2Internationale politiek • Vrede van Munster – twee jaar onderhandelen. Waarom? Kijk eens naar onderstaande opdracht. • Nationaal Archief, document Vrede van Munster • Republiek profiteert van oorlog tegen Spanje -> economische opleving. Hoe? 1. Val van Antwerpen, koop- en ambachtslieden naar Amsterdam 2. Schaarste vraagt om producten uit de Republiek 3. Omzeilen van Spaanse handelsembargo’s leidt tot eigen vaart op Amerika, Azie en Afrika Maar Republiek profiteert niet alleen, want Spanje legitimeert piraterij, Republiek heeft wel degelijk last van embargo’s • Later profiteert economie van het Bestand en Vrede van Munster. Hoe? • Opschorting van de embargo’s leidt tot handel • Er is weer handel mogelijk in Zuid Europa en Spaans Amerika • Mercantilistische maatregelen (Act of Navigation, 1651). • ‘Mare Liberum’ van Hugo de Groot, in opdracht van de VOC. Consequent?

  23. Hoofdstuk 3 / 3.3Arm en Rijk in de Gouden Eeuw Inkomen bepaalt sociale status. Grote inkomensverschillen. Rijkdom in steden • Adel, rijke kooplieden, regenten • Gegoede burgerij (6-10%): hogere middenklasse • Kleine burgerij (20-30 %) • Volksklasse (60-70%)

  24. Hoofdstuk 3 / 3.3Arm en Rijk in de Gouden Eeuw • Bestaansonzekerheid door economische tegenslagen of ziektes, ongelukken, lichamelijke gebreken, overlijden • Liefdadigheid, maar ook sociale regelingen van gilden • Relatieve welstand (dan elders in Europa) • Veel werk maar lage lonen in ondernemingen met een kapitalistische productiewijze. Had Marx gelijk?

  25. Hoofdstuk 3 / 3.4Immigratie en bevolkingsgroei Sterfteoverschot verdwijnt door immigratie • Protestanten • Joden • Arbeidsmigranten • Hugenoten Gevolg: groei van de Hollandse steden

  26. Hoofdstuk 3 / 3.4Immigratie en bevolkingsgroei Vrouwen hadden een bijzondere positie • Trouwen op late leeftijd, weinig kinderen. • Vrije partnerkeuze • Kerkelijk huwelijk niet verplicht, scheiden toegestaan • Handelingsbekwaam, grote gelijkheid • In arbeiderskringen minder geschoold werk

More Related