100 likes | 208 Views
Cervixkankerscreening Bron: Aanbeveling WVVH 2002/03. Pathofysiologie > 90% vd plaveiselceltumoren ontstaat thv metaplastisch epitheel van overgangszone Cervixkanker wordt altijd voorafgegaan door een HPV-infectie van een hoogrisicotype die persisteert HPV-virus + normaal uitstrijkje:
E N D
CervixkankerscreeningBron: Aanbeveling WVVH 2002/03 • Pathofysiologie • > 90% vd plaveiselceltumoren ontstaat thv metaplastisch epitheel van overgangszone • Cervixkanker wordt altijd voorafgegaan door een HPV-infectie van een hoogrisicotype die persisteert • HPV-virus + normaal uitstrijkje: • 70-80% binnen jaar virus opgeruimd • 20%: CIN-afwijkingen: • Overgrote deel: virus opruiming en verdwijnen CIN-afwijking (afhankelijk van ernst CIN-afwijking en immuunstatus) • Klein deel: persisterende infectie: • Progressie naar cervixkanker enkel bij hoogrisicotype HPV
ASCUS: 'Atypical Squamous Cells of Undetermined Sig-nificance':atypische plaveiselepitheelcellen waarvan debetekenis niet duidelijk is. • L-SIL: 'Low-grade Squamous Intraepithelial Lesion': laaggradigeintra-epitheliale plaveiselcelafwijkingen. • H-SIL: 'High-grade Squamous Intraepithelial Lesion':hooggradige intra-epitheliale plaveiselcelafwijkingen. • CIN: 'Cervical Intra-epitheal Neoplasie': intra-epithelialeneoplasie of dysplasie van het plaveiselepitheel. Menonderscheidt drie vormen: lichte (CIN I), matige (CIN II) ofernstige (CIN III) dysplasie. • CIS: carcinoma in situ. • AGUS: 'Atypical Glandular cells of Undetermined Signi-ficance':atypische klierepitheelcellen waarvan de betekenisniet duidelijk is. Men onderscheidt AGUS lichte atypieen AGUS sterke atypie. Beide kunnen voorkomen zowel bijcellen van endometriale als van endocervicale oorsprong.
Cervixcarcinoom Regressie 1% 12-22% 5% 40% 60% 20% 10% CIN 3 CIN 2 CIN 1 40% 50% 30% Persistentie
Wie en wanneer screenen? • Alle vrouwen van 25 tem 64 jaar die ooit seksueel actief zijn geweest • Herhaal het eerste normale uitstrijkje na 1 jaar • Als dit tweede uitstrijkje ook normaal is: om de 3 jaar screenen • Stop screening na 64 jaar indien de laatste 2 opeenvolgende recente uitstrijkjes normaal waren
Contra-indicaties • Absolute (blijvende): • Vrouwen die een hysterectomie hebben gehad owv goedaardige aandoeningen: geen vaginale uitstrijkjes • Macroscopisch verdacht letsel: gynaecoloog: biopsie onder colposcopische controle • Tijdelijke: • Vorig uitstrijkje minder dan 3 maanden geleden • Menstruatie of dervings- of doorbraakbloedingen • Vaginale ontsteking/infectie • Ernstige genitale atrofie (menopauze): korte hormonale substitietherapie • Zwangerschap, postpartum (6 maanden), lactatie (6 maanden na stop) • Recent gebruik van ontsmettingscrème of –vloeistof, glijmiddel, vaginale medicatie, vaginale douche, voorafgaande colposcopie met azijnzuur • Cervixchirurgie minder dan 3 maanden geleden • Radiotherapie: ook na jaren op aanvraagformulier vermelden
Risicofactoren • Frequentere screening: HIV-infectie: elk jaar • Geen korter screeningsinterval: leeftijd (>30j), promiscuïteit, lage socia-economische klasse • De niet-participanten: ouderen, kansarmen, migranten: actief aansporen tot screenen
Gepaste materiaal en de juiste techniek • Dubbele afname met gecombineerde spatel van AYRE (360°) en endocervicale afname met CYTOBRUSH (90-180°) • CERVEX-BRUSH (blauwwitte kwastje; onder lichte druk 5x360° rechtsom draaien) • Tussen de 7e en 15e dag van de menstruele cyclus • Postmenopauzaal: naar binnen opschuiven vd overgangszone: 1w lokaal oestrogenen bij patiënten met klinische atrofieof atrofie bij vorig uitstrijkje