480 likes | 790 Views
Griekse beeldhouwkunst. Archaïsche periode 700-480. kenmerken. Egyptische invloed : frontaliteit - statisch - één been vooruit : suggestie van beweging Mannelijke beelden ( kouroj ) naakt Vrouwelijke beelden ( korh ) in peplos Archaïsche glimlach : suggestie van emotie
E N D
Griekse beeldhouwkunst Archaïsche periode 700-480
kenmerken • Egyptische invloed : frontaliteit - statisch - één been vooruit : suggestie van beweging • Mannelijke beelden (kouroj) naakt • Vrouwelijke beelden (korh) in peplos • Archaïsche glimlach : suggestie van emotie • Rudimentaire weergave van anatomie • Weergave van haar en kledij gestileerd
Klassieke periode • 480-450 : overgang van archaïsch naar klassiek • 450-400 : de volle klassieke periode • 400-323 : laat-klassiek
Kenmerken klassieke periode • Contrapost-houding (steunt op één been, S-vorm) • Meer dynamiek : contrast tussen rechte schouders, gespannen en ontspannen ledematen ; gedraaid hoofd • Meer plasticiteit (3-dimensionaliteit) • Ofwel : idealiserend (geen persoonlijke trekken) > vaak losstaande beelden • Ofwel : tafereel (vaak in frontons) • Weergave van anatomie en kleding natuurgetrouwer • Weergave van haar : gestileerd
Treurende Athena Ca. 470
Kenmerken laat-klassieke periode • Slankere lichamen • Contra-post meer uitgesproken • Weergave van emoties op gelaat • Vrouwen (godinnen) ook naakt weergegeven • Kleding (plooien) zeer realistisch weergegeven • Weergave van haar realistischer
Kenmerken Hellenistische beeldhouwkunst (323 -30v.C.) • Idealisering wordt opgegeven > streven naar realistische weergave • Uitbeelding van concrete dagdagelijkse situaties • Ook kinderen worden afgebeeld • Taferelen (vaak uit mythen en legenden) • Nadruk op uitbeelding van vaak heftige emoties • Beeldengroepen met vaak ingewikkelde composities • portretkunst
Nike van Samothrace Ca. 180
Vuistvechter Ca. 100
Slapende sater Ca. 200
Farnese stier Ca. 180
Aphrodite van Melos Ca. 120