200 likes | 328 Views
De incubatiethese herzien: Bedrijvendynamiek op stedelijke werklocaties. Anet Weterings & Otto Raspe. Incubatiethese. Hoover & Vernon (1959): broedplaats Centrale stad als incubatiemilieu voor nieuwe bedrijven Goedkope huisvesting en noodzaak tot veel contacten met klanten, toeleveranciers
E N D
De incubatiethese herzien:Bedrijvendynamiek op stedelijke werklocaties Anet Weterings & Otto Raspe
Incubatiethese • Hoover & Vernon (1959): broedplaats • Centrale stad als incubatiemilieu voor nieuwe bedrijven • Goedkope huisvesting en noodzaak tot veel contacten met klanten, toeleveranciers • Leone & Struyck (1976): groeiplaats • Groeiende bedrijven verhuizen naar de rand van de stad • Behoefte aan groter en/of meer representatief pand
Incubatiethese • Veranderingen sinds de incubatiethese: • ‘Verdienstelijking’ van de economie • Mogelijkheden informatie- en communicatietechnologie • Toename van het aantal kleine bedrijven (ZZP’ers) • Incubatiethese is veelvuldig bekritiseerd, maar wijst op het proces achter bedrijvendynamiek in steden: • Door veranderde locatievoorkeuren is een bedrijf gevestigd op verschillende werklocaties in de stad • 75% van alle verhuizende bedrijven verhuist binnen dezelfde gemeente
Incubatiethese herzien • Meeste nieuwe bedrijven worden tegenwoordig in woonwijken gestart • lage huisvestingskosten, het beperken van de risico’s en het gemakkelijk kunnen combineren met andere taken • Meeste bedrijven gestart in de diensten; formeel bedrijfspand in eerste instantie niet meer noodzakelijk • Groeiende bedrijven verlaten de woonwijk, maar waar gaan ze heen? • bedrijventerreinen en kantoorlocaties bieden ruimte en goede bereikbaarheid • Maar, toename van bedrijven die voorkeur geven aan de uitstraling van de omgeving en voorzieningen
Vraagstelling • Welke werklocaties in de stad functioneren tegenwoordig als broedplaats of als groeiplaats? • In hoeverre is er sprake van een proces van ruimtelijke uitsortering en specialisatie op de stedelijke werklocaties?
Broedplaatsen • Broedplaatsen worden gekenmerkt door veel oprichtingen van bedrijven • Maar op locaties waar veel bedrijven worden gestart, stoppen ook vaak veel bedrijven • Daarom: wat is het saldo van oprichtingen en opheffingen op stedelijke werklocaties?
Groeiplaatsen • Op groeiplaatsen vestigen zich veel bestaande bedrijven • Er moeten zich meer bestaande bedrijven vestigen dan er vertrekken (vestigingsoverschot) • Daarom: wat is het saldo van vertrekkende en vestigende bedrijven op stedelijke werklocaties?
Conclusies • Broedplaatsen: woonwijken, hoogste oprichtingensaldo en grootste vertrekoverschot • Groeiplaatsen: alleen bedrijventerreinen en kantoorlocaties • Woonwijken zijn een startlocatie, die groeiende bedrijven verruilen voor formelere werklocaties • Woonwijken karakteriseren zich ook door veel interne dynamiek • Andere werklocaties ook vooral broedplaatsen, maar in mindere mate dan woonwijken
Ruimtelijke selectie en uitsortering • Maar groeien bepaalde type bedrijven op bepaalde locaties sneller? Verandert de ‘kleuring’ van de werklocaties? • Gemiddelde jaarlijkse groei van het aantal vestigingen op de werklocaties uitgesplitst naar: • Sector • Omvang
Conclusies • Mate van specialisatie van werklocaties neemt eerder af dan toe, vooral door ontwikkeling op formele werklocaties • Daar neemt zowel het % kleine bedrijven (minder dan 5 medewerkers) als het % bedrijven in de zakelijke diensten en consumentendiensten toe • Samenstelling van bedrijven op bedrijventerreinen steeds minder eenzijdig: nog altijd vooral grote industriële en logistieke bedrijven, maar steeds meer kleine en dienstenbedrijven
Beleidsimplicaties • Ten eerste neemt de heterogeniteit van het type bedrijven op bedrijventerreinen toe. • Sommige bedrijven kunnen op zowel bedrijventerreinen als kantoorlocaties terecht: gevaar voor overaanbod • Ten tweede een trend van toename van het aandeel bedrijven op werklocaties aan de rand van de stad en afname in de stad • Waarom is een openstaande vraag: • Mogelijkheden voor bedrijven om te groeien? • Beleid: uitplaatsing of binnenstedelijk bouwen?
Beleidsimplicaties • Deze studie toont dat er sprake is van een grote mate van dynamiek in woonwijken: veel starters en veel vertrekkers. • Kan/moet het beleid de vertrekkende bedrijven tegenhouden? • Het behoud van snelgroeiende bedrijven in woonwijken vereist een grondige aanpassing van de inrichting van dat soort locaties, mismatch met binnenstedelijk bouwen • Is het nodig die bedrijven in de woonwijk te behouden of is het voldoende er steeds nieuwe bedrijven in de wijken ontstaan?