1 / 47

Inleiding in de statistiek voor de gedragswetenschappen Met ondersteuning van PASW

Inleiding in de statistiek voor de gedragswetenschappen Met ondersteuning van PASW. Guido Valkeneers. Inleiding in de statistiek voor de gedragswetenschappen Hoofdstuk IV Centrummaten & PASW Descriptives . guido.valkeneers@lessius.eu. Doelstellingen hoofdstuk IV.

jana
Download Presentation

Inleiding in de statistiek voor de gedragswetenschappen Met ondersteuning van PASW

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Inleiding in de statistiek voor de gedragswetenschappenMet ondersteuning van PASW Guido Valkeneers

  2. Inleiding in de statistiek voor de gedragswetenschappenHoofdstuk IV Centrummaten & PASW Descriptives guido.valkeneers@lessius.eu

  3. Doelstellingen hoofdstuk IV • De student kent de diverse begrippen over de centrummaten; • De student kent de impact van de aard van de schaal op de bepaling van de centrale tendens; • De student kan – handmatig - de centrale tendens berekenen voor een (beperkte) verdeling van uitslagen; • Via PASW kan de student de centrale tendens van een reeks gegevens bepalen.

  4. De modus • Is de waarde met de hoogste frequentieBijvoorbeeld scores op een Likertschaal (1-5)Ik vind de opwarming van de aarde een groot probleem (helemaal akk….. helemaal niet akk)score frequentie1 helemaal akk 132 akkoord 123 weet niet 3 5 helemaal niet akk 1 Welk is de modus? Score 1 ‘helemaal akkoord’

  5. Voorbeeld van nominale gegevens Modus = ‘GEHUWD’

  6. De modus • Zal vooral gebruikt worden voor nominale waarden; maar kan in principe altijd bepaald worden. Is meteen duidelijk in de frequentietabel • Meer dan één modus is mogelijk, bij een bimodale verdeling zijn er twee modi. • Gebruikt weinig informatie uit de gegevens.

  7. De mediaan • De mediaan is de middelste waarde wanneer de observaties in volgorde van laag naar hoog zijn gezet. (niet mogelijk voor nominale waarden) • Bij een oneven aantal observaties precies de middelste, en bij een even aantal observaties het midden tussen de twee middelste scores; • Komt dus overeen met percentiel 50.

  8. De mediaan • Welk is de mediaanwaarde van 2, 4, 6, 8, 10? De mediaanwaarde is 6, als middelste waarde • Welk is de mediaanwaarde van2, 4, 6, 7, 8, 10?De mediaan is 6,5 zijnde het midden tussen 6 en7. • Welk is de impact van een wijzing van de laatste observatie 10 in 20? Verandert hierdoor de mediaan?

  9. Voorbeeld van ordinaal meetniveau Mediaan = ‘HOGER SECUNDAIR ONDERWIJS’

  10. Voorbeeld van ordinaal meetniveau Mediaan = ‘Grens van slecht en neutraal’

  11. Voorbeeld voor interval niveau

  12. Bepaal de mediaan uit een tabel is hetzelfde als :

  13. De mediaan • Kan niet gebruikt worden bij nominale waarden; • Is niet afhankelijk van extreem hoge of lage uitslagen.Gebruikt weinig info uit de gegevens; • Kan gezien worden in vergelijking met het rekenkundig gemiddelde; • Is gemakkelijk te begrijpen/uit te leggen/grafisch voor te stellen.

  14. De mediaan • Kan grafisch voorgesteld worden via een boxplot. PASW kan een verdeling van uitslagen voorstellen middels een boxplot. In dergelijke boxplot worden PC25, PC50 en PC75 grafisch voorgesteld middels een ‘doos’

  15. Opdracht • Maak uitgaande van het bestand busters.sav een boxplot voor de levensstijl variabelen gezondheidsbesef, internetgebruik, materialisme, modebesef waaruit de verschillen kunnen blijken tussen de groepen met verschillend diploma. • Wat blijkt?

  16. Zeer belangrijk Het gemiddelde • Het gemiddelde is de som van alle scores gedeeld door het aantal scores. • Is enkel mogelijk voor interval en ratio meetniveaus, bv. IQ, schooluitslagen, testuitslagen, leeftijd,…

  17. Het gemiddelde • Voorstelling van gemiddelde: _in de steekproef: X in de populatie: µ

  18. Het gemiddelde: een voorbeeld I • Score Frequentie 4 9 6 15 8 21 gemiddelde: (9*4 + 15*6 + 21*8)/45 = 6,53

  19. Het gemiddelde bij een samengestelde steekproef • Veronderstel je beschikt over twee steekproeven n1 en n2 met een respectievelijk gemiddelde X1 en X2, welk is dan het zgn. gewogen gemiddelde?

  20. Het gemiddelde bij een samengestelde steekproef, een voorbeeld • Tien jongens kijken gemiddeld 3 uur per dag tv en vijf meisjes kijken gemiddeld 2 uur per dag tv. Wat is dan het gemiddelde van de gezamenlijke proefgroep? • Oplossingde jongens kijken 30 uur tvde meisjes kijken 10 uur tvtotaal: 40 uur;dit is gemiddeld 40/15 = 2,67 (=gewogen gemiddelde)

  21. Het gemiddelde bij een samengestelde steekproef Een analoge eigenschap voor de mediaan bestaat niet. Om de mediaan van de samengestelde steekproef te kennen, moet je alle metingen kennen

  22. Het getrimde gemiddelde Het rekenkundig gemiddelde van het deel van de waarnemingsgetallen dat overblijft na weglating van de P% kleinste en P% grootste.

  23. Voorbeeld

  24. Som van de afwijkingen van de waarnemingsgetal-len tot het rekenkundig gemiddelde is gelijk aan 0. Eigenschappen van het rekenkundig gemiddelde

  25. Bij een lineaire transformatie van de scores, wordt het rekenkundig gemiddelde op dezelfde wijze getransformeerd, d.w.z. als je alle waarnemingsgetallen met b vermenigvuldigt en daar een constante a bijtelt, dan wordt het rekenkundig gemiddelde op dezelfde manier getransformeerd. Eigenschappen van het rekenkundig gemiddelde

  26. Voorbeeld Je meet de volgende temperaturen met de schaal van Celsius: Eigenschappen van het rekenkundig gemiddelde Via een eenvoudige transformatie kan je de waarden overbrengen naar de schaal van Fahrenheit:

  27. Eigenschappen van het rekenkundig gemiddelde • Het rekenkundig gemiddelde van een aselecte steekproef is een zuivere schatter van het populatiegemiddelde (µ). D.w.z. dat wanneer we van een oneindig aantal steekproeven (met hetzelfde aantal n) steeds het steekproefgemiddelde berekenen, het rekenkundig gemiddelde van alle steekproefgemiddelden gelijk is aan het populatiegemiddelde. (Centrale limietstelling)

  28. Het rekenkundig gemiddelde Snel te berekenen en eenvoudig te begrijpenIn dezelfde meeteenheid als de waardenAlle waarden worden bij de berekening betrokkenGevoelig voor extreme waardenSteeds berekenen bij interval en ratio waardenEventueel vergelijken met mediaan

  29. Gebruik van centrummaten • Modus: bij nominale, ordinale, interval en ratio waarden; • Mediaan: bij ordinale, interval en ratio waarden; • Gemiddelde: bij interval en ratio waarden.

  30. Gebruik van centrummaten • Modus vooral bij nominale waarden • Gemiddelde versus mediaan?- Gemiddelde gebruikt meer informatie dan de mediaan; de mediaan gebruikt enkel de rangorde van de getallen, dus bij interval waarden….- Invloed van ‘uitbijters’/’’outliers’? Uitbijters hebben geen invloed op de mediaan, wel op het gemiddelde. Bij de mogelijkheid van extreme waarden kan getrimde gemiddelde een oplossing bieden. Getrimde gemiddelden worden berekend zonder rekening te houden met bv. de 5% hoogste en 5% laagste waarden.

  31. Gebruik van centrummaten • Gemiddelde versus mediaan:Het gemiddelde varieert minder van steekproef tot steekproef t.o.v. de mediaan. Dus het gemiddelde wordt meer gebruikt in de toetsende statistiek om het centrum van de populatie te schatten. • Gemiddelde is algebraïsch aardiger. We kunnen gegevens van subgroepen samenvoegen om gewogen gemiddelde te berekenen, … dit kan niet bij een mediaan.Het gemiddelde verdient de voorkeur bij interval/ratio schalen. • Onderlinge positie van gemiddelde en mediaan zegt iets over de mate van scheefheid van de verdeling.

  32. Vergelijking van centrummaten • Voor symmetrische verdelingenBij een normaalachtige verdeling is MO=Me=Gem.bv. verdelingvan de IQ’s

  33. Vergelijking van centrummaten • Voor symmetrische verdelingenbij een uniforme verdelingMe=gemid.Modus?Bv. verdelingvan leeftijd,van 20 t/m 50 jaar

  34. Vergelijking van centrummaten • Bij asymmetrische verdelingenvoor een rechts scheve verdeling (scheefheid pos.)Mo<Me<gemidbv. verdelingvan inkomens

  35. Vergelijking van centrummaten • Bij asymmetrische verdelingenvoor een links scheve verdeling(neg. scheefheid)Mo>Me>gemidbv. eengemakkelijketoets

  36. Vergelijking van centrummaten • Besluit:1. De vorm van de verdeling heeft invloed op de onderlinge positie van de centrummaten.2. Indien mogelijk maak gebruik van het rekenkundig gemiddelde als maat van centrale tendens.

  37. PASW en de centrummaten

  38. PASW en de centrummaten

  39. PASW en de centrummaten

  40. PASW output van de centrummaten

  41. PASW en het rekenkundig gemiddelden • Om subgroepen te vergelijken maken we vaak gebruik van het rekenkundig gemiddelde. • Maak uitgaande van het bestand busters.sav een vergelijking tussen de beide leeftijdsgroepen voor wat betreft de levensstijl variabelen (op grond van de gemiddelden)

  42. PASW Maak een vergelijking tussen subgroepen

  43. PASW vergelijking van subgroepen

  44. Output compare means

  45. Opgaven

  46. Bijkomende opgave Bereken alle zinvolle centrummaten op de volgende tabel

  47. Statistiek deel IInleiding in de statistiek Met ondersteuning van PASW Guido Valkeneers

More Related