650 likes | 1.96k Views
De Minnesota Multiphasic Personality Inventory-2 en MMPI-A N. Klaver, P. Van der Heijden, J. Derksen. De Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI). Wereldwijd meest gebruikte test voor persoonlijkheidskenmerken en psychopathologie 567 items, AKKOORD/NIET-AKKOORD
E N D
De Minnesota Multiphasic Personality Inventory-2 en MMPI-A N. Klaver, P. Van der Heijden, J. Derksen
De Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI) • Wereldwijd meest gebruikte test voor persoonlijkheidskenmerken en psychopathologie • 567 items, AKKOORD/NIET-AKKOORD • 10 klinische schalen, diverse subschalen • Meer dan 15.000 publicaties • Ieder jaar 250 nieuwe publicaties
Inhoud colleges • Historie MMPI • Validiteitschalen • Hoofdschalen • Codetypen • Inhoudsschalen, Supplementaire schalen • PSY-5 • Restructured Clinical Scales • SLGBS • Stappenplan voor interpretatie
Constructie MMPI (1943) Starke Hathaway Charnley McKinley
Constructie MMPI • Doel: discrimineren tussen psychiatrische diagnoses • Klinische schalen op empirische basis • 1000 items uit interviews en handboeken • Zorgvuldig geselecteerde patiënten met enkelvoudige diagnose • Normalen (724 familieleden van patienten en bezoekers)
Empirical Keying “Every item finally chosen differentiates between criterion and normal groups and that is the reason for acceptance or rejection of the items. They are not selected for their content or theoretical import. Frequently the authors can see no possible rationale to an item in a given scale; it is nevertheless accepted if it appears to differentiate.”
Beperkingen van empirische werkwijze 1. Hoge intercorrelaties klinische schalen: - itemoverlap - algemene psychopathologie - subtiele items 2. Theorieloos instrument
Revisie van de MMPI: MMPI-2 • Itemcontent • Nieuwe validiteitsschalen (Fb, VRIN, TRIN) • 15 nieuwe inhoudsschalen • Uniforme T-scores • Nieuwe normen • Klinische schalen zoveel mogelijk identiek
Interpretatiestrategieën Strategieën om met beperkingen om te gaan: • Code types • Harris-Lingoes subschalen • Supplementaire schalen, inhoudsschalen etc. • Enorme hoeveelheid wetenschappelijk onderzoek (extra-test correlaten)
Wanneer en hoe gebruik je deze test? • Patiënten versus normalen • Structurele versus descriptieve diagnostiek • Hypothesetoetsing versus hypothese vorming • Testbaarheid van de patiënt: stoornis en cognitieve kanten • Wijze van afnemen: paper & pencil, computer, internet, thuis
Kwalificaties van de testgebruiker • GZ- en klinisch psychologen • Psychiater, artsen en maatschappelijk werkers? • Wijze van introductie van de test • Wijze van feedback geven aan de patiënt
Psychometrische aspecten • Normen, betrouwbaarheid en validiteit • Oordeel van de Cotan • Dissertaties van Vendrig, Egger, van Balen • Nieuwe handleiding
MMPI-2Validiteitschalen • ? Cannot say • L-schaal • F-schaal • K-schaal • VRIN • TRIN • Fb • Fp • S-schaal
Niet beantwoorde items • ? Schaal niet beantwoorde items: • niet mogelijk (wees), defensief, niet coöperatief, ernstige psychopathologie, obsessieve trekken • grens van 20 in computerprogramma, zie uitdraai
Maten voor defensiviteit • L, controleer de TRIN • K, TRIN • S, TRIN • F-K index: ruwe scores +15 overdrijven
Maten voor infrequent antwoorden • Infrequency F: controleer VRIN: 90 • F-back: 90, controleer VRIN • F-psychopathology: VRIN TRIN, 100
VRIN Variabele Response INconsitentie • 53 itemparen • T= > 80 random antwoorden • T= < 80 valide profiel
TRIN True Response INconsistentie • 26 itemparen • T=> 80 T overmatig ‘akkoord’ antwoorden • T=> 80 F overmatig ‘niet akkoord’ antwoorden • T < 80 valide profiel
L schaal (15 items) • Overdreven aangepastheid • T > 60 overdreven positief beeld (sociaal wenselijk), schijnaanpassing, moralistisch, ontkenning • T < 60 gedrag conform gemiddeld
F schaal (60 items) Items die in de normgroep in minder dan 10% in de pathologische richting worden gescoord • T< 50 mogelijk sociaal wenselijk • T 60-65 deviant in een specifiek gebied (seks, werk, o.i.d.) • T 65-80 stress, deviant gedrag • T 80-110 overdrijving van symptomen, verwarring, cry for help • T> 110 mogelijk invalide profiel, check Fp, VRIN
K schaal (30 items) Meet bereidheid tot disclosure (of defensiviteit) Items zijn meer genuanceerd en subtieler dan L Positieve correlatie met intelligentie • T > 70 alles ontkennend, doet zich goed voor • T= 60-70 defensief, intolerant, geen inzicht • T= 50-59 open, eerlijke attitude • T < 50 zwakke afweer, verwardheid, overdrijven • K-correctie: Hs, Pd, Pt, Sc, Ma
Fb schaal (27 items) - F items 2-de testdeel (na item 370) - Items uit inhoudsschalen die in de normgroep niet vaak in de significante richting worden gescoord • T 80-100 invalide, overdrijven • T 65-79 forse problemen, bewust niveau • T 50-65 gemiddeld
Infrequent Psychopathology (Fp) • Ontwikkeld om hoge F scores te interpreteren (ad random, beperkt begrip, ernstige psychopathologie of fake bad?) • Fp: in minder dan 20% van de gevallen in twee psychiatrische groepen én in de normgroep. • 27 items, waarvan 15 overlappen met F • “Ik haat mijn hele familie” • “Alles smaakt hetzelfde”
Fp-schaal (interpretatie) • Specifiek bij overdrijving • Bekijk de schaal in relatie tot de VRIN en de L-F-K configuratie • T> 100 waarschijnlijk invalide ingevulde test (items bekijken) • T 70-99 mogelijk aangezet maar waarschijnlijk valide; zie VRIN en L, F, K • T< 70 valide ingevulde test
S Schaal (50 items) • Beoogt om een overmatig positief beeld over zichzelf aan te tonen, correleert met K • Items die discrimineren tussen piloten op sollicitatiegesprek en Amerikaanse normgroep • S > 65 ongeloofwaardig positief beeld ‘faking good’
1 Hs Hypochondrie 2 D Depressie 3 Hy Hysterie 4 Pd Psychopathie 5 Mf Gender 6 PaParanoïdie 7 PtPsychastenie 8 Sc Schizofrenie 9 MaManie 0 Si Sociale introversie Klinische schalen
Schaal 1: Hypochondrie (Hs) T > 80 Extreme somatische bezorgdheid, wanen? T= 60-80 Somatisatie, slaapproblemen, moe, ontevreden, eisend gedrag, klagerig T= 40-59 Gemiddeld
Schaal 2: Depressie (D) T > 70 Klinisch depressief T= 60-70 Depressieve klachten, ontevreden, bezorgd, somatische klachten, gebrek aan zelfvertrouwen T= 40-59 Gemiddeld
Schaal 3: Hysterie (Hy) T > 80 Mogelijk conversie T= 60-80 Somatische klachten, slaapproblemen, gebrek aan inzicht, ontkenning, eisend gedrag, onrijp, suggestibel T=40-59 Gemiddeld
Schaal 4: Psychopathie (Pd) T > 75 A-sociaal/antisociaal gedrag T=60-75 Problemen met de wet, boos, niet coöperatief (Vr.), drugsmisbruik (Ma) Familieproblemen, impulsief gedrag, ontevreden, energiek, oppervlakkige relaties T=40-59 Gemiddeld
Schaal 6: Paranoïdie (Pa) T > 70 Paranoïde psychose T= 60-70 Achterdocht, extreem sensitief, boos, teruggetrokken, beschuldigend T= 40-59 Gemiddeld
Schaal 7: Psychastenie (Pt) T > 75 Extreem angstig, gespannen, piekergedrag, concentratieproblemen, cognitieve problemen T= 60-75 Angstig en depressief, schuldgevoelens, gebrek aan zelfvertrouwen, onzeker, perfectionistisch, voelt zich niet geaccepteerd T= 40-59 Gemiddeld
Schaal 8: Schizofrenie (Sc) T > 75 Psychoticisme, kwetsbaar, schizofrenie? T=60-75 Schizoïde stijl, verward, angstig, nachtmerries, excessief dromerig, niet betrokken T=40-59 Gemiddeld
Schaal 9: Manie (Ma) T > 80 Bipolaire stoornis, manisch type T= 70-80 Overmatig energiek, stuurloos, onrealistisch zelfbeeld, impulsief, geringe frustratietolerantie, bazig, praatgraag T= 60-69 Actief, extravert, energiek, rebels, creatief T= 40-59 Gemiddeld
Schaal 0: Sociale introversie (Si) T > 75 Extreem teruggetrokken gedrag T= 60-75 Introvert, verlegen, depressief, gebrek aan zelfvertrouwen, onderworpen, betrouwbaar, afhankelijk, overgecontroleerd T= 40-59 Gemiddeld T < 40 Extravert, energiek, onbeheerst, competitief, manipulatief
Overige schalen • Harris-Lingoes • Inhoudsschalen • Componenten van de inhoudsschalen • Supplementaire schalen • psychopathology-five • SLGBS • RC-schalen • Codetypes
Harris-Lingoes schalen • T-waarden • Niet gebruiken bij een T-waarde van de klinische hoofdschaal beneden de 65
Inhoudsschalen • Rationele constructie • Vier clusters: intrapsychische symptomen (anx frs, obs, dep, hea, biz), naar buiten gerichte agressie(ang, cyn, asp, tpa), negatief zelfbeeld (lse), algemene probleemgebieden (sod, fam, wrk, trt)
Componenten van de inhoudsschalen • Constructie via combinatie van rationele en empirische methoden • Gebruiken op basis van iteminhoud
Supplementaire schalen • Angst, algemene onaangepastheid • Verdringing, traag en voorzichtig • Ik-sterkte, hogere score erkennen problemen beter uitkomst • MAC-R, extravert, risicogedrag, exhi. • Vijandigheid, hartziekte, cynisme • O-H, rigide, remming
Supplementaire schalen • Dominantie, leiderschap, sociaal gemak • Sociale verantwoordelijkheid, ethische en morele thema’s • Slechte aanpassing, studenten • GM en GF • PTSD-PK, Vietnamveteranen • MDS,
Supplementaire schalen • AAS, T groter dan 60 • APS • Superlatieve zelfbeoordelingsschaal
Nieuwe ontwikkelingen • NVM en SLGBS • Het geherstructureerde klinische schalen • Toekomstige vernieuwingen
Overige testaspecten • NRI’s: traumatisch hersenletsel, CVA whiplash • Prorated • Carlton Gass
Psy-5 • Agressiviteit, agressie als middel tot en doel,lichamelijk geweld in geschiedenis, dominantie, haat • Psychoticisme, psychotische symptomen, laag niveau van functioneren
Psy-5 • Psychopathology Five: agressiviteit, psychoticisme, ontremming, negatieve emotionaliteit/neuroticisme, introversie/positieve emotionaliteit
Psy-5 • Ontremming, risico zoeken impulsief gedrag, middelenmisbruik, antisociaal • Negatieve emotionaliteit/neuroticisme, anticiperen op het slechtste scenario, zelfkritiek • Introversie/lage positieve emotionaliteit, onvermogen te genieten, somber