1 / 39

Hoe gaan kinderen om met kanker in het gezin?

Hoe gaan kinderen om met kanker in het gezin?. Erik Verliefde 25 mei 2013. Kanker in het gezin. Kanker in het gezin is een stressvolle gebeurtenis voor het hele gezin, dus ook voor kinderen en jongeren. Kanker en hechting. Niet alleen broer, zus, vader, moeder opa en oma tante en nonkel

keira
Download Presentation

Hoe gaan kinderen om met kanker in het gezin?

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Hoe gaan kinderen om met kanker in het gezin? Erik Verliefde 25 mei 2013

  2. Kanker in het gezin • Kanker in het gezin is een stressvolle gebeurtenis voor het hele gezin, dus ook voor kinderen en jongeren.

  3. Kanker en hechting • Niet alleen broer, zus, vader, moeder • opa en oma • tante en nonkel • iedereen waar een hechte band mee is. Hechting is het proces waarbij een kind voor zijn gevoel van welbevinden in toenemende mate afhankelijk wordt van een aantal personen. (Bowlby)

  4. Een beschermende reflex • Ziekte en dood horen niet thuis in een kinderwereld. • Een kind staat onbezorgd in het leven. Kun je kanker wegstoppen? • Onderzoek toont aan dat je kinderen best wel betrekt. (Gazendam-Donofrio et al., 2007) • Kanker brengt zoveel veranderingen mee dat dit niet onopgemerkt kan gaan.

  5. Wie is er ziek? • leeftijd • man/vrouw • sociale status • netwerk Welke kanker?

  6. Wie is het kind? • leeftijd • unieke ontwikkeling • geschiedenis

  7. Baby • Een zintuiglijke leefwereld • Een veilige en geborgen leefwereld • Ziektebesef niet aanwezig • Angst om verlaten te worden • Aanvoelen van hevige emoties • Aanvoelen van andere sfeer in huis.

  8. Eén tot drie jaar • ‘Ik’ fase en streven naar autonomie • Een wereld dat een peuter wil controleren • Ziektebesef niet aanwezig • Geen besef van de dood • Maakt geen onderscheid tussen levende en niet-levende dingen • Scheidingsangst • Heel gevoelig voor verandering

  9. Drie tot zes jaar • Kinderen leggen verbanden • Magisch denken is aanwezig • Weet dat iemand kan doodgaan, begrijpt het onomkeerbare van dood niet • Stellen zeer veel concrete vragen • Ze nemen gevoelens van volwassenen over • Angst en vastklampen aan de volwassene.

  10. Zes tot negen jaar • Begin van ziektebesef, een overledene komt niet meer terug. • Begrijpt nog niet dat dood onvermijdelijk is en dat dit iedereen kan overkomen. • Weten niet goed hoe omgaan met ziekte, dood. • Kinderen willen niet ‘anders’ zijn • Besef van onomkeerbare van dood groeit • Regressief gedrag komt voor.

  11. Negen tot twaalf jaar • Leeftijdsgenoten worden belangrijker • Abstract denken ontwikkelt zich • Kinderen leggen verbanden i.v.m. kanker • Ze zoeken steun bij leeftijdsgenoten • Begrijpen dat alles wat leeft, eens dood gaat • Geen blijf weten met eigen emoties • Stoer zijn, opstandigheid.

  12. Twaalf jaar en ouder • Op zoek naar eigen identiteit • Jongeren willen zelfstandig omgaan met problemen

  13. Twaalf jaar en ouder • Ze willen zelf omgaan met ziekte en verlies • Dood is onomkeerbaar, het eindpunt van het leven • Begrip dat iedereen kan sterven, doch ze verwachten niet dat dit kan in eigen nabije omgeving • Vaak bezig met vragen rond zingeving • Soms lichamelijke en psychosomatische klachten • Heel wisselende en onvoorspelbare reacties.

  14. Rekening houden met … • Hoe gaat familie om met kanker? • Hoe gaat kind om met kanker? • Welke gevoelens roept kanker op? Mogen deze gevoelens getoond worden? • Open communicatie.

  15. Communicatie tussen ouders en kinderen • is een indicator voor de kwaliteit van de relatie tussen ouder en kind (Riesch 2003). • kleurt de impact van ziekte • Open en flexibele communicatie: protectief • Probleemcommunicatie: destructief.

  16. Open communicatie tussen ouders en kinderen • is één van de belangrijkste beïnvloedende en beschermende factoren. • is niet evident als er kanker is: • we worden er buiten gehouden (jonge kinderen) • we staan er alleen voor (ouders) • we staan met lege handen (zorgverstrekkers)

  17. Ouder-kind communicatie Het Kind Informatienoden Attitudes t.a.v. communicatie Enorme sensitiviteit Hun ideeën over ziekte/dood De ouder Attitudes t.a.v. communicatie Informatienoden Weinig zicht op stress en noden van kinderen

  18. Terughoudendheid kinderen beschermen vragen vermijden bang om angst ↑ onvoldoende kennis reacties idee dat kinderen niet begrijpen Ouder-kind communicatie Communiceren geloven in communicatie vertrouwenbestendigen stress verminderen Durf steun vragen als nodig

  19. Open communicatie school – vrije tijd

  20. Open communicatie school – vrije tijd • Kinderen willen niet “anders zijn”. • Wie breng je op de hoogte? • Aanvaard worden door leeftijdsgenoten, door leerkrachten is een beschermende factor (Kwok, 2006).

  21. Een veilige omgeving. • Kinderen stellen zich kwetsbaar op • Schrik om gekwetst te worden kan isolatie veroorzaken • Gevoelens kunnen uiten

  22. Kind bepaalt zelf het tempo • Niet de volwassenen, wel de kinderen bepalen het tempo. • Bied aan, reik de hand. • Laat het kind naar je toe komen. • Verplicht niet. • Omgaan met kinderen die nu jouw hand niet aannemen.

  23. Kinderen willen weten • Informatie over ernst van de ziekte en gevolgen van behandeling zorgt ervoor dat angst daalt (onderzoek Thastum et al, 2008). • Kinderen zoeken zelf naar antwoorden. • Kinderen stellen vaak heel directe vragen. • Kinderen zijn bezig met leven en dood. • Open communicatie betekent eerlijke antwoorden, rekening houdend met het kind.

  24. Kinderen willen weten: web

  25. Kinderen willen weten: vragen • Vragen naar informatie Waarom valt het haar uit van mama? Wat is chemo? Ga je van kanker dood? Krijg ik ook kanker als ik groot ben? • Vragen over hun zorgen Kan ik er iets aan doen? Ben ik ook ziek? Wie brengt me naar dansles? • Filosofische of spirituele vragen

  26. Kinderen en hun emoties.

  27. Kinderen en hun emoties. • Onduidelijkheid i.v.m. gevoelens van kinderen • Angst volwassenen voor te intens verdriet van kinderen • Kinderen sparen ook.

  28. Kinderen en hun emoties. • Minder woordenschat. • Niet mogelijk om nuances te verwoorden. • Emoties kinderen in golfbeweging. • Intense gevoelens afwisselend met geen gevoel, kort maar krachtig. • Vermijden van emoties te tonen omwille van het kwetsbare. • Kinderen stellen hun emoties vaak uit.

  29. Kinderen en hun lijfelijke beleving • Hoe beleven kinderen kanker? • Niet alleen met hoofd, ook met hart en lijf? • Durven luisteren naar hun eigen lichaam. • Mindfulness

  30. Wat is troosten?

  31. Kinderen willen kind blijven

  32. Meer dan spreken: boekjes

  33. Meer dan spreken: tekenen

  34. Meer dan spreken: doen

  35. Meer dan spreken: doen

  36. Verwerkingsboekjes

  37. Meer dan spreken: aanbieden

More Related