260 likes | 431 Views
Financiering Hoger Onderwijs. Commissie ad hoc Hoger Onderwijs Maandag 3 mei 2010. Presentatie. Enkele contextfactoren Mechaniek Uitdagingen door integratie. I. Contextfactoren. 1995-1999: Gestage groei. Bron: statistisch jaarboek van het Vlaams Onderwijs (basisopleidingen).
E N D
Financiering Hoger Onderwijs Commissie ad hoc Hoger Onderwijs Maandag 3 mei 2010
Presentatie • Enkele contextfactoren • Mechaniek • Uitdagingen door integratie
1995-1999: Gestage groei Bron: statistisch jaarboek van het Vlaams Onderwijs (basisopleidingen)
2000-2004: Stabiliteit tUL geteld bij UH
Hogescholen Gesloten enveloppe Sterk stijgende studentenaantallen CAO III: TBS 55+ overgangsstelsel Extra middelen in 1999 Universiteiten Stabiele financiering: deels vast, deels variabel Extra middelen in 2000-2004 Arrest Arbitragehof UGent Problematiek indexering
Opbrengstenstructuur Hogescholen Bron: regeringscommissariaat Hogescholen
Opbrengstenstructuur Universiteiten Bron: geconsolideerd bij AHOVOS
Bron: werkingsmiddelen 2010 Bedragen in miljoen euro Sokkel onderzoek, inc. 5 mio. UGent • 4 gesloten budgetten • Verdeeld op basis van financieringspunten: input + output + diploma + credit • Studentgedreven • Gewogen per studiegebied • Academische diploma’s in de associatie (24%) • Doctoraten (40%) • Publicaties en citaties (30%) • Diversiteitcoëfficiënt (6%) • Minimum schaal: 50 doctoraten (4jaar) en 1.000 publicaties (10 jaar) • Maximum schaal: 400 doctoraten en 10.000 publicaties • 50/50 verdeling: doctoraten en publicaties • Degressief verdeeld Extra gewichten voor beperkt contingent studenten • Minimum schaal : 90.000 studiepunten • Maximum schaal: 720.000 studiepunten • Gemiddelde over voorbij 5 jaar • Degressief verdeeld
Gegarandeerd minimum (tot 2013) Vb. 2010, bedragen in 1.000 euro • Bedrag “verevening” in 2010 is quasi voldoende om doelstelling te halen • Uitzondering: instellingen die geen onderwijssokkel krijgen geen gegarandeerd minimumbedrag • Let op: bepaalde bedragen vallen hierbuiten (bv academiseringsmiddelen)
kliksysteem Referentieperiode: opgenomen studiepunten 01/02 tot 05/06 ? ? ? Eindresultaat : 50,5 miljoen euro extra tot 2014 Alternatieve berekening
Besparing 2011 • Onderwijs moet voor 2011 een bedrag besparen van 142 miljoen euro • Hoger Onderwijs moet 16,1 miljoen (ongeveer 1,27% van de effectieve werkingsmiddelen) • Geldt voor alle instellingen, dus inclusief “verevenden”
Budgettaire effecten • Huidige teksten (Green Paper, …) omvatten geen exacte bepalingen • Tekst maatschappelijk debat bevindt zich in eindfase • Bespreking parlementaire ad hoc commissie (resoluties?) Moet leiden tot criteria voor aanpassing financieringsdecreet
vervolg presentatie: persoonlijk kaderen en interpreteren van voorliggende voorstellen
Voorafgaande beslissingen • Draagvlak voor hervorming gespreid over minimum 2 legislaturen (tot 2019?) • Quid definitieve keuze inzake Hoger Kunstonderwijs? • Quid regionale institutionele wijzigingen? (vb. herschikking W&K, …)
Versterking professionele bachelors – mogelijke opties • Gelijke waarde financieringspunten voor alle deelgebieden hoger onderwijs -> technisch moeilijk Kost: 12,5 miljoen euro • Toepassing 10% verhoging regeerakkoord? Kost: 37 miljoen euro • Green Paper: 30 miljoen euro
Versterking professionele bachelors (2) • Verhoging ondersteuning financieringskanaal (projectmatig) wetenschappelijk onderzoek ( per student nu: 3,33%) Kost tot 5%: 4,5 miljoen euro • Relatie HBO5 (expertisenetwerken?) • Problematiek studieduurverlenging cf. Green Paper
Academisering • Gaat om middelen buiten de basisarchitectuur • fase 1: 13 miljoen euro • Fase 2: 2004-2009: 15,7 miljoen (deels Onderwijs, deels wetenschapsbeleid)
Academisering • Fase 3: 2009-2019: absolute voorwaarde voor finalisering academisering • Commissie Soete: raming 130 miljoen dus netto: 100 miljoen extra • Andere methode van berekenen: gemiddelde waarde van variabel onderzoeksdeel relateren aan studentenaantal academische opleidingen Hogescholen : 70 miljoen dus netto: 40 miljoen extra (+ discussie mbt. 1ste schijf academiseringsmiddelen) • Green Paper: 30 miljoen euro
Puntengewichten • Puntengewichten van hogescholen en universiteiten functioneren afzonderlijk • Puntengewichten bij hogescholen variëren van 1 tot 1,6 (m.u.v. kunstopleidingen) • Puntengewichten bij universiteiten 1, 2 en 3 • Indien oefening wordt gedaan: eerst discussie wijze van koppelen aan gewichten. • Green Paper: 15 miljoen euro
Versterking (eerste) geldstroom universiteiten • Probleem: aandeel ZAP personeel in totaal personeelsbestand is quasi ongewijzigd sinds 1992 • Aandeel ZAP in totaal personeelsbestand gedaald van 20,6% naar 13,1% (Vlir statistiek) • Hypothese: optrekken naar bv. 15% = +365 full time • Bijkomend discussiepunt: verdelingsmechanisme
Brusselnorm • Waarom? • Specificiteit van Brusselse context? • Al dan niet geheel of gedeeltelijk gekoppeld aan rationalisatie? • Toevoegen van middelen: • Binnen systeem: hogere gewichten • extra-comptabel • Green paper: 3 miljoen euro
Hoger Kunstonderwijs • Oorspronkelijk onderdeel van de component academisch hogescholen • Uiteindelijk: de facto afzonderlijk budget • Green Paper: 10 miljoen euro