1 / 39

Presentatie titel

Computer Vision. Presentatie titel. Technische Informatica www.hogeschool-rotterdam.nl/cmi. Rotterdam, 00 januari 2007. Les 4. Hoofdstukken 2.1 Introductie Algoritmen 2.2 Camera model en Kalibratie. Introductie Algoritmen.

lacey
Download Presentation

Presentatie titel

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Computer Vision Presentatie titel Technische Informatica www.hogeschool-rotterdam.nl/cmi Rotterdam, 00 januari 2007

  2. Les 4 Hoofdstukken 2.1 Introductie Algoritmen 2.2 Camera model en Kalibratie

  3. Introductie Algoritmen • De vorige hoofdstukken gingen over het technisch perspectief van beeldverwerking • Dit gedeelte gaat over hoe beelden worden verwerkt met de computer • Het wiskundig model hoe een scene afgebeeld wordt op een beeldsensor • Ook de decodering van afbeeldingen wordt uitgelegd • De modellen en de methoden vormen de basis voor de implementatie

  4. Camera model en kalibratie • Als metingen gedaan worden m.b.v. beelden dan is het noodzakelijk om de modellen te begrijpen die scènes afbeelden op een beeld • Voor het herkennen van barcodes is het beeld voldoende • In alle andere gevallen is het wiskundig model van belang

  5. Pinhole camera model • Het perspectief model ligt ten grondslag aan alle wiskundige modellen van camera afbeeldingen • Alle punten worden geprojecteerd in een rechte lijn op het object vlak door een oneindig klein punt (projectie centrum Z) • Het projectie centrum ligt tussen scene en het beeldvlak (sensor) • Daarom is het beeld altijd een spiegel (zie fig 2.1)

  6. Pinhole camera model

  7. Pinhole camera model • Het beeld is 1800 gedraaid. • Het beeld wordt in de omgekeerde volgorde verzonden voor een digitale camera • De formule voor de afbeelding is : • Hierin zijn u,v de beeldcoördinaten • Hierin zijn x,y,z de coördinaten van een punt in de scene van een 3D coördinaten systeem • De oorsprong ligt in projectiecentrum • De parameter f is de cameraconstante • f is de afstand van projectiecentrum tot beeldvlak

  8. Pinhole camera model • Normaal ligt beeldvlak achter Z ( u,v negatief) • Hier is een positieve positie gekozen(zie fig 2.2) • z is de afstand van projectiecentrum tot object vlak (scene)

  9. Uitgebreid camera model • Een aantal termen en coordinaatsystemen: • Principe as: Dit is de rechte lijn loodrecht op het beeldvlak en door het projectiecentrum • Principe punt: Dit het snijpunt van de principe as met het beeldvlak • Beeld coordinatensysteem: Dit is een 2 dimensionaal systeem. De oorsprong is linksboven ( de u-as rechts; de v-as naar beneden) • Camera coordinatensysteem: Dit is een 3-dimensionaal systeem. De oorsprong ligt in projectiecentrum Z

  10. Uitgebreid camera model • De x-y-as zijn parallel met de u-v-as. De z-as wijst naar voren naar de scene. • Wereld coördinatensysteem: Dit is een 3-dimensionaal systeem. Dit is het basis coördinaten systeem en kan overal zijn. (maten in mm.) • Intrinsieke camera parameters : Onafhankelijk van de wereldcoördinaten • Extrinsieke camera parameters: het model transformeert wereldcoördinaten in cameracoördinaten

  11. Uitgebreid camera model • f is intrinsiek • tot nu toe zijn intrinsieke parameters constant en hebben we geen extrensieke parameters • Maar: • Geen ideale lens • Pixels zijn niet vierkant (fx en fy) • Principepunt ligt niet op de oorsprong van beeldcoordinaten systeem (cx en cy) • Pixel zijn rechhoekig • Het centrum van de chip ligt niet op de principe-as. cx en cy geven de afwijking aan

  12. Uitgebreid camera model • xc en yc ,zc zijn de coordinaten van de oorsprong van Z (camera coordinaten) • fx en fy geven de factoren van de rechthoekige pixel • u,v zijn de beeldcoordinaten • Hieruit volgt: • u = cx + fx/zc. xc v = cy + fy/zc. yc

  13. Uitgebreid camera model • Omwerken naar homogene coordinaten : • Waarbij K gelijk is aan: • De inverse K-1 is:

  14. Uitgebreid camera model • Dan volgt hieruit: • xc=K-1u • Hierin is zc de onbekende variable • Als zc bekend is wordt ieder punt xc, yc getransformeerd in het punt u,v • Formule 2.4 kan ook als volgt geschreven worden .

  15. Uitgebreid camera model • De camera coordinaten xc zijn gedefinieerd binnen een wereld coordinaten systeem xw • Waarbij xc een vector (xc,yc,zc) is en xw ook een vector (x,y,z) is • Het verband hiertussen is een willekeurige rotatie R en een translatie t • xc = Rxw + t (2.6) • Hiermee is de camerapositie bekend

  16. Uitgebreid camera model • Je kunt dit ook schrijven als: • xc =(R| t) xw • Nu is: • u=K xc met u is vector (u.s, v.s , s) • s=zc is scherptediepte • De afbeelding van het beeldpunt u is • u=K(R| t) xw= Pxw • Hierin P de projectiematrix: P=K(R| t)

  17. Uitgebreid camera model • De inverse van P bepalen • xc = Rxw + t • vermenigvuldigen met RT ( de transponeerde matrix geeft: • RT xc = RT Rxw + RT t • Nu is voor een rotatie: RT R=E • RT xc = Exw + RT t • RT xc = xw + RT t • xw = RT xc - RT t = RT(xc – t) • xc=K-1u • xw = RT(K-1u – t)

  18. Uitgebreid camera model • xw = RT(K-1|– t) u (a) • Nu is u= Pxw • xw= P-1u (b) • Uit (a ) en (b) volgt: P-1 =RT (K-1|- t)

  19. Camera Kalibratie • Kalibratie betekent bepalen van de intrinsieke parameters cx,cy,fx,fy en de extrensieke parameters R, t • Ook intrinsiek is de niet lineaire vervorming van de lens • Kalibratie gaat uit van een verzameling paren: • {pw,i,Pb,i} i є {1,….n} • pw,i = punt in wereld coordinaten • Pb,i = punt is de projectie op beeldvlak • Alsn>6 is het mogelijk de parameters te bepalen met • Direct Lineaire Transformatie (DLT)

  20. Camera Kalibratie • In de praktijk meer punten • Een schaakbord patroon ( fig 2.3) is nodig • De relatieve posities zijn moeilijk te bepalen • Daarom een rechthoekige glasplaat gebruiken met bekende dikte (fig 2.5)

  21. Camera Kalibratie

  22. Camera Kalibratie • Ook 3-dimensionaal object is mogelijk (fig 2.4

  23. Camera Kalibratie • De volgende methode wordt gebruikt: • De relatieve beweging tussen kalibratie patronen op basis van corresponderende punten wordt gebruikt (geen hardware nodig) • Elk paar pw en pb geldt: • Dit wordt omgezet naar:

  24. Camera Kalibratie • Bij homogene coordinaten kan L12=1 worden • Dit geeft: • De paren u1,v1, en x1 ,y1, z1 (in dit n keer) zijn bekend (gemeten) . Hieruit moet L1-L11 bepaald worden. • Dan kun je onderstaande vergelijkingen opstellen (2.13)

  25. Camera Kalibratie • Korter A.x=b • Dit zijn meer vergelijkingen dan onbekenden • Hieruit kun je de meest optimale oplossing x* bepalen met de methode van kleinste kwadraten. (Appendix B)

  26. Camera Kalibratie • Hiervoor moet onderstaande vergelijking opgelost worden ( beide zijden met AT vermenigvuldigen geeft:) • Dit kan opgelost worden met de Cholesky decompositie (Appendix B). De oplossing is: • x* is de oplossing voor L1-L11 • Als de DLT parameters zijn bepaald kan voor elk punt Pw ook Pb bepaald worden met (2.11)

  27. Camera Kalibratie • Ook het omgekeerde kan, als Pb bekend is kan Pw bepaald worden • De volgende vergelijking met te weinig vergelijkingen moet dan worden opgelost: • De oplossing van dit stelsel vergelijkingen is de rechte lijn g van alle mogelijke Pw punten en kan als volgt worden opgelost: • Eerst definieeren:

  28. Camera Kalibratie • Door uit 2.16 x te elimineren krijgt men: • Er is vergelijking tekort .Deze wordt gekozen uit • G=L4-u • Met de volgende definities:

  29. Camera Kalibratie • Met de volgende definities: • Wordt de parameter voorstelling van de rechte lijn: • Hiermee kunnen we de calibratie testen

  30. Camera Kalibratie • Als L1-L11 bekend zijn kunnen hieruit de intrensieke en extrensieke parameters bepaald worden. Bepaling volgens Moré • Intrensiek: cx,cy,fx,fy • Extrensiek R,t

  31. Camera Kalibratie

  32. Lens vervorming • Er zijn niet-ideale lenzen , die leiden tot niet-lineaire vervorming • De belangrijkste is radiale lensvervorming (2-4 mm) ( komt door de vorm van de lens)

  33. Lens vervorming • Tangentiale lensvervorming is minder belangrijk ( komt door de fabricage van de camera)

  34. Lens vervorming • u,v zijn beeldcoordinaten verkregen door afbeelding van 3D naar 2D • Vervormde beeld coordinaten zijn ud en vd • ud,vd= f(u,v) • De projectie van u en v op het vlak z=1 in het camera coordinaten systeem dient als basis voor de berekeningen. • De coordinaten zijn: • Dit is dezelfde formule als (2.5) maar xc=xn , yc=yn , zc=1

  35. Lens vervorming • xn ,yn= orginele locatie (op het beeldvlak) • xd,yd = vervormde lokatie (op het beeldvlak) • Voor de vervormde beeldcoordinaten ud,vd geldt: • Deze wordt bepaald uit (2.23) door voor u=ud en v=vd in te vullen. Deze zijn het gevolg van de vervormde locatie xd,yd, • Voor xn wordt xd en voor yn wordt yd ingevuld

  36. Lens vervorming • Men neemt aan dat de vervorming binnen een cirkel ligt met straal r • f(r) kun je in een Taylor-reeks plaatsen • f(r)=a0 + a1r1+a2r2 +a3r3 +a4r4… enz • Nu is r klein t.o.v. de lensgrootte ,zodat termen verwaarloosd mogen worden f(r)=1 +a2r2 +a4r4 • Nu worden 2 parameters d1(a2) en d2(a4) gebruikt . Het verband tussen het vervormde punt en orginele punt is dan:

  37. Lens vervorming • Op identieke wijze geldt voor tangentiale vervorming met d3 en d4 : • OpenCv combineert die 2:

  38. Lens vervorming • De berekening van de vervormde beeldcoordinaten ud,vd vanuit de onvervormde coordinaten u,v is in algoritme 1:

More Related