mei 2012

1. mei 2012 Rexel Nederland Business SupportPostbus 2217 – 5202 CE ‘s-HertogenbTel. +31 (0)73 633 96 22 - Email: bs@rexel.nl

2. Rexel Nederland B.V. • Kennis en innovatie meeting • Zonne-energiesystemen Roger Hendrix

3. Fossielebrandstoffen Bron: Future World Energy/ L. David Roper

4. Energietransitie Bron: Energietranstievolgens BAS Energie

5. Fotovoltaïsche zonne-energiesystemen In fotovoltaïsche zonne-energiesystemen (of PV-systemen) zetten zonnecellen het opgevangen licht rechtstreeks om in elektriciteit. Zonnepanelen of PV panelen van het Engelse 'Photo-Voltaic‘ (Grieks photos: licht, en Volt naar de eenheid van elektrische spanning)

6. Zonnecel- werking Een zonnecel bestaat uit een dun plaatje halfgeleidend materiaal dat alleen goed elektriciteit geleidt als er licht op valt. Het meest gebruikte materiaal is zuiver silicium, dat door chemische bewerkingen een negatieve bovenlaag en een positieve onderlaag krijgt, zoals min en plus van een batterij. Als we die twee koppelen aan een elektrisch toestel, zoals een lampje, en we laten licht op de zonnecel vallen, ontstaat er een elektrische gelijkstroom die het lampje doet branden.

7. Zonnecel- mogelijkheden Monokristallijnzonnecellen - zijn vervaardigd uit siliciumplakken, die uit een groot donkerblauw “monokristal” zijn gezaagd. Dat kristal is gecontroleerd afgekoeld, waardoor een gelijkmatige structuur is ontstaan. Polykristallijnezonnecellen- (of multikristallijn silicium) worden gegoten en vervolgens gezaagd. Dit is een ander proces dan dat van de monokristallijne cellen. Tijdens het stollen ontstaan verschillende kristallen die het materiaal een onregelmatig geschakeerd uitzicht geven. Het rendement van polykristallijne cellen ligt iets lager (circa 2%) dan dat van monokristallijne cellen. Amorf silicium cellen -worden opgedampt op een ondersteunend materiaal. De opbrengst is niet zo hoog, maar veel goedkoper. Voordelen zijn het kleinere materiaalgebruik, de continue productie met laag energieverbruik, en de mogelijkheid ze te plaatsen op grote oppervlaktes op goedkope dragers, zoals een dakbedekking. CIGS-cellen - zijn een compositie van meerdere dunne metaallagen (“thin film”) die op elkaar zijn aangebracht en een halfgeleider vormen. CIGS-cellen staan bekend om hun hoge energierendement. .

8. Zonnepaneel- opbouw De voorkant van zonnepaneel bestaat uit een lichtdoorlatende plaat, meestal van glas; aan de achterkant wordt een water- en dampdichte folie aangebracht. Rond het paneel wordt meestal een aluminium kader bevestigd voor de stevigheid en een gemakkelijke montage op een draagstructuur. Op de achterzijde van het paneel wordt een waterdichte aansluitdoos voor elektrische kabelverbindingen gekleefd.

9. Zonnepaneel- vermogen De capaciteit van een zonnepaneel wordt uitgedrukt in Wattpiek. Een Watt-piek is gedefinieerd als het elektrisch vermogen dat een zonnecel levert bij standaard test condities (STC): een instraling van 1000 W/m² (een stralend blauwe hemel in juni) en een cel temperatuur van 25 graden Celsius. Onder deze omstandigheden levert een zonnecel van 1 Watt-piek een vermogen van 1 Watt. Bij een lagere instraling of een hogere temperatuur levert de zonnecel minder vermogen. Omdat dit vermogen onder normale omstandigheden niet wordt gehaald (de zon schijnt niet altijd even hard), wordt de Watt-piek gehanteerd als vergelijking van opbrengst van zonnepanelen. In de praktijk ligt het geleverde vermogen van een zonnepaneel op circa 80% van het aantal Watt-piek dat onder laboratoriumomstandigheden wordt opgewekt.

10. Omvormer- algemeen De omvormer vormt het brein van het zonne-energiesysteem deze maar het mogelijk om onze zonnepanelen te schakelen aan het elektriciteitsnet. Hij zet namelijk de gelijkspanning 12-37 Volt die over het zonnepaneel staat, om in een wisselspanning 230 Volt. Tegelijkertijd waakt de omvormer over de stabiele stroomtoevoer aan het elektriciteitsnet. De omvormer is dus de veiligheidsagent van de installatie. Het is belangrijk de juiste omvormer te kiezen. Deze moet afgestemd zijn op het vermogen van de zonnepanelen. De juiste omvormer: verlengt het leven van het systeem; verhoogt het rendement van uw systeem. Voorkeur is om de omvormer zo dicht mogelijk in de omgeving van de zonnepanelente plaatsen. Zo gaat tijdens het transport het minst energie verloren. De omvormer hangt best op een goed bereikbare plaats. Dat vergemakkelijkt een controle van het toestel.

11. Omvormer- eigenschappen • Rendement • Een Omvormer heeft een rendement van 91 à 98%. • Levensduur • De levensduur kan degraderen wanneer de omvormer op een te warme plaats staat • (>35 à 50°C afhankelijk van het type). Het is dus aangeraden om de omvormer in een koele plaats te installeren. Veelal, om korte gelijkstroomdraden te hebben wordt de omvormer echter op zolder geïnstalleerd. Dit is zeker een te mijden opstelling.   • Deratingvan de omvormer • Wanneer de omvormer op een te warme plaats hangt (>35°C) kan het zijn dat deze zijn eigen geproduceerde warmte niet meer weg krijgt. Deze warmte moet weg geventileerd worden. Als de huidige omvormers te warm komen schakelen zij hun geproduceerd  vermogen naar beneden (derating) om zichzelf te beschermen tegen oververhitting en dus uitvallen. Deze derating beperkt zelf automatisch het geproduceerd vermogen dat op het lichtnet gestoken wordt.  • Er zijn 3 deratings mogelijk: • Deratingvan de temperatuur: beperking van het afgiftevermogen opdat de omvormer niet zou oververhitten; • Deratingvan de ingangstroom: problemen met te hoge ingangstroom aan de PV zijde; • Deratingvan het vermogen: voor driefasige omvormers om asymetrie te voorkomen.

12. Omvormer- eigenschappen Strings: Omdat de ingangsspanning beperkt is tot maximaal 450 à 600VDC werkt men meestal met 2 strengen of strings. De panelen worden in serie geplaatst maar de strings worden zelf onderling parallel gekoppeld zodat de stroom apart loopt en bij eventuele schaduw op een string enkel deze string hiervan last ondervindt. Galvanische scheiding: Zo is de fotovoltaïsche DC kring elektrisch gescheiden van het lichtnet. Dit wordt gerealiseerd door de transformator. Dankzij het principe van "galvanische isolatie", voldoen de omvormers aan de strengste internationale veiligheidsnormen en bieden de mogelijkheid om de aarding zowel op de positieve als de negatieve klem van de DC zijde te realiseren. Garanties:  De garanties gaan niet zover als de panelen. De panelen zijn solid state en dus eigenlijk onverwoestbaar. De omvormers verslijten wel degelijk. De garantie gaat tot 10 jaar en eventueel tot 25 jaar mits bijleg voor een omniumverzekering. 

13. Omvormer- uitlezing Display op omvormer All-in-one display Software Matrixbord Smartphone

14. Montage- instraling De zon- instraling die op de atmosfeer van de aarde valt bedraagt 1360 Watt per m2.Van deze 1360 Watt per m2 bereikt uiteindelijk 50 tot 1000 Watt per m2 het aardoppervlak. Eén uur volle zon levert dan dus als maat 1000 Wh per m2 anders gezegd: 1kWh/m2. Het zonaanbod in Nederland varieert per provincie. In het westen van het land is er meer zonaanbod dan in het oosten. Daarnaast is de zonne-instraling sterk afhankelijk van het weer. De instraling in de zomermaanden is ongeveer zeven keer zo groot als in de wintermaanden. Op een bewolkte zomerdag kan de instraling van de zon nog altijd ongeveer 300 Watt/m2 bedragen.    

15. Montage- oriëntatie De optimale oriëntatie richting voor een zonnepaneel is het zuiden (-2°E om precies te zijn). De optimale hellingshoek bij deze oriëntatie is 36°. Afwijking van dit optimale punt zorgt voor een verlies aan rendement. De voorwaarde om aan een goed instralingpercentage te kunnen voldoen: • de oriëntatie tussen zuidwest en zuidoost ligt; • de hellingshoek tussen de 30 en 60 graden ligt.   Bomen, naastliggende gebouwen en mogelijke toekomstige bebouwing kunnen de instraling op zonnepanelen belemmeren. Plaats daarom de zonnepanelen zo hoog mogelijk op het dak. De lichtbelemmeringshoek op dakvlakken moet kleiner zijn dan 15°. (de hoek tussen de onderkant van het zonnepaneel en het belemmerend object)

16. Montage- schuindak Het monteren van zonnepanelen op een schuindak met dakpannen wordt gedaan met roestvrije stalen draagbeugels die achter de dakpannen op het dakgeraamte wordt geschroefd met eventueel extra bevestigingshout. Om de 1,50 meter wordt er 1 draagbeugel vastgeschroefd in het dak. Op de draagbeugels worden de roestvrije stalen aluminium draagrails gemonteerd met speciale roestvrije stalen schroeven. De zonnepanelen kunnen dan met hamerkopbouten aan de aluminium draagrails worden bevestigd.

17. Montage- schuindak Voor dakbedekking als sandwich of golfplaten zijn speciale draagbeugels ontwikkeld die direct in het dakplaat kan worden geschroefd.

18. Montage- platdak Aluminium frame constructie SolarworldSuntub ubbink solar ConSole

19. Montage- vrijveld Zonnepaneelparken Sun Trackers

20. Montage- overige

21. Montage- vergunning Algemeen Voor het plaatsten zonnepanelen is meestal geen vergunning nodig maar u moet dan wel voldoen aan de volgende regels: • de zonnepanelen of zonnepaneel moet op of aan een bouwwerk worden geplaatst; • de zonnepanelen of het zonnepaneel moet bedoeld zijn voor de energie van het bouwwerk waarop of waaraan het is geplaatst. Het is ook toegestaan om een zonnepaneel op of aan een bouwwerk te plaatsen ten dienste van een ander op het perceel aanwezig bouwwerk. Zo is een zonnepaneel op een garage (onder voorwaarden) ook bouwvergunningvrij als het stroom opwekt voor de woning op hetzelfde perceel; • de zonnepanelen of het zonnepaneel moet een geheel vormen met de installatie voor het opwekken van elektriciteit. Als dat niet het geval is, dan moet de installatie in het betreffende bouwwerk worden geplaatst. www.rijksoverheid.nl

22. Montage- vergunning • Zonnepanelen op een schuin dak, dan geldt: • de zonnepanelen of het zonnepaneel mag niet uitsteken en dus aan alle kanten binnen het vlak van het dak moet blijven; • de zonnepanelen of het zonnepaneel moet in of direct op het dakvlak moet worden geplaatst; • de hellingshoek van de zonnepanelen moet hetzelfde zijn als die van het dakvlak waarop het staat. • Zonnepanelen op een plat dak, dan geldt: • de zonnepanelen moeten ten minste net zo ver verwijderd blijven van de dakrand als die hoog is. Is het hoogste punt van het zonnepaneel bijvoorbeeld 50 centimeterdan moet de afstand tot de dakrand(en) ook minimaal 50 centimeter zijn; • de hellingshoek van de zonnepanelen mag niet meer zijn dan 35 graden; • de zonnepanelen of het zonnepaneel mag niet geplaatst worden bij een monument of in een door het Rijk aangewezen beschermd stads- of dorpsgezicht.

23. Kabel Kabel voor zonne- energieinstallaties is extreem robuust, mechanisch hoog belastbaar, UV bestendig, dubbelgeïsoleerd en bestaatuitéénader. DRAKA- SUN BETAX 125 1,8 kV DC LSHF Flexibele PV kabel Minimum installatietemperatuur: -40 °C Maximum geleidertemperatuur: +110 °C (tijdelijk overbelastbaar) tot +130 °C; 3000 uur 125 °C) Gebruikstemperatuur: min. -40 °C, max. +90 °C Mantelkleur: zwart, blauw, rood Keur: TÜV keur Aflevering: ringen, haspels HF07RN-F

24. Connector Multi-Contact Multi-Contact is de meest gebruikte stekker in de zonne-energiesystemen, het is een zeer degelijke verbinding die door de meeste paneel- en omvormerfabrikanten gebruikt wordt. Multi-Contact maakt 2 soorten stekkers. MC3 en MC4, de MC4 connector kan bij dezelfde diameter een iets hogere stroom verwerken. • MC3 connector specificities: • Voltage: max. 1000V • Current: up to 20A • Wire size: up to 6mm² • Protection: IP67 (plugged) • Fully touch-protected • UL recognized and TÜV certified. MC4 connector specificities: • Voltage: max. 1000V; • Current: up to 30A; • Wire size: up to 6mm²; • Protection: IP67 (plugged); • Fully touch-protected; • UL recognized and TÜV certified; • Locking system to prevent inadvertent disconnection.

25. Connector- MC4 Connector Crimping tool Disconnect tool

26. Voorschriften NEN 1010:2007+C1:2008 712 - Fotovoltaïsche (PV) voedingssystemen 712.411 - Beschermingsmaatregel: automatische uitschakeling van de voeding 712.411.1.1 Aan de wisselspanningszijde moet de PV-voedingsleiding zijn verbonden met de voedingszijde van het beveiligingstoestel dat de automatische afschakeling bewerkstelligt van ketens die elektrische toestellen voeden. 712.411.1.2 Indien in een elektrische installatie een PV-voeding is aangebracht zonder ten minste enkelvoudige scheiding tussen de wisselspanningszijde en de gelijkspanningszijde, moet voor foutbescherming door automatische uitschakeling van de voeding een toestel voor aardlekbeveiliging type B volgens IEC 60775, wijzigingsblad 2, zijn aangebracht. Wanneer de PV-omvormer door zijn constructie niet in staat is de elektrische installatie met fout-gelijkstromen te voeden, is het toepassen van een toestel voor aardlekbeveiliging type B volgens IEC 60775, wijzigingsblad 2, niet vereist.

27. Voorschriften • In plaats van een toestel voor aardlekbeveiliging type B mogen de volgende beveiligingstoestellen als alternatief worden gebruikt: • beveiligingstoestellen volgens de Duitse norm DIN VDE 0126; • toestellen voor aardlekbeveiliging type A met een toegekende aanspreekstroom niet groter • dan 30 mA. Bovenop de eisen van NEN-EN-IEC 61008-1 of NEN-EN-IEC 61009-1 mag • echter, indien van toepassing, de juiste werking van het toestel voor wisselstroom en • pulserende verschilstroom bij gelijkstroom niet worden tegengegaan door verschilstroom bij • gelijkstroom die in de beveiligde stroomketen kan optreden. • 712.434 - Beveiliging tegen kortsluitstroom • 712.434.1 • De PV-voedingsleiding aan de wisselspanningszijde moet zijn beveiligd • tegen kortsluitstromen door een overstroombeveiligingstoestel dat • is aangebracht bij de aansluiting aan de wisselstroomvoeding. • Hager Aardlekautomaat HACO High Immunity (1P+N-polig Bi-Connect 30mA) • De HI range is toepasbaar om ongewenste uitschakeling te reduceren die ontstaat door • blikseminslag, gasontladingslampen (400 Hz), elektronische producten (computers, dimmers) • Toepassing van de HI range is aan te bevelen in installaties waar ongewenst uitschakelen • grote gevolgen kan hebben.

28. Voorschriften 712.53 - Besturings- en beveiligingstoestellen, schakelaars en scheiders 712.536 - Schakelen en scheiden 712.536.2 - Scheiden 712.536.2.1.1 Om onderhoud aan de PV-omvormer mogelijk te maken, moeten voorzieningen aanwezig zijn om de PV-omvormer te scheiden van de gelijkspanningszijde en de wisselspanningszijde. 712.536.2.2 - Schakelaars en scheiders 712.536.2.2.5 Aan de gelijkspanningszijde van de PV-omvormer moet een lastscheider zijn aangebracht.

29. Overspanningsbeveiliging De toepassing van bliksembeveiliging wordt doorgaans noodzakelijk geacht indien de verwachte schade bij blikseminslag wanneer géén bliksembeveiliging is toegepast groter is dan de kosten voor het toepassen van bliksembeveiliging inclusief de mogelijke restschade. Vanuit Arbo- en Gebruikswetgeving zijn werkgevers en eigenaren van gebouwen verplicht te zorgen voor een veilige omgeving voor hun werknemers en bezoekers. De basis voor één deugdelijke bliksem afleiderinstallatie ter beveiliging van een zonne-energiesystemen is de NEN-EN-IEC 62305

30. Overspanningsbeveiliging Een bliksemafleiderinstallatie dient op minimaal 50cm (scheidingsafstand) van de panelen geplaatst te zijn. Voorbeeld van combinatie van afleiders 1) DEHNventilcombi afleider 2) DEHNguardmidden 3) DEHNguardM YPV SCI Als dit niet mogelijk is dient deze gekoppeld te worden waardoor de opbouw van de overspanning afleiders anders wordt.

31. Overspanningsbeveiliging Wanneer er geen uitwendige bliksemafleider aanwezig is dienen onderstaande afleiders geplaatst te worden: 1) DEHNguardmidden 2) DEHNguardmidden 3) DEHNguardM YPV SCI

32. Verzekering Onderdeel van de opstalverzekering Omdat de vaste zonnepanelen zogenaamd aard- en nagelvast aan de woning zijn bevestigd maken deze voor de opstalverzekering een onderdeel uit van de opstal. Ze zijn dan ook automatisch meeverzekerd op de opstalverzekering. Losse panelen in bakken of op frames met ballast op het platte dak zijn voor sommige verzekeringsmaatschappijen losse voorwerpen die apart moeten worden verzekerd. Waartegen biedt de opstalverzekering dekking Er zijn vele oorzaken die schade zouden kunnen toebrengen aan de zonnepanelen. Tegen welke oorzaken uw verzekering dekking biedt is afhankelijk het soort verzekering dat u sloot. Zo zullen vrijwel alle verzekeringen dekking bieden tegen schade door brand, ontploffing, blikseminslag, stormschade en hagelschade. U moet hierbij wel rekening houden dat er voor stormschade doorgaans een eigen risico van toepassing zal zijn. De meeste opstalverzekeringen, de zogenaamde uitgebreide of extra uitgebreide gevarenverzekering dekken slechts dekking tegen de in de verzekering met name genoemde oorzaken. Hoewel de meest grote risico’s door een dergelijke verzekering worden afgedekt is bijvoorbeeld het risico dat een omvallende boom uw zonnepanelen beschadigd niet gedekt onder een (extra) uitgebreide verzekering, simpelweg omdat deze vorm van schade niet in de polis is omschreven als een gedekte evenement.

33. Verzekering Oplossing hiervoor is door verzekeraars gevonden in de vorm van een alle van buitenkomende onheilendekking.Dergelijke verzekeringen dekken alle vormen van schade, met uitzondering van in de polis genoemde uitsluitingen. Alhoewel dit nog niet betekend dat alle mogelijke oorzaken verzekerd zijn is de dekking doorgaans wel veel ruimer dan de (extra) uitgebreide verzekering. Verzekerde som van uw verzekering verhogen Indien u op een nieuwbouwwoning zonnepanelen laat plaatsen zal hiermee bij de bepaling van de verzekerde som van uw verzekering rekening worden gehouden. Indien u echter op een bestaande woning zonnepanelen laat plaatsen is hiermee geen rekening gehouden bij de bepaling van de verzekerde som. Aangezien er een behoorlijke investering is gemoeid met de plaatsing van zonnepanelen is het van belang de verzekerde som van uw opstalverzekering na het plaatsen opnieuw te bepalen. Doet u dit niet dan loopt u het risico onderverzekerd te zijn, gevolg hiervan kan zijn dat u bij een schade aan welk deel van uw woning dan ook, slechts een gedeeltelijke uitkering ontvangt omdat u ook niet over de volledige herbouwwaarde van uw woning premie heeft betaald. U kunt uw verzekeringsmaatschappij verzoeken de herbouwwaarde van uw woning na plaatsing van de zonnepanelen opnieuw te betalen.

34. Verzekering Tegenwoordig is het ook mogelijk om een speciale zonnepaneel verzekering af te sluiten op het systeem. Hiermee bent u gegarandeerd van een goede afwikkeling van de schade indien nodig. Informeer bij aanschaf van zonnepanelen altijd bij uw verzekeringsmaatschappij welke voorwaarden voor u gelden.

35. Onderhoud • De onderhoudsfrequentie wordt enerzijds bepaald door: • De zelf reinigende werking van de zonnepanelen; • De vervuilingsgraad; • De aard van de vervuiling. • Eenmaal jaarlijks de zonnepanelen reinigingen is meestal voldoende. • Bij zonnepanelen welke een wezenlijk onderdeel van de gevel uitmaken is het raadzaam om de zonnepanelen in een aangepaste frequentie te wassen. • Vaak is spoelen en borstelen met lauw water voldoende. • Visuele check • Paneel breuk; • Check op mechanische constructie; • Verschuiven; • Loszittende bevestigingsmiddelen; • Nazien afdichtingen en rubbers; • Nazien op corrosie. • Kabel check • Breuk van kabels; • Klemzitten kabels?; • Loshangen van kabels; • Vastzitten kabelgoten e.d. • Systeem check • Uitlezen omvormers; • Totaal opbrengstanalyse; • String spanning check en analyse; • Check werking eventueel aanwezige monitoringsapparatuur. • Rapportage • Schriftelijke status rapportage; • Aanbevelingen eventueel te nemen acties; • De vraag aan de klant of hij eventueel de • installatie nog wil uitbreiden?

36. Kosten en opbrengst

37. Kosten en opbrengst • De ideale waarde voor een zonne- energieinstallatie wordt in het relatief sombere • Nederland niet vaak gehaald. Daarnaast treedt er bij het omvormen van de stroom ook warmte- omzetting op. Uit de praktijk is gebleken, dat u in Nederland voor een redelijke schatting het vermogen in Wp dan ook met een factor 0,88 (88%) • Een gemiddeld Nederlands gezin verbruikt zo’n 3500kWh aan elektriciteit per jaar. • De gemiddelde prijs van piek/dal tarief groene stroom is 23 eurocent per kWh, incl. BTW (prijspeil 2010). De energieprijs bestaat uit meerdere onderdelen: • De prijs kWh is exclusief vastrecht. Vastrecht kosten zijn kosten die energieleveranciers rekenen voor het gebruik van de leidingen en kabels. Ook netbeheerders brengen vastrecht kosten in rekening. Deze kosten staan allemaal op uw energienota vermeld. • Vuistregel • Een gemiddeld Nederlands gezin verbruikt zo’n 3500kWh aan elektriciteit per jaar. • Een zonnepaneel van 1m² brengt jaarlijs 100kWh op. Het gebruik van een netgekoppeld zonnesysteem van 4m² komt overeen met 10% van het gemiddeld huishoudelijk

38. Subsidieregelingen De belangrijkste Subsidieregelingen zijn: • SDE+2012 (zon-PV ≥ 15 kWp) • Energie-investeringsaftrek (afgekort EIA)* • Milieu-investeringsaftrek (MIA – Vamil)* * N.B. deze regelingen gelden alleen voor bedrijven www.energiesubsidiewijzer.nl www.limburgseenergiesubsidie.nl www.wattmooi.nl www.agentschapnl.nl

39. Terugleveren aan energiebedrijf • Om in aanmerking te komen voor een terugleververgoeding, dient u te voldoen aan de volgende voorwaarden: • U levert energie terug aan het elektriciteitsnet • U heeft een geschikte elektriciteitsmeter • U heeft een kleinverbruiksaansluiting (aansluitwaarde maximaal 3 x 80A) • U kunt een vergoeding krijgen voor het terugleveren van energie die uw zonnepaneel • teveel produceert. Een voorwaarde hiervoor is dat het terugleveren van energie van uw zonnepaneel meer dan 5.000 kWh per jaar is. • Bij het terugleveren van energie van minder dan 5.000 kWh per jaar wordt de overproductie verrekend met uw jaarrekening. Dit heet salderen. • Teruglevering kan met eenFerraris -meterzonderterugloopblokkering. In datgevalsaldeert de meterautomatischuwafname en teruglevering. U kunt niet bepalenhoeveel u heeftteruggeleverd. • De vergoeding  (salderingsregeling) wordtautomatischtoegepast • u hoeftzichhiervoor niet aan te melden. Aangezien de meter • automatischterugloopt, profiteert u wel van hetvoordeel van de • teruggeleverdeenergie.

40. Terugleveren aan energiebedrijf • Om in aanmerking te komen voor salderen of een vergoeding voor het terugleveren • van energie van uw zonnepaneel moet u over een zogenaamde tweerichtingenmeter • beschikken. Deze meter registreert de energie die u afneemt van uw leverancier én • de opbrengst van energie van uw zonnepaneel. (Géén kosten door energiebedrijf) • Levert u jaarlijkstot 5.000 kWh terug aan het net? Dan wordt de teruggeleverdeelektriciteitverrekend met uwverbruik. Hiermeeontvangt u eenvergoeding die gelijkis aan de prijs • die u aan betaaltvoor de levering van elektriciteitinclusiefenergiebelasting en BTW.  • Op basis van de tarieven (prijspeil 2010) komt dit gemiddeldneer op 23 eurocentper kWh. • Levert u jaarlijks meer dan 5.000 kWh aan het net? Tot 5.000 kWh wordt er gesaldeerd. • Boven de 5.000 kWh ontvangt u een vergoeding van het leveringstarief per kWh. • Zonder Energiebelasting en BTW is dat 7,1 eurocent per kWh. • De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) houdt toezicht op de terugleververgoeding. • Dit betekent dat zij beoordeelt of een terugleververgoeding redelijk is. • Wilt u ook in aanmerking komen voor een subsidieregeling van de overheid, dan hebt u ook • een bruto productiemeter nodig. Een bruto productiemeter meet de totale hoeveelheid opgewekte energie. Hierover wordt uw subsidie berekend. • Extra kosten : - plaatsen** van de productie- en teruglevermeter € 185,00 • - trekken extra leiding naar de teruglevermeter € 200,00 • ** Voor het plaatsen van een productiemeter zijn regels wat voorbereid moet zijn door de installateur.

41. Financiering Er zijn op dit moment slechts een beperkt aantal aanbieders in de markt die GreenLoans of EcoLening aanbieden. Wat is het verschil met een gewone lening en de groene lening? Het geld voor de GreenLoans of EcoLening, zijn duurzaam betrokken beleggingen vanuit Groen Fondsen . De overheid stimuleert beleggen in groene fondsen. Dat heeft tot voordeel dat u zeker bent van een echte groene investering en dat u gebruik kunt maken van een zeer aantrekkelijke rente. Bovendien is de rente ook nog aftrekbaar in box 1, dit maakt uw netto rentelasten zeer laag. De overheid stelt als voorwaarde dat de financiering alleen wordt gebruikt voor de realisatie van groene investeringen in uw woonhuis, zoals zonnepanelen en zonneboilers. De looptijd van de GreenLoans of EcoLening is variabel tussen de 5 en de 15 jaar. Het minimale bedrag dat u bij GreenLoans kunt financieren is € 5.000,=. Het maximale financieringsbedrag is € 50.000,=. Effectieve rente op jaarbasis is voor alle looptijden en kredietsommen 5,7%.

42. Waaromzonnepanelen? • Boodschappenlijst • Handleiding

43. Rexel Nederland Business Support • Kennis en innovatie zijn de sleutelfactoren om de ideeën • van vandaag uit te werken tot de realiteit van morgen. • Helpdesk met technische support; • PV- systemen tot 5000 WP op voorraad; • Uitgebreide site analyse; • Engineering en ontwerp op maat voor woningen en bedrijfspanden; • Offerte incl. besparingsberekening en situatieschets; • Planning van de leveringen; • Voorbereiding tot plug and play; • Ondersteuning op het project. Rexel Nederland is lid van ( Nederlandse Brancheverening voor Zonne- energie )

44. Rexel Nederland Business Support

45. AssortimentRexel PV panelen Omvomers Montage Kabel en Connector

46. Vragen? Rexel Nederland Business Support Postbus 2217 – 5202 CE ‘s-HertogenboschTel. +31 (0)73 633 96 22 - Email: bs@rexel.nl