560 likes | 701 Views
Hormonale substitutie therapie tussen 1992 en 2007. Patrik Vankrunkelsven 26 oktober 2007. Hormonale substitutie therapie 1992-2007. HST: Pro en contra Literatuur HST en Borstkanker HST in België sinds 1992 Theoretisch impact van HST op het voorkomen van borstkanker
E N D
Hormonale substitutie therapie tussen 1992 en 2007 Patrik Vankrunkelsven 26 oktober 2007
Hormonale substitutie therapie 1992-2007 • HST: Pro en contra • Literatuur HST en Borstkanker • HST in België sinds 1992 • Theoretisch impact van HST op het voorkomen van borstkanker • Wat brengt de toekomst?
Hormonale substitutie therapie 1992-2007 1. HST: pro en contra Een korte opfrissing van het geheugen
1. HST: pro en contra • 1960 Robert Wilson:‘Forever Feminine’ HRT as a fountain of youth(← Wyeth) • Sinds 1990 komt gebruik in stroomversnelling, ondermeer omwille van cardiovasculaire ‘voordelen’ • preventiefgebruik (niet voorschrijven + medische fout) Indicaties waren oorspronkelijk: • Met vrij grote evidentie : Opvliegers; genito-uretrale atrofie; osteoporose • Zonder echte evidentie: preventie van cardiovasculaire aandoeningen; dementie; seksuele dysfunctie; depressieve gevoelens; daling algemene vitaliteit; …
1. HST: pro en contra → a) Women’s Health Initiative (WHI; 2002) Hogere kans op MI, CVA, DVT, borstkanker → b) Million Women Study (MWS; 2003) Kans op borstkanker verhoogt sterk onder HST: • oestrogenen alleen: RR= 1.30 • oestrogenen-progestagenen: RR= 2.00 • Tibolone: RR= 1.45 • gebruiksters die HST staakten: RR= 1.01 → c) Effects of Estrogen plus Progestin on Health-Related Quality of Life (WHI) Geen significante effecten na 3 jaar in vgl met placebo
1. HST: pro en contra Situatie vandaag: • HST niet meer als preventie • HST OK bij klachten: vooral opvliegers (laagst werkzame dosis, elk ½ jaar herevalueren) • Gebruik alternatieven: osteoporose (bisfosfonaten), uro-genitaal (lokale oestrogenen) • Denk vooral aan: gezonde voeding, lichaamsbeweging
Hormonale substitutie therapie 1992-2007 2. Literatuur: HST en Borstkanker Epidemiologische studies over het voorkomen van borstkanker en het gebruik van hormonale substitutie
2. Literatuur HST en Borstkanker Annual Incidence of Female Breast Cancer (9% of US population ; 1975-2004) Ravdin P et al. N Engl J Med 2007;356:1670-1674
2. Literatuur HST en Borstkanker Quarterly Incidence of Breast Cancer in Women between the Ages of 50 and 69 Years, According to Estrogen-Receptor (ER) Status, and the Number of Prescriptions for Hormone-Replacement Therapy (2000-2004) Ravdin P et al. N Engl J Med 2007;356:1670-1674
2. Literatuur HST en Borstkanker Hormone-Replacement Therapy (HRT) and Breast-Cancer Incidence among Women between the Ages of 50 and 69 Years in Four Norwegian Counties Bluming A et al. N Engl J Med 2007;357:509-513
2. Literatuur HST en Borstkanker Borstkankerincidentie in Genève voor en na invoering HSTBMC Cancer 2006, 6;78 Remarkable change in age specific breast cancer incidence in the Swiss canton of Geneva and its possible relation with ythe use of hormone replacement therapy. Christine Bouchardy et al
2. Literatuur HST en Borstkanker Borstkankerincidentie in Genève voor en na invoering HSTBMC Cancer 2006, 6;78 Remarkable change in age specific breast cancer incidence in the Swiss canton of Geneva and its possible relation with ythe use of hormone replacement therapy. Christine Bouchardy et al
2. Literatuur HST en Borstkanker Borstkankerincidentie in Genève voor en na invoering HSTBMC Cancer 2006, 6;78 Remarkable change in age specific breast cancer incidence in the Swiss canton of Geneva and its possible relation with ythe use of hormone replacement therapy. Christine Bouchardy et al
2. Literatuur HST en Borstkanker Besluit noch screening-effecten, noch gebruik SERM’s noch veranderingen in dieet, voortplantings-factoren of milieufactoren kunnen scherpe daling borstkankerincidentie verklaren. • Occulte borstkankers stoppen met groeien of regresseren na het stoppen van HST • Blijvend effect of tijdelijk terugdringen van klinisch verschijnen van borstkanker = ?
Hormonale substitutie therapie 1992-2007 3. HST in België sinds 1992 Evolutie van de hormonale substitutie aan de hand van de verkoopcijfers van oestrogenen en progestagenen
3. HST in België sinds 1992 • Op basis van de verkoop (cijfers IMS) van oestrogenen ‘alleen’ en in combinatie met progestagenen wordt de evolutie van hormonale substitutie in ons land nagegaan. • Cijfers zijn beschikbaar per kwartaal. • Geven aantal verpakkingen ongeacht aantal tabletten • Daarom omgerekend naar ‘jaarequivalent’ = is aantal pillen voor jaar R/
3. HST in België sinds 1992 De klassen die ons interesseren: • G03F0: oestrogenen + progestagenen combinatiepreparaten (die geen contraceptiva zijn) • G03C0: oestrogenen (incluis oestrogel, exclusief Aacifemine en topische producten) • G03X0: “sexhormonen en gelijkaardige producten” met vooral Livial 4) G03D0: progestagenen
3. HST in België sinds 1992 Combinatie Oestrogenen + Progestagenen • Gebruik begon in 1988 en groeide zeer snel: elk jaar met een 10.000 tot 150.000jaareq. in 2001. • Vanaf laatste kwartaal 2002 felle daling tot 60%in 2004 en verder trager tot 48 % in 2006 • Cijfers 2007 extrapolatie van 2 eerste trimesters laten verder daling zien tot 46%
3. HST in België sinds 1992 Oestrogenen • Worden meestal gebruikt voor substitutietherapie. Niettemin kleine overschatting omwille gebruik in andere indicaties(oligomenoree, migraine,….) • Zowel alleen (na hysterectomie) als in combinatie met progestagenen. Aandeel combinatie moeilijk in te schatten (cfr infra) • Einde jaren 90-2001 ongeveer 160.000 vrouwen • Daling identiek als voor combinatiepreparaten: in 2006 nog 48 % van in 2001
3. HST in België sinds 1992 Progestagenen • In tegenstelling met oestrogenen meer indicaties buiten HST • Uit extrapolatie kan men veronderstellen dat helft van ‘losse’ oestrogenen worden gecombineerd met progestagenen • Verbruik progestagenen dalen continu sinds 1992;iets sneller in periode van 2002 tot 2006 naar 75%(ref. 2001)
3. HST in België sinds 1992 Progestagenen zonder non-HST gebruik • In tegenstelling met oestrogenen meer indicaties buiten HST • Uit extrapolatie kan men veronderstellen dat helft van ‘losse’ oestrogenen worden gecombineerd met progestagenen • Verbruik progestagenen dalen continu sinds 1992;iets sneller in periode van 2002 tot 2006 naar 75%(ref. 2001)
3. HST in België sinds 1992 Livial • In tegenstelling met oestrogenen stijgt gebruik nog tot 2003. Million Women Study (ook Livial bevordert Borst Ca) dateert van einde 2003! • Gebruik stabiliseert heden tot 84% van maximum • Absoluut gebruik heden 18%van totale oestrogenen
3. HST in België sinds 1992 • Totaal verpakkingen omgerekend tot ‘jaarequivalenten’ geeft sterke indicatie van aantal vrouwen dat HST neemt; maar blijft benaderend. • Immers: • alle verpakkingen niet uit genomen • voor oestrogenen: ook enkele andere indicaties • Cijfers geven dus lichte overschatting.
3. HST in België sinds 1992 Hoeveel vrouwen namen voorbije decennium HST? • Van 1992 tot 2006 werden 4 miljoen (3.982.623) ‘jaarequivalenten’ aan HST voorgeschreven • Dit is gemiddeld 267.000 per jaar. • Aantal vrouwen tussen 50 en 70 in België (NIS) • 1995: 1.116.680 • 2000: 1.144.561 • 2005: 1.172.941 • 24% van de vrouwelijke bevolking tussen 50 en 70 j nam tussen 1992 en 2006HST
3. HST in België sinds 1992 Evolutie van aantal vrouwen die HST nemen • In 1992 namen 170.000 vrouwen HST of 15 % • In 2001 namen 350.000 vrouwen HST of 31 % • In 2007 nemen 180.000 vrouwen HST of15 % % op basis van aantal vrouwen in de leeftijdsklasse 50-69
3. HST in België sinds 1992 Tevens verlaging van de dosering • Naast de shift in aantal verpakkingen zien we ook een shift naar lagere doseringen. • In 2001 bevatte 87 % van de combinatiepreparaten 2mg estradiol (of 0.625 geconjugeerde) en 13% 1mg, in 2005 was dat 57 % tegenover 43%. • De totale ‘load’ aan oestrogenen in combinatie-preparaten daalde van gemiddeld 1,87 mg estradiol naar 1,57 mg, dus met 16% • Eenzelfde fenomeen maar iets minder uitgesproken bij de oestrogenen-alleen: daling met 11%
Hormonale substitutie therapie 1992-2007 4. Theoretisch impact van HST op borstkanker Hoeveel vrouwen kregen borstkanker door inname van HST
4. Theoretisch impact van HST op borstkanker Impact van HST op borstkanker is vooral groot na inname van meerdere jaren Hoe lang nemen vrouwen HST? Cijfers zeggen niets over de lengte van de periode dat vrouwen HST nemen, nochtans belangrijk ivm kans op borstkanker. Twee extreme mogelijkheden: 25% van vrouwen 20 jaar lang 100% van vrouwen 5 jaar lang Waarheid ergens tussenin. Meestal > 5 jaar.
4. Theoretisch impact van HST op borstkanker Op basis van risicoberekeningen van WHI en MWS en gekende blootstelling kunnen we impact van HST in België berekenen. Van 1992 tot 2006 bijna 4 miljoen blootstellingsjaren: O-P combinatie: 1.531.779 Oestrogenen: 2.125.375 (+ 50% of 1.062.662 samen met progestagenen) Livial: 325.519 Dit betekent 2.594.441 jaren blootstelling aan O-P 1.062.662 aan oestrogenen en 325.519 aan Livial.
4. Theoretisch impact van HST op borstkanker Impact van O-P substitutie van 1992 tot heden op de Belgische populatie (50-70) op basis van RR uit WHI uitgedrukt in aantal extra gevallen. Borstkanker: + 2072(+27% / 4,4%) Myocardinfarct: +1813(+23% / 3,7%) CVA: +2072(+43% / 7,0%) Veneuze thromb.: + 4662(+212% / 8,6%) Heupfractuur: - 1295 (-33% / -5,3%) Colon Ca: - 1554(-38% / -6,2%) 1ste %: bij gebruikers van O-P, 2de %: tov totale populatie tussen 50 en 70
4. Theoretisch impact van HST op borstkanker Impact van HST (alle) van 1992 tot heden op het voorkomen van borstkanker in de Belgische populatie: WHI (US) versus MWS (UK) in aantal extra gevallen: WHI MWS Oestrog-Progest: + 2072 +7770 (100%/16,3%) Oestrogenen alleen: n.s. +954 (30% / 2,0%) Livial (Tibolone): ? +416 (45% / 0,9%) Totaal: +2072(4,4%)+9140 ( - /19,1%)
4. Theoretisch impact van HST op borstkanker Impact van HST (alle) van 1992 tot heden op het voorkomen van borstkanker in de Belgische populatie: Ondanks het ‘geringe effect’ van HST zoals steeds gezegd wordt; is door de blootstelling van een zeer groot aantal vrouwen uit de risicogroep (25%) het effect op totale morbiditeit zeer aanzienlijk:+4,4% (WHI) tot +19,1% (MWS) voor totaliteit vrouwen 50-70 j
4. Theoretisch impact van HST op borstkanker Impact van HST op borstkanker in Limburg in de periode 1996-2005 (= LIKAR registratieperiode)
4. Theoretisch impact van HST op borstkanker Impact van HST op borstkanker in Limburg in de periode 1996-2005 Aantal vrouwen tussen 50j en 69j in Limburg in die periode: gemiddeld 86.580 Extrapolatie van Belgisch HST gebruik naar Limburg geeft 216.450 expositiejaren in die periode. Dit betekent als risico op extra borstkankers: WHI MWS 1996-2005: 173 763 of per jaar.17 76
4. Theoretisch impact van HST op borstkanker Impact van HST op borstkanker in Limburg in de periode 1996-2005 • Dus ‘maximale’ aandeel van HST op kankercijfers in Limburg in de beschreven periode is gemiddeld 76 per j. • Bij de halvering van substitutie kan men daling met een 40 tal verwachten • Evt > 40 omdat substitutie nu gebeurt met meer zorg: minder lang en met lagere doses (dosis gemiddeld – 14%) Merk op aantal kankers in Limburg 50-69 jaar in 2003: -51
4. Theoretisch impact van HST op borstkanker Impact van HST op borstkanker in Limburg in de periode 1996-2005 • Dus ‘maximale’ aandeel van HST op kankercijfers in Limburg in de beschreven periode is gemiddeld 76 per j. • Bij de halvering van substitutie kan men daling met een 40 tal verwachten • Evt > 40 omdat substitutie nu gebeurt met meer zorg: minder lang en met lagere doses (dosis gemiddeld – 14%) Merk op aantal kankers in Limburg 50-69 jaar in 2003: -51
4. Theoretisch impact van HST op borstkanker Theoretische daling van aantal borstkankers in Limburg 2003-2005 Indien HST op dezelfde manier zou ingenomen worden (even lange periode per vrouw en gelijkaardige dosering) dan: Daling HST gebruik Theoretische daling aantal borstkankers (MWS) • 2003 -18% 14 • 2004 -35% 27 • 2005 -42 % 32
4. Theoretisch impact van HST op borstkanker Theoretische daling van het aantal borstkankers in Limburg 2003-2005 Indien HST op meer voorzichtige manier zou ingenomen worden (kortere periode per vrouw en laagst effectieve dosering) Daling HST gebruik Theoretische daling aantal borstkankers (MWS) • 2003 -18% 14 28 • 2004 -35% 27 54 • 2005 -42 % 32 64
4. Theoretisch impact van HST op borstkanker Theoretische daling van aantal borstkankers in Limburg 2003-2005, wat leren we? • de daling van het gebruik van HST kan alleen een effect hebben op de ‘extra’ gevallen borstkanker door HST, is in die marge van ¼ extra gevallen tussen 50 en 70 jaar • Het effect is snel (cfr WMS, effecten in andere landen) • Stijging van aantal borstkankers in groep 50-69 niet alleen door HST, want dan zou aantal borstkankers 2005=1994
4. Theoretisch impact van HST op borstkanker Theoretische daling van aantal borstkankers in Limburg 2003-2005, wat leren we? • de daling van het gebruik van HST kan alleen een effect hebben op de ‘extra’ gevallen borstkanker door HST, is in die marge van ¼ extra gevallen tussen 50 en 70 jaar • Het effect is snel (cfr WMS, effecten in andere landen) • Stijging van aantal borstkankers in groep 50-69 niet alleen door HST, want dan zou aantal borstkankers 2005=1994
Hormonale substitutie therapie 1992-2007 5. Wat brengt de toekomst? Hoe evolueert HST en wat is eventueel impact op borstkanker?
4. Wat brengt de toekomst? Is verdere daling borstkanker te verwachten tgv daling HST? Wat is evolutie aanverwante medicatie?
4. Wat brengt de toekomst? • De daling van aantal voorschriften HST stabiliseert op ongeveer de helft van de maximale voorschriften. • Er is weinig evolutie in voorschrijfgedrag lokale oestrogenen • Er is geen shift naar Aacifemine, integendeel. • Voorschriften SERM’s stabiel