70 likes | 212 Views
De beginperiode 1939 - 1945. Het verkrijgen van een speelveld was niet gemakkelijk. De toenmalige sportcommissie in Schiedam liet weten dat het Schiedamse D.W.S. eerst z’n levensvatbaarheid moest tonen. De start was dus in Vlaardingen op het V.S.C.-terrein.
E N D
Het verkrijgen van een speelveld was niet gemakkelijk. De toenmalige sportcommissie in Schiedam liet weten dat het Schiedamse D.W.S. eerst z’n levensvatbaarheid moest tonen. De start was dus in Vlaardingen op het V.S.C.-terrein. Er werd met 14 heren start die zondag na zondag naar de Maassluisedijk te Vlaardingen togen om hun thuiswedstrijd te spelen. Na één jaar lukte het om in Schiedam, via gemeenteraadslid Van Duinhoven speelruimte te krijgen weliswaar verschillende terreinen zoals bij H.D.V.S. – Martinit – D.H.S. – Mathenesser sportpark en later een vastere stek op Boshoek. Het kwam ook wel voor dat er eerst een serie uitwedstrijden gespeeld moest worden omdat er geen veld ter beschikking was. Geen fijne start maar daar lieten de oprichters zich niet door ontmoedigen. Mede door de routine van de voormalige THOR spelers, groeide dit elftal uit tot een prima team. Toen dan ook de bovenste elftallen van de afdeling Rotterdam in het district West B ging spelen was D.W.S. daar ook bij, het speelde tegen sterke clubs uit Den Haag zoals Hellas, Animo en Olympia.
De OorlogIn 1939 was de dreiging al voelbaar, de capitulatie kwam in 1940. De klap van de capitulatie werd verwerkt en het leven kreeg z’n voortgang weer, weliswaar anders dan voor die tijd, maar gezien de omstandigheden nog acceptabel. Het handballen ging “gewoon” door met de gevolgen van de Duitse bezetting duidelijk voelbaar. Denk hierbij maar eens aan vervoer,kleding, schoeisel.
Omtrent het handbal gebeuren in Rotterdam deed Jan Aubert in juli 1940 verslag van de B.H.C. “Ongetijfeld zult u benieuwd zijn hoe het in Rotterdam met het handbalbewegen staat. De toestand is momenteel hier zoo, dat de weinige handbalvereenigingen hier ter stede op het oogenblik bezig zijn de scherven bij elkaar te zoeken, om, als dit lukt, te zien wat er van de vereeniging is overgebleven. De handbalvelden zijn ellen in orde. Echter de ééne helft ligt aan den linker- en de andere aan den rechter Maasoever, hetgeen onder de huidige omstandigheden een onoverkomelijk beletsel is. Indien er in Rotterdam voor een eigen competitie te weinig ploegen resten, zouden in ieder geval de drie sterkste vereenigingen over blijven. Het zal dan heel weinig moeite kosten D.W.S., Jahn en Rotterdam van het nut te overtuigen om met Den Haag een hoofdklasse te vormen. De voorzitter van onze afdeelingscommissie, de heer Mouthaan, is mijns inziens niet geheel ten onrechte van meening, dat de vorming van een hoofdklasse voor Rotterdam ook nadeelen meebrengt. Hij vraagt zich namelijk af of het in Rotterdam dan niet bij drie vereenigingen zal blijven en de rest bij gebrek aan tegenstanders gedoemd zal zijn te sterven. Bovendien verwacht ik in Rotterdam groote financieele bezwaren. Nu gaat het nog, maar als de oorlogstoestand aanhoudt, zullen de verdiensten der Rotterdamsche bevolking snel omlaag gaan en dus ook voor handballers”. Citaat uit “Voordat het gras verdwenen is” een uitgave van het Nederlands Handbal Verbond
Een dames afdeling werd in het seizoen 1941/1942 opgericht en men begon al gelijk met 16 dames. D. Haring, E. Hitzeman, L. Sas, M. Ridderikhoff, L. den Ouden, J. Varewijk, M. Janssen, M. Schravezanden, D. Janssen, C. Voogt, M. Zijderveld
Een dames afdeling werd in het seizoen 41/42 opgericht en men begon al gelijk met 16 dames. Aad van Woerkom was de man die zich hiervoor geheel inzette. Het waren twee collega’s van Aad namelijk Dick Platvoet en Leen Ridderikhof waarvan hun dames in Amsterdam hadden gehandbald, die Aad aanspoorde een dames afdeling op te richten. Dat de dames een heel belangrijke plaats in zouden gaan nemen sportief gezien, was toe nog niet te voorzien. In 1944 werd de jeugdafdeling opgericht, de trainingen stonden onder leiding van Gerrit Voogt en Corrie Voogt-Ten Bosch beide in het bezit van het diploma voor handbalverenigingsleider van het Nederlands Handbal Verbond. Juist in deze jaren en de jaren direct na de oorlog groeide bij D.W.S. een groot saamhorigheidsgevoel D.W.S. werd een begrip voor velen. In de zomermaanden kwamen de leden naar Boshoek om daar onderling allerlei sportwedstrijden te spelen en als het weer het toeliet was er een gemeenschappelijke picnic. Er is zelfs in deze tijd op Boshoek een wedstrijd gespeeld tegen de Duitse Kriegs marine gewild of ongewild. Deze knapen die op de werf van Wilton Feijenoord aanwezig waren wilden wel eens tegen D.W.S. spelen, de uitslag stond niet in de analen wel stond er dat er stevig was gehandbald. In deze jaren moest men herhaaldelijk eerst palen van het veld afhalen om te kunnen spelen i.v.m. landing van vliegtuigen, een hele operatie. Aangezien het vervoer moeilijk of zelfs over de weg onmogelijk was geworden, is men er zelfs met een trekschuit platbomer) op uit getrokken om het partijtje handbal te spelen. Deze tochten naar Gouda en Den Haag zijn onvergetelijke dagen geweest, er is heel wat afgelachen en “beleefd” in de slecht verlichte ruimen van die schuiten.