330 likes | 468 Views
Oradour sur Glane. 10 Juni 1944 Een eenheid van de Waffen SS omsingelt het dorp Oradour sur Glane. 642 mannen, vrouwen en kinderen vinden de dood door kogels en vuur. Ter nagedachtenis van dit drama is het dorp Oradour sur Glane sinds 1944 in zijn vernielde staat behouden.
E N D
Oradour sur Glane 10 Juni 1944 Een eenheid van de Waffen SS omsingelt het dorp Oradour sur Glane. 642 mannen, vrouwen en kinderen vinden de dood door kogels en vuur. Ter nagedachtenis van dit drama is het dorp Oradour sur Glane sinds 1944 in zijn vernielde staat behouden.
Een rustig dorpje op het platteland …
De gemengde klas – schooljaar 1942-1943. GEEN OVERLEVENDEN !!!
Het dorp werd op 10 juni 1944 door het eerste regiment 'Der Führer' van de SS-pantserdivisie 'Das Reich' ingesloten en volledig verwoest. Bij deze overval werden 642 mensen vermoord. Slechts ZES personen overleefden het bloedbad. Aanleiding was vermoedelijk de inval van de geallieerde troepen in Normandië op 6 juni 1944.
Een zaterdag zoals alle zaterdagen. Oradour maakte zich op voor de zondag. De huisvrouwen deden hun inkopen en de mannen waren gewoon aan het werk. Veel mannen waren al gewoon thuis omdat de zondag voor de deur stond (hierin kan ook de reden liggen voor het tijdstip van de operatie: de zaterdag na 12.00 uur). Op dit plein werd de bevolking verzameld.
Voor de bewoners van Oradour was alles rustig, maar 10 kilometer verderop bracht de Duitse majoor DICKMAN alles in gereedheid om naar Oradour op te rukken. Zijn colonne arriveerde om 1.30 uur in Oradour en in het gehucht Bellevue zei Tweede Luitenant Barth tegen zijn mensen dat "zij vandaag bloed zouden zien vloeien".
Binnen een half uur was het gehele dorp omsingeld en alle in- en uitgangen en toegangswegen werden afgesloten. Majoor Dickman richtte een boerderij tussen Oradour en het dorpje Bordes in als commandopost. Als reden voor de overval werd een routinematige identiteitscontrole opgegeven, waartoe alle inwoners zich op het marktplein moesten verzamelen ...
Over de stemming zei een van de weinige overlevenden later dat deze “gemoedelijk” was. De mensen praatten normaal met elkaar en her en der was er een schampere opmerking te horen. Ook werden hier en daar door de Duitsers geruststellende opmerkingen gemaakt. Bekend is hun opmerking tegen de pasteibakker, toen deze zich zorgen ging maken over de cakes die hij net in de oven had gedaan. Ze zegden hem “dat hij zich geen zorgen hoefde te maken en dat “zij" er wel even op zouden letten.” Gerustgesteld zou de man zich hebben omgedraaid en het gesprek met zijn dorpsgenoten hebben voortgezet.
Om 15.00 uur begonnen de soldaten de mannen en de vrouwen van elkaar te scheiden. De mannen aan de ene kant van het terrein en de vrouwen en kinderen aan de andere kant. Een bevel in het Duits werd gegeven en de groep met vrouwen en kinderen werd naar een uitgang van het dorp gedreven, waar de kerk stond.
Een Duits officier, die goed Frans sprak, beval burgemeester Desourteaux hem gijzelaars aan te wijzen. De burgervader weigerde en bood zichzelf aan als gijzelaar. Intussen waren alle wapens van de dorpsbewoners ingeleverd.
Toen brachten de Duitsers hun wapens in stelling vóór de verzamelde mannen. De gesprekken verstomden. De mannen werden opgesplitst en opgesloten in diverse schuren. Om 16.00 uur hoorde men een enorme knal. Direct hierna begonnen de machinegeweren te ratelen. Overal hoorde men kreunende mannen. De geur van bloed vermengde zich met de geur van hooi, stof en kruitdamp.
Wat het lot van de vrouwen en de kinderen betreft, is er een getuigenis van een aan de slachting ontsnapte vrouw. Zij vertelt dat zij om 14.00 uur opeens Duitse soldaten in haar huis aantrof, die haar dwongen naar het marktplein te gaan, waar de mannen en de vrouwen van elkaar werden gescheiden. Alle vrouwen (veel moeders hadden hun kinderen op de arm of tegen zich aangedrukt) werden in de kerk bijeengedreven. Metgrote angst wachtten zij de gebeurtenissen af.
Omstreeks 16 uur kwamen twee jonge soldaten de kerk binnen en plaatsten een soort kist in het koor. Uit deze kist hingen lange draden tot op de grond. Plotseling een oorverdovende knal, waardoor de hele kerk in brand vloog en alle vrouwen en kinderen levend verbrandden. Die mensen moeten door een hel gegaan zijn.
De moordenaars van het “Herrenvolk”slachtten honderden vrouwen en kinderen af. Het jongste slachtoffertje was nog geen week oud !!!
Later op de dag werd de rest van het dorp in brand gestoken. In de loop van de namiddag kwam een tram, die een proefrit maakte, met een paar bewoners in Oradour aan. Deze passagiers werkten bij de trammaatschappij. Eén van hen stapte uit en werd prompt doodgeschoten. De nazi's stuurden de tram met de andere passagiers terug naar Limoges. Toen de volgende tram in Oradour arriveerde om 19.30 uur, mochten 20 inwoners van Oradour uitstappen. Zij kregen van de Duitse soldaten te horen “dat zij hun gelukkig gesternte mochten danken, want dat de rest van Oradour was afgeslacht.”
De Duitsers hadden inmiddels Oradour geplunderd en gingen weg. Twee dagen later kwamen ze terug om twee grote massagraven te delven. Een paar dagen later zonden de Duitsers een paar officieren naar Oradour. Hun taak was de EFFECTIVITEIT VAN DE OPERATIE TE EVALUEREN. Een paar inwoners van Oradour, met wat pluimvee, bleven ontredderd en verslagen achter. Zij hadden de droevige taak om de dode mannen te identificeren en te begraven, en vervolgens de as van de vrouwen en kinderen te verzamelen.
Nu is het dorp een aangrijpend openluchtmuseum
Bij de ingang van het dorp werd in 1999 een museum opgericht.
Het kerkinterieur en een schrijnend getuigenis.
Hier werden honderden vrouwen en kinderen afgeslacht door de nazi’s. Gij die passeert, wees ingetogen. Gij die gelooft, bid voor de slachtoffers en hun familie. Dat ze rusten in vrede, want zij leven voort in de eeuwigheid.
De overgebleven inwoners van Oradour woonden enkele jaren in primitieve omstandigheden tot het nieuwe dorp Oradour in 1953 werd ingewijd.
VERGEET HET NOOIT ! EINDE