530 likes | 737 Views
De wiskundige knoop. LIO-project Gesubsidieerd door NWO Uitvoerder: Ab van der Roest Begeleider: Arjeh Cohen Plaats: Technische Universiteit Eindhoven. Knoop op Hoog Catharijne te Utrecht. Gemaakt door Shinkichi Tajiri. Borromean ringen op Iso la Bella. Mastworp (voor de zeilers).
E N D
De wiskundige knoop LIO-project Gesubsidieerd door NWO Uitvoerder: Ab van der Roest Begeleider: Arjeh Cohen Plaats: Technische Universiteit Eindhoven
wiskundige knoop • Een knoop is een gesloten kromme in de drie dimensionale ruimte die geen zelfdoor-snijdingen heeft
wiskundige knoop • Andere benadering om knopen te bestuderen: • α: S1 → S3 is een inbedding van een knoop • bestudeer nu de topologie van de complementaire ruimte S3-α(S1)
wiskundige knoop of onderzoek hoe gekromd de gesloten kromme is stelling van Fary-Milnor: • als de totale kromming ∫κ≤ 4π dan is de knoop de triviale knoop • als de totale kromming ∫κ> 4π dan is de knoop echt geknoopt
Van knoop naar diagram • Projecteer de knoop op een plat vlak • Geef duidelijk aan of je een boven- of onderkruising hebt
wiskundige knoop • Eén van de hoofdvragen: welke knopen zijn er en wanneer zijn knopen echt verschillend knopentabel
wiskundige knoop • Twee voorbeelden van knopen die er ingewikkeld uit zien, maar eenvoudige knopen blijken te zijn
Hoe onderscheiden we knopen die gelijk zijn? • Kurt Reidemeister beschreef drie bewegingen op een knoopdiagram: • R1
Reidemeister stelde:als knoop K en L isotoop zijn, bestaat er een eindige rij Reidemeisterbewegingen die het diagram van knoop K overzet in het diagram van knoop L. • Opmerking: als dit niet lukt weet je nog niets; misschien ben je gewoon niet handig genoeg!
invarianten • Een invariant is een eigenschap van een knoop die niet veranderd als we de knoop “vervormen”. • Een invariant blijft dus behouden onder de Reidemeistebewegingen.
invarianten • Aantal kruisingen: nee • Verstrengelingsgetal: nee • Schakelgetal: ja • Aantal driekleurigen: ja • Veeltermen: ja
verstrengelingsgetal • Een kruising in een diagram krijgt de waarde +1 of -1 met de volgende systematiek • Het verstrengelingsgetal is de som van die waardes van de kruisingen.
verstrengelingsgetal • Verstrengelingsgetal w(T) = -3
verstrengelingsgetal • Geen invariant: voeg een extra kruising toe met behulp van R1; de totale som zal veranderen.
driekleuringen • Een diagram wordt gekleurd met drie kleuren volgens de regels: • Bij een kruising komen precies drie kleuren • Bij een kruising komt precies één kleur
driekleuring • Invariant na te gaan met de Reidemeisterbewegingen
Kauffman-haakje • Een veelterm die uitgerekend wordt voor een niet-georiënteerd diagram • Het vlak wordt door een kruising in “vieren” gedeeld en volgens de onderstaande systematiek benoemd:
Kauffman-haakje • Vervolgens splitsen we de kruising:
Kauffman-haakje • We doen dit voor elke kruising en zo kunnen we voor een diagram met n kruisingen 2n nieuwe diagrammen maken, die toestanden noemen.
Kauffman-haakje • Definitie: • Zij K een knoop en S een toestand van het knoopdiagram; c(S) is het aantal componenten; a(S) het aantal A-splistsingen en b(S) het aantal B-splitsingen • Kauffman-haakje wordt berekend met de formule:
Kauffman-haakje • Berekening van Kauffman-haakje voor de klaverbladknoop: zie werklblad
Kauffman-haakje • <T> = A3d2 + 3A2Bd + 3AB2 + B3d • Op grond van de invariantie onder de Reidemeisterbewegingen moet er voor A, B en d de volgende relaties gelden: • B = A-1 • d = -(A2+A-2) gevolg: <T> = A7 − A3 − A-5
Kauffmanveelterm • Kauffmanveelterm voor een georiënteerd knoopdiagram: w(K) is het verstrengelings-getal van knoop K en <K> is de Kauffman-haakje dan is de Kauffamanveelterm: fK(A)=(−A)-3w(K)<K>
Kauffmanveelterm • In ons voorbeeld: • w(T) = -3 • fK(T) = (-A)9(A7− A3 − A-5) = -A16 + A12 + A4 Merk op dat wanneer je elke bovenkruising verandert in een onderkruising de veelterm verandert in fL = -A-16 + A-12 + A-4 en op grond daarvan kunnen we zien dat K en L verschillend zijn.
Jonesveelterm • Weefrelatie
Jonesveelterm • De Jonesveelterm VK is gedefinieerd voor een georiënteerd diagram en maakt gebruik van de weefrelatie: • voor een diagram dat op één kruising verandert geldt de volgende bewering:
Jonesveelterm • Gevolg van deze definitie is: bevat een knoop K niet geschakelde componenten dan is de Jonesveelterm:
Jonesveelterm • Voorbeeld:
vlechten • Elke vlecht is een knoop • Elke knoop is een vlecht • Algoritme van Yamada-Vogel knoop