200 likes | 353 Views
Enquête Disciplines een overzicht van de antwoorden. Uitgewerkt door Manon Fens Onderzoeker azM Lid werkgroep ‘Zorg in de Chronische Fase’ Presentatie Joke de Meris. Inleiding. er zijn twee vragenlijsten verspreid Vragenlijst aan coördinatoren is gepresenteerd op ALV 2010 in april NU:
E N D
Enquête Disciplineseen overzicht van de antwoorden Uitgewerkt door Manon Fens Onderzoeker azM Lid werkgroep ‘Zorg in de Chronische Fase’ Presentatie Joke de Meris
Inleiding • er zijn twee vragenlijsten verspreid • Vragenlijst aan coördinatoren is gepresenteerd op ALV 2010 in april • NU: • Vragenlijst aan medewerkers van verschillende disciplines binnen de instellingen die onder de ketens vallen
1. Wie zijn de deelnemers? • Totaal 59 disciplines geantwoord • vanuit 26 ketens • verpleegkundigen • fysio/ergo/logo/revalidatie arts/specialist ouderen geneeskunde/MW/neuroloog/ psycholoog
Wat is onze definitie? De gehanteerde definitie van ‘Zorg in de Chronische fase’: De periode die begint wanneer een patiënt na ontslag vanuit een instelling thuis terecht komt, waar hij/zij moet leren omgaan met de (langdurige) gevolgen van de beroerte voor de rest van het leven
2. Wat is uw definitie? start duur vanaf 6 weken vanaf 3 mnd vanaf 3 mnd tot jaren vanaf 4-12 mnd vanaf 6 mnd vanaf 8-9 mnd tot 6 mnd tot 2 jaar tot 3 jaar tot jaren na CVA / onbepaald 6-12 mnd / 18 mnd / Klachten vrij/ tot jaren na CVA Zorg na revalidatie (8) Tot 2 jaar / tot jaren na CVA / klachtenvrij / niet aan te geven Na ontslag (14) 3-12 mnd / vanaf 6 mnd / klachtenvrij Na herstel (3) Na acute fase (2)
3-5. Hoe zien uw contactmomenten eruit? Verpleegkundige: Vanuit: ZH/RC/VPH/EC Wanneer: 2-6 keer in 12- 18 maanden Waar: poli of thuis Hoe: m.n. individueel Fysiotherapeut: Vanuit: VPH/RC/1e lijn Wanneer: enkele weken na ontslag, zolang nodig Waar: poli/thuis/DB Hoe: individueel of groepen (therapie) Overige: Vanuit: VPH/RC Wanneer: 1-3 keer in 3-6 mnd (max) Waar: poli/Ziekenhuis Hoe: individueel of groepen
6. Rol huisarts en PO? Huisarts: Medische zorgverlener/coördinator van zorg na ontslag en ondersteuner(1) en doorverwijzer (2) Huisarts ontvangt meestal brief van disciplines na afronding zorg Praktijkondersteuner (PO): Bij merendeel een onbekende functie Zorg voor secundaire preventie, ondersteuning en signalering
7. Omschrijving thuiszorg? Huisbezoeken afgelegd? Standaard = 24 Problemen = 7 Andere reden: 9 Nee = 9 Ja = 40 Onbekend = 10 • Hoe zien die huisbezoeken eruit (18)? • Standaard afspraken keten, nazorg- of CVA verpleegkundige • Standaard (3-4) huisbezoeken of op indicatie/inschatting zorg • Doel: signaleren problemen en complexe zorgvraag afhandelen
8.1-4. Levensstijlaanpassingen? • Roken (42 ja / 8 nee): • Hoe: mondeling of schriftelijk (25) ofwel alleen mondeling (17) • Materiaal: Nederlandse Hartstichting of Stivoro • Bewegen (45 ja / 6 nee): • Hoe: mondeling of schriftelijk (25) ofwel alleen mondeling (19) • Materiaal: Nederlandse Hartstichting of regionaal aanbod • Overgewicht (40 ja / 1 soms / 3 nmv / 6 nee): • Hoe: mondeling (23) ofwel mondeling en schriftelijk (18) • Materiaal: Nederlandse Hartstichting of inschakelen diëtiste • Voeding (34 ja / 1 soms / 6 nmv / 9 nee): • Hoe: mondeling en schriftelijk (21) ofwel mondeling (11) ofwel schriftelijk (1) • Materiaal: Nederlandse Hartstichting of inschakelen diëtiste
8.5-8. Preventie? • Bloedsuikergehalte (16 ja / 12 nee / 11 nmv): • Bekend diabeet: vlak na opname / indien overschrijven afkappunt van 10 mmol/l, dan dagcurve of doorverwijzen huisarts of internist • Onbekend diabeet: vlak na opname / indien overschrijven afkappunt 10-15 mmol/l, dan dagcurve, medicatie of doorverwijzen huisarts/internist/diabetes vpk • Bloeddruk (30 ja / 1 soms / 3 nee / 5 nmv): • Vlak na opname bepalen (vaker herhaald) / afkappunt tussen 100/80 tot 150/90 / indien nodig doorverwijzen neuroloog, huisarts of diëtiste • Cholesterol (10 ja / 3 soms / 12 nee / 11 nmv): • Meestal alle types bepaald op indicatie of bij opname / afkappunt 2,5-3,5 en indien nodig medicatie • Familieanamnese (15 ja / 2 soms / 11 nee / 8 nmv): • Meestal binnen 3 weken na opname door arts, later vaker door verpleegkundige bij huisbezoek of op de poli
8.9 Medicatie? • Disciplines: 36 ja / 2 nee / 4 nmv • Vaak bij opname 8.10 Patiëntenverenigingen? • Disciplines: 39 binnen vakgebied / 8 nmv • Nederlandse CVA Vereniging and Afasie Vereniging Nederland (37) • Cerebraal (22)
9. Besproken of niet? • Onderwerpen: • ADL • Cognitie • Sociaal • Relatie • Seksueel • Angst • Depressie • Agressie • Vermoeidheid • Slaapproblemen • Onderwerpen: • ADL • Cognitie • Sociaal • Relatie • Seksueel • Angst • Depressie • Agressie • Vermoeidheid • Slaapproblemen Bijna iedere verpleegkundige, met screeningslijst Onderlinge verschillen therapeuten Overige disciplines veelal bespreken, maar zonder screeningslijst Revalidatiearts en specialist ouderenzorg bespreken in anamnese
10. Financiering tot 1 jaar? • DBC (18) • AWBZ (20) • soms aangevuld: ZZP, zorgverzekeraar, overige • Vergoeding zorgverzekeraars (12) • Formatie en uren professional/zorgverzekeraar • richtlijn AWBZ/VWS/ZZP, CIZ, DBC of thuiszorg 1/3 disciplines uren per cliënt vastgelegd (5-20 uur per jaar)
11. Zorg mantelzorg? • 52 disciplines hebben contact mantelzorg • Wanneer: regelmatig (3-6x per jaar) (21) / naar behoefte (18) / contact naaste (10) / onbekend (3) • 29 disciplines hebben gespreksgroepen naaste • Draagkracht mantelzorg (23): m.n. CSI • 25 disciplines hebben gespreksgroepen patiënt
12. Overdracht? • Transmuraal dossier: 15 • in enkel gevallen goed en functioneel: • knelpunten: m.n. moeilijk voor patiënt, sommige ketenpartners niet deelnemen • Andere overdracht: 36 • veelal aparte schriftelijke overdracht • positief: door overdracht samenwerken • knelpunten: info ontbreekt, terugkoppeling beter
13. Terugkoppeling? Nazorgpoli ZH: 21 regelmatig / 2 soms / 29 niet Huisarts: standaard procedure, maar op verschillende manieren - Schriftelijk na ontslag - tussentijds verslag - na ieder (poli)bezoek Praktijkondersteuner: indien noodzakelijk Thuiszorg: 31 regelmatig
14. Rendement bekend? Onbekend: Bekend: 43 9
15. Zorg chronisch fase? Verpleegkundige: Ja = 13 / soms =3 / Nee = 8 Wanneer: 2-5 keer of indicatie of onduidelijk Wat: HB met doorverwijzen Wie: met name thuiszorg Financiën: hoofdzakelijk AWBZ en/of DBC met aanvulling Overige: Ja = 12 / soms = 2 / 21 = nee Wanneer: onduidelijk Wat: m.n spreekuur, soms HB of telefonisch contact voor controle of therapie Wie: onduidelijk Financiën: meestal DBC met soms AWBZ
Gewenste ontwikkeling? Organisatie Zorg Chronische Fase: duidelijke structuur, coördinator zorg, langer continueren, signaleringsinstrument, kortere lijnen collega’s Zorginhoudelijk: gesprekgroep naaste/patiënt, lotgenotencontact, aandacht cognitie/gedragsmatige gevolgen Financiering: noodzakelijk
Voorzichtige conclusies • Definitie ‘Zorg in de Chronische Fase’ noodzakelijk • Vele vormen van organisatie zorg • Met name verpleegkundige langer zorgverlening • Goede opzet zorg in de chronische fase gewenst • Aanbevelingen formuleren!