1 / 23

Dit hoofdstuk is (ook) onderdeel van het CSE !

Dit hoofdstuk is (ook) onderdeel van het CSE !. ARM EN RIJK Hoofdstuk 4 De wereld in delen. Een geograaf bestudeert (beschrijft en verklaart) de verschillen op aarde……  aant op WB blz 54 ! En kijkt daarbij naar…. Economische kenmerken Demografische kenmerken

neve-hoover
Download Presentation

Dit hoofdstuk is (ook) onderdeel van het CSE !

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Dit hoofdstuk is (ook) onderdeel van het CSE !

  2. ARM EN RIJK Hoofdstuk 4 De wereld in delen

  3. Een geograaf bestudeert (beschrijft en verklaart) de verschillen op aarde……  aant op WB blz54 ! En kijkt daarbij naar….. Economische kenmerken Demografische kenmerken Sociaal-culturele kenmerken (Politieke kenmerken) Dan krijg je een goed geografisch beeld van een land !

  4. Deelvragen van par 4.1: Landen vergelijken / indelen 1-Welke economische, demografische en sociaal-culturele indicatoren kun je goed gebruiken wanneer je landen met elkaar wil vergelijken? 2-Wat zijn de eigenschappen van die indicatoren en waarom moet je voorzichtig zijn met het toepassen ervan?

  5. Economische kenmerken Op aarde zijn grote verschillen in welvaart, zowel tussen als binnen landen. Een veel gebruikte maatstaf om de ontwikkeling van een land te meten is het B.N.P. /inw Bruto Nationaal Product = de totale productie van economische goederen, dus ook van diensten, in de loop van een jaar, uitgedrukt in geld. Kortweg: alles wat in een land in een jaar verdient wordt.

  6. Wie is er nu het rijkst ? BNP / inw $ 18.942 $ 19.200 $ 2.624 Land BNP Duitsland $ 1568.340.774.000 Nederland $ 305.126.400.000 China $ 331.104.716.800.000 Relatieve getallen Absolute getallen Om landen te kunnen vergelijken veranderen we absolute getallen in relatieve ( = t.o.v.) getallen. Bijv: -gemiddelde / inw. -procent (per 100) -promille (per 1.000)

  7. Er zijn kleine leugens, grote leugens en er is statistiek ! Waarom is het BNP / inw toch niet altijd zo een goede maatstaf? -het is een gemiddelde !  binnen een land kunnen grote verschillen bestaan. -verschil in koopkracht tussen landen. (Hamburgerindex) -wijze van gegevens verzamelen. (niet altijd betrouwbaar) -wisselkoers. (fluctueert / soms zwarte koersen) -…..zie verder je tekstboek !

  8. Een andere economische indicator van welvaart / ontwikkeling is de verdeling van de beroepsbevolking over de diverse economische sectoren.

  9. Welk verband zal er zijn tussen welvaart / ontwikkeling en de verdeling van de beroepsbevolking over de diverse economische sectoren?

  10. Sociaal-culturele kenmerken. Taal Een maatstaf van ontwikkeling ? Godsdienst Analfabetisme is wel een goede maatstaf van ontwikkeling.

  11. Demografische kenmerken Demografie = de wetenschap die de omvang en samenstelling van de bevolking bestudeert en de veranderingen daarin. Maak de aantekening ‘demografische kernbegrippen’ Welke demografische kernbegrippen zeggen het meest over de ontwikkeling van een land? Maak WB blz55

  12. Leeftijdsdiagram of bevolkingspiramide? • Een grafische weergave van de verdeling van de bevolking naar geslacht en leeftijd waarbij leeftijd op de verticale as (y-as) is geplaatst • Groeiende, stabiele en krimpende bevolking !

  13. Wat lees je af? • Absolute aantallen • Piramidemodel • Hoog geboortecijfer, maar afnemend • Een jonge bevolking • Een sterk groeiende bevolking • Groeitempo neemt af • Hoge groene druk

  14. Vergrijzing = toename van het aandeel ouderen in de samenleving • Ontgroening = afname van het aandeel jongeren in een samenleving • Demografische druk = verhouding tussen ‘productieve leeftijdsgroep' en de ‘niet-productieve leeftijdgroep’ • A+C x 100 • B • Grijze druk = het aantal personen van 65 jaar of ouder als percentage van het aantal personen van 20–64 jaar • Groene druk = het aantal personen jonger dan twintig jaar als percentage van het aantal personen van 20-64 jaar

  15. Demografische transitie Transitie = overgang  de overgang van een hoog sterfte- en geboortecijfer naar een laag sterfte- en geboortecijfer.

  16. 1. De agrarisch-ambachtelijke fase: lage groei Hoog geboortecijfer en hoog sterftecijfer Samenleving gekenmerkt door landbouw en ambachten • Pas trouwen als de man een gezin kan onderhouden • Hoog geboortecijfer dat reageert op sterftecijfer • kind is financiële steun • hoge huwelijksvruchtbaarheid • Sterftecijfer weerspiegelt economische, politieke en medische omstandigheden • hoge kindersterfte • korte levensverwachting

  17. 2. De proletarische fase: de schaar gaat open • Aanvankelijke stijging geboortecijfer • werk in industrie maakt eerder trouwen mogelijk • Sterftecijfer daalt versneld • grotere voedselzekerheid • ontwikkeling medische wetenschap • verbetering hygiëne • aanleg waterleiding • aanleg riolering • Levensverwachting neemt toe

  18. 3. De moderne fase: de schaar gaat dicht • Sterke daling geboortecijfer • sociale en mentale verstedelijking • ontkerkelijking • na 1965 anticonceptiepil • kind wordt ‘economic burden’ i.p.v. financiële steun • woonsituatie, scholing, opvoeding, tijdsbeslag • betere pensioenvoorzieningen • Daling sterftecijfer stopt • door ontgroening

  19. 4. De post-transitiefase: stagnerende bevolking • De demografische transitie voltooid • Laag geboorteniveau • verbeterde maatschappelijke positie van de vrouw • later trouwen • geboortebeperking • Laag sterfteniveau • uitstekende gezondheidszorg • grote voedselzekerheid • Lage demografische druk • Vergrijzing zet in

  20. 5. Post-moderne fase: afnemende bevolkingsomvang • Zeer laag geboortecijfer • Sterftecijfer neemt toe • Vergrijzing • Toenemende spanning op arbeidsmarkt • Toenemende demografische druk

More Related