1 / 12

Zin in Zien!

Zin in Zien!. Eerste kennismaking met de dimensies van ZIEN!. Ervaring op doen met het invullen van het profiel. ‘zien’ vraagt taal. Het gaat om veel-weinig zien van gedrag. Het is geen waardeoordeel!. Hoe zie jij …. BT = Betrokkenheid WB = Welbevinden SI = Sociaal initiatief

nevin
Download Presentation

Zin in Zien!

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Zin in Zien!

  2. Eerste kennismaking met de dimensies van ZIEN!. • Ervaring op doen met het invullen van het profiel.

  3. ‘zien’ vraagt taal

  4. Het gaat om veel-weinig zien van gedrag. Het is geen waardeoordeel! Hoe zie jij … BT = Betrokkenheid WB = Welbevinden SI = Sociaal initiatief SF = Sociale flexibiliteit SA = Sociale autonomie (eigenheid) IB = Impulsbeheersing IL = Inlevingsvermogen

  5. Betrokkenheid • Heeft plezier in wat het doet. • Gaat geconcentreerd op in de activiteit. • Toont belangstelling voor activiteiten. • Toont doorzettingsvermogen.

  6. Welbevinden • Is opgewekt. • Maakt een vitale levenslustige indruk. • Komt ontspannen en open over. • Gaat graag naar school.

  7. Sociaal initiatief • Stapt uit eigen beweging op anderen af. • Heeft een eigen inbreng tijdens activiteiten. • Vertelt uit zichzelf. • Spreekt uit eigen beweging met andere kinderen.

  8. Sociale flexibiliteit • Sluit makkelijk een compromis. • Staat open voor nieuwe ideeën. • Laat een eigen idee makkelijk los. • Toont veerkracht.

  9. Sociale autonomie • Zegt wat het ergens van vindt. • Komt verbaal voor zichzelf op. • Maakt eigen keuzes. • Regelt eigen zaken.

  10. Impulsbeheersing • Praat niet voor zijn/haar beurt. • Denkt na voor het iets onderneemt. • Eist weinig aandacht op. • Houdt zich aan de regels.

  11. Inlevingsvermogen • Luistert met aandacht naar wat anderen vertellen. • Toont belangstelling voor anderen. • Zegt aardige dingen tegen een ander. • Is behulpzaam.

  12. Profiel bekijken

More Related