Studiedag ‘ Hink Stap Sprong ’ Doorstroom naar de arbeidsmarkt

1. Studiedag‘HinkStapSprong’Doorstroomnaar de arbeidsmarkt prof. dr. Peter Van Petegem – prof. dr. Vincent Donche Tine van Daal - Liesje Coertjens – Eva Delvaux

2. Overzicht

3. Overzicht • Theoretisch kader • Ervaren match • Jobmotivatie en jobtevredenheid • Leren op het werk

4. Theoretisch kader

5. Theoretisch kader • Beperkingen eerder onderzoek transitie van school naar werk • Beperkt aantal factoren (geslacht, SES, behaald diploma) • Niet longitudinaal (meting vlak na transitie) • Dit onderzoek: transitie vanuit een breed perspectief (motivatie, leren, match) • TK gebaseerd op transitieprocesmodel Nicholson (1990)

7. Match tussen opleiding en werk Wat? Aanwezig? Relatie objectieve en gepercipieerde match?

8. Match opleiding en werk: wat? In dit onderzoek match op twee manier gemeten: • Objectieve verticale en horizontale match • Gepercipieerde verticale, horizontale en vaardighedenmatch

9. Match opleiding en werk: aanwezig? • Objectieve verticale match: 73.9% jongeren • Objectieve horizontale match: 80.4% jongeren • Gepercipieerde match ligt relatief hoog, vooral vaardighedenmatch

10. Match opleiding en werk: relatie objectieve - gepercipieerde match?  Indien er een objectieve inhoudelijke match ervaren jongeren zelf ook een grotere match tussen hun opleiding en job.

11. Jobmotivatie en jobtevredenheid Wat? Hoe gemotiveerd en hoe tevreden? Relatie met match? Relatie tussen motivatie en tevredenheid?

12. Wat?

13. Hoe gemotiveerd en tevreden? • Jongeren oefenen job uit omdat ze het graag willen doen • Gecontroleerde motivatie en demotivatie is zeer klein • Jongeren zijn tevreden met hun job

14. Relatie met objectieve match? • Objectieve verticale match geen invloed • Objectieve horizontale match: autonome jobmotivatie is groter indien er een objectieve horizontale match is

15. Relatie met subjectieve match? • Grotere subjectieve match, ook meer autonoom gemotiveerd voor job • Kleinere vaardigheden match, meer gecontroleerd gemotiveerd • Kleinere subjectieve match, meer gedemotiveerd • Grotere subjectieve match, meer tevreden met job

16. Relatie motivatie en tevredenheid? • Achtergrondkenmerken geen invloed • Meer autonoom gemotiveerd, meer tevreden met job • Grotere gecontroleerde en demotivatie, minder tevreden met job

17. Leren op de werkplek Wat? In welke mate? Relatie met match? Relatie met achtergronkenmerken en eerdere leervoorkeuren? Relatie met jobmotivatie en jobtevredenheid?

18. Wat?

19. In welke mate? • Jongeren leren op de werkplek • Meer actief leren dan relateren opleiding aan werkpraktijk

20. Relatie met objectieve match? • Geen relatie met objectieve verticale match (diplomaniveau) • Wel relatie horizontale match (inhoud): indien inhoudelijke overeenkomst tussen opleiding en job, meer relateren opleiding aan werkpraktijk

21. Relatie met subjectieve match? • Grotere subjectieve match, meer actief leren • Grotere subjectieve match, meer relateren opleiding aan werkpraktijk • Zeer sterke relatie tussen inhoudelijke match en relateren opleiding aan werkpraktijk

22. Relatie achtergrondkenmerken en eerdere leervoorkeuren? • Meer consciëntieus, meer leren op de werkplek • Meer regulatiestrategieën in SO, meer leren op de werkplek

23. Relatie met motivatie en tevredenheid? • Meer actief leren bij grotere autonome jobmotivatie, jobtevredenheid • Minder actief leren bij gecontroleerde of demotivatie • Meer relateren opleiding aan werkpraktijk bij grotere autonome jobmotivatie en jobtevredenheid

24. In het boek