350 likes | 552 Views
M inimal R esidual D isease bepaling bij CLL. Waarom zou je het doen? Hoe zou het kunnen?. Overleving na Eerstelijn behandeling met chemotherapie met / zonder rituximab (anti-CD20). overleving (%). maanden. Overleving na donor (allogene) stamceltransplantatie.
E N D
Minimal Residual Diseasebepaling bij CLL Waarom zou je het doen? Hoe zou het kunnen?
Overleving na Eerstelijn behandeling met chemotherapie met / zonder rituximab (anti-CD20) overleving (%) maanden
Waarom werkt allogene stamceltransplantatie ? • Donor T-cel anti-CLL effect • Treedt vaak op na • verminderen afweeronderdukkende medicatie • bij optreden graft-versus-host ziekte • na donor lymfocyt infusie (DLI)
. Gribben J G et al. Blood 2005;106:4389-4396 ©2005 by American Society of Hematology
HOVON 88 CLL Allogeneic stem cell transplantation after reduced intensity conditioning for high-risk relapsed or refractory CLL. A prospective multi-center phase II study
MRD bij CLL drie reeksen vergeleken met kappa/lambda/CD19/CD5 Rawstron, Leukemia 2007
werkwijze validatie • 7 patiënten casus • nieuwe CLL • MRD • zonder CLL • negen antistof combinaties • verstuurd naar 10 labs in 9 verschillende landen
uitkomsten • laagste inter-lab variatie en minste vals-positieve uitslagen met: • CD20 / CD38 / CD19 / CD5 • CD22 / CD81 / CD19 / CD5 • CD43 / CD79b / CD19 / CD5
waarom niet CD23 ? • normale CD5 positieve B cellen zijn ook CD23 positief • CD23 komt ook voor op subpopulaties van CD5 negatieve normale B cellen
MRD bij CLL CD20, CD38, CD19 en CD5
CD20 rijpere B precursors rijpe B cellen CD38 geactiveerde T cellen geactiveerde B cellen allerlei precursors plasmacellen NK cellen CD20 en CD38 expressie
waarom CD20 en CD38 bij MRD ? B precursors CD19 gated normale rijpe B cellen CLL
volstaat deze reeks ? ofwel, onderscheidt CD20 en CD38 expressie CLL cellen altijd van normale rijpe en precursor B cellen ?
CD20 soms op (rijpere) B cel precursors = B cel precurors
R2 CD38 soms hoog bij CLL CD19 gated geactiveerde CLL B cel precurors
conclusie • reeks met CD38 en CD20 volstaat niet in alle gevallen
MRD bij CLL CD22, CD81, CD19 en CD5
CD81 T cellen B cellen Monocyten (zwak) CD22 voorloper en rijpe B cellen expressie van CD81 en CD22
B-cel CD81 en CD22 expressie CD19 gated CLL
MRD met CD22 en CD81 R7 = CLL (moderate CD22) R8 = CLL (moderate CD22, dim CD81)
conclusie • reeks met CD22 en CD81 levert in vrijwel alle gevallen bruikbare MRD informatie
MRD bij CLL CD79b, CD43, CD19 en CD5
CD79b precursor B cellen (m.n. cytoplasmatisch) rijpe B cellen CD43 T cellen geactiveerde B cellen plasmacellen monocyten granulocyten macrofagen expressie van CD79b en CD43
MRD met CD79b en CD43 CLL rijp B B cel precursors
Conclusie CD79b/CD5/CD43 • zelfs bij lage CD5 expressie onderscheidend van normale B cellen
Conclusie CD79b/CD5/CD43 • zelfs bij lage CD5 expressie onderscheidend van normale B cellen • buis niet informatief indien er geen duidelijke populatie met CD5 en CD79b is
kunnen normale B cellen (rijp en precursor) CD5 positief zijn ? • op geactiveerde B cellen T
kunnen normale B cellen (rijp en precursor) CD5 positief zijn ? • op geactiveerde B cellen • op precursors ? • (5-7% van de CD19+ cellen in kind BM is CD5+)
validatie van deze en andere MRD methodes • 141 data files, naar 10 internationale labs • alleen normale cellen (n=40) • 0.00001-0.01% CLL (n=32) • 0.01-0.1% CLL (n=69) Rawstron, Leukemia 2007
validatie • 141 data files, naar 10 internationale labs • alleen normale cellen (n=40) • 0.00001-0.01% CLL (n=32) • 0.01-0.1% CLL (n=69) • inter-operator variabiliteit en fout-positieve metingen ‘t minst bij: • CD79b / CD43 • CD81 / CD22 • CD38 / CD20 Rawstron, Leukemia 2007
analyse-SOP verhoogt precisie en verlaagt fout-positieve uitslag Rawstron, Leukemia 2007
flow MRD correleert met Q-PCRboven 0.01% Rawstron, Leukemia 2007
detectie limiet • minimaal 0.01% MRD detecteren • die 0.01% moeten minimaal 50 events zijn • hoe? • minimaal 500.000 leukocyten meten • SOP gebruiken Rawstron, Leukemia 2007
Dank voor de aandacht ! CLL or no CLL ?