810 likes | 951 Views
Hoofdstuk 2: Industrialisatie, sociale spanningen en expansie. Periode 1865-1918. 1. Industrialisatie in de 19 e eeuw, veranderingen in de samenleving. Gunstige omstandigheden voor een snelle industrialisatie na 1865. Natuurlijke hulpbronnen Voldoende goedkope arbeidskrachten (immigranten)
E N D
Hoofdstuk 2: Industrialisatie, sociale spanningen en expansie Periode 1865-1918
1. Industrialisatie in de 19e eeuw, veranderingen in de samenleving
Gunstige omstandigheden voor een snelle industrialisatie na 1865 • Natuurlijke hulpbronnen • Voldoende goedkope arbeidskrachten (immigranten) • Energieke ondernemers • Snel uitbreidend spoorwegennet • Nieuwe communicatiemiddelen: telegraaf (later: telefoon)
Veranderingen in het bedrijfsleven • Familiebedrijven verdwijnen ten koste van grote corporaties, trusts en kartels • Opkomst massaproductie
Negatieve gevolgen van de industrialisatie • Grote tegenstellingen in de explosief groeiende steden • Kleine ondernemers krijgen oneerlijke concurrentie • Veel corruptie • Problemen voor arbeiders (onbeschermd, laag loon, werkeloosheid,…)
Problemen voor de boeren (overproductie, dure landbouwmachines,…)
De overheid grijpt maar in beperkte mate in • Volgen economisch liberalisme van Adam Smith • Enkel steun voor de grote ondernemers Bv: tariefpolitiek (vgl: Mercantilisme eerder!)
Boeren verenigen zich in de People’s Party • People’s Party – ‘populisten’ = voor het gewone volk • Idealen verdedigen van conservatief, landelijk Amerika • Landbouw moderniseren en commercialiseren → Eisen nationalisatie van banken en spoorwegen
Waarom? • Afhankelijk van banken voor grote leningen nieuwe machines • Lagere vervoersprijzen vragen aan spoorwegen
Verder? - VS moet gouden dollar loslaten → devaluatie → schulden makkelijker afbetalen
Invloed People’s Party? • Loopt terug na 1896 • Democraten nemen verschillende ideeën over in hun programma • Aanhangers steunen democratische kandidaat Bryan, maar deze verliest tweemaal de verkiezingen
Arbeiders verenigen zich in de AFL • 1886: American Federation of Labor • Geleid door Samuel Gompers • Nemen afstand van revolutionairen (lees: communisten!) • Kleinere veranderingen: hogere lonen, verkorting werktijd,…
Jaren ‘80 en ’90: veel geweld tijdens stakingen en betogingen • Slechtere werkomstandigheden in steden • Grote spanningen tussen bevolkingslagen en etnische groepen
Resultaat AFL? →vrij kleine aanhang • Amerikanen keren zich tegen stakingen en socialisme • Rijke ondernemers bieden weerstand aan vakbonden • Overheid steunt veelal rijke ondernemers in onderdrukken stakingen
Enkel aandacht voor geschoolde leden NIET VOOR: vrouwen, ongeschoolden, zwarten, Aziaten,…
De ProgressiveMovement gaat streven naar hervormingen • Eind 19e eeuw tot 1916: ‘Progressive Era’ • Zowel Republikeins als Democratisch • Vooral stedelijke middenklasse, Angelsaksisch en protestant
Doelen? • Samenleving wetenschappelijk organiseren • Industriële VS opvoeden: algemeen belang! → Alcoholverbod • Democratiseren VS → Senaat direct verkozen
Macht van de grote ondernemingen beperken • Voorkomen sociale chaos → Zorg voor armen en immigranten MAAR: geen socialisten! - die zorgen voor klassendeling - Amerikaan zorgt voor zichzelf!
De invloed van de ProgressiveMovement op de presidenten Theodore Roosevelt en Woodrow Wilson • Theodore Roosevelt (rep): • Krachtige overheid • Optreden tegen misbruik van macht grote bedrijven • Warenwet ter bescherming consumenten
Woodrow Wilson (dem): • FederalTradeCommission
Beiden: • Ingaan tegen materialistisch waardenpatroon • Vrijheid van individu beschermen MAAR: soms tegenwind van Congres of Hooggerechtshof
Grote overheidsbemoeienis tijdens de Eerste Wereldoorlog • 1917: Deelname aan WOI en economie verandert: • Groeiende overheidsuitgaven • Groeiende staatsbemoeienis BV: War Industries Board MAAR: einde oorlog betekent einde inmenging
2. De strijd voor burgerrechten 1865-1918
De slavernij is mede de oorzaak van de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) • 1860: Noordelijke Republikein Lincoln verkozen tot president • Uit angst voor afschaffing slavernij splitsen zuidelijke staten zich af ‘ConfederateStates of America’
Amendementen op de grondwet geven ex-slaven gelijke rechten • 13e amendement op grondwet verbiedt slavernij in alle staten • 14e amendement verklaart dat alle burgers in elke staat gelijke behandeling verdienen ongeacht kleur of ras (1868) • 15e amendement geeft zwarte mannen kiesrecht (1870)
De Reconstructie (1866-1877): het Zuiden bezet, rechten zwarten beschermd • Deelnemers ‘opstand’ niet langer in Congres of ambtenaar • Geen vergoeding voor verloren slaven • Ontnemen kiesrecht zuidelijke democraten
Later: • Bestuurders in zuiden vervangen door noordelijke republikeinen • Bezetting zuidelijke staten om rechten zwarte bevolking te garanderen
Zuidelijke blanken werken de Reconstructie tegen • Verhinderen dat de zwarte bevolking kan gaan stemmen • Oprichten KuKluxKlan (eerst enkel schrik aanjagen, later ook geweld) → Vele voormalige slaven worden sharecroppers
Na de Reconstructie gaan de zwarten in het Zuiden erop achteruit • 1977: Het Noorden geeft de Reconstructie op →Opnieuw een zuidelijk bestuur, gericht tegen de zwarte bevolking
Economische achteruitgang van de zwarten • Crisis in landbouw zorgen voor problemen sharecroppers • GB ging op zoek naar nieuwe producenten katoen
Achteruitgang van de rechtspositie van de zwarten • Partijdige rechtspraak • Onofficieel invoeren van de segregatie
Discriminatie en segregatie krijgen wettelijke basis: de Jim Crow-wetten • Jaren 1880-90 • Deelstaten vullen grondwet aan
Bv: • Kiezers moeten lezen, schrijven en grondwet kennen • Geen gemengde huwelijken, arbeid • Openbare ruimtes worden gescheiden (trein, park, scholen,…)