440 likes | 623 Views
Analfabeten: ingeburgerd aan het werk . Een samenwerking tussen CBE Mechelen, Prisma, VDAB Mechelen, Levanto en Karel de Grote-Hogeschool. Huidige situatie in Vlaanderen rond alfa NT2 . lange trajecten weinig intensief algemene taalvaardigheid cursisten haken voortijdig af.
E N D
Analfabeten: ingeburgerd aan het werk Een samenwerking tussen CBE Mechelen, Prisma, VDAB Mechelen, Levanto en Karel de Grote-Hogeschool
Huidige situatie in Vlaanderen rond alfa NT2 • lange trajecten • weinig intensief • algemene taalvaardigheid • cursisten haken voortijdig af
Succesvolle trajecten in buitenland • intensiever • alfabetisering als deel van bredere educatie en persoonlijkheidsvorming • zoektocht naar eigen behoeftes krijgt belangrijke plaats • meer doorstroom
Project “Analfabeten Ingeburgerd Aan Het Werk” • Samenwerking tussen- Karel de Grote-Hogeschool- CBE Mechelen- Onthaalbureau Prisma- Vitamine W- VDAB • Financiering door het Europees Sociaal Fonds, Equal
Doelstellingen • integratie en kansen op tewerkstelling voor volwassen anderstalige analfabeten verhogen • uitvoeren van een geïntegreerd opleidingstraject • ontwikkelen van methodiek en materiaal
Doelgroep • Laaggeletterde beginnende tweede-taalleerders- deelnemers komen uit alfagroepen CBE- instroom op verschillende momenten in opleiding- instapniveau mondeling: lager dan richtgraad 1.1 schriftelijk: van volledig analfabeet tot semi-alfabeet • Zowel oudkomers als nieuwkomers
Voortraject + Beroepsgericht traject Doel van het voortraject ( // primair inburgeringstraject ) • zo gericht mogelijk een voldoende basiskennis NT2 en sleutelvaardigheden • grondige loopbaanoriëntatie • kennismaking met intensieve opleiding Doel van het beroepsgericht traject (// secundair inburgeringstraject ) • nodige competenties verwerven om te kunnen doorstromen naar een specifiek beroep / functie
Het voortraject • Zo kort mogelijk: 8 maanden • Intensieve opleiding: 21 tot 24 uur per week • Doelgericht van bij het begin: focus op sleutelvaardigheden nodig in latere beroep • Integratie van verschillende onderdelen: NT2, MO, loopbaanoriëntatie, trajectbegeleiding • Content-based language learning: NT2 gekoppeld aan Maatschappelijke oriëntatie
Het voortraject Trajectbegeleiding • door onthaalbureau • in eigen taal • intensieve info over opleidingstraject • inzicht in belang van langdurige tewerkstelling • intensieve loopbaanoriëntatie • opvolging van prestaties en motivatie • wegwerken randproblemen (bv. kinderopvang, mobiliteit, thuissituatie) • vertrouwenspersoon belangrijk voor deze doelgroep
Het voortraject Focus op sleutelcompetenties • keuzes maken • problemen oplossen • samenwerken • omgaan met getallen • ict-vaardigheden • eigen leren en presteren verbeteren
het voortraject • Themagecentreerde interactie- eigen leiderschap- storingen hebben voorrang • Krachtige leeromgevingen- doelgericht leren- leren is evalueren- leren is contextgebonden- al doende leren- leren is interactief- leren is een kwestie van extensieve oefening
Eigen leiderschap • Geloven in de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de deelnemers • Zo veel mogelijk in eigen handen geven- vb: zelf bellen naar OCMW ; zelf keuze maken bij kinderopvang, zelf bepalen of uren tijdens ramadan veranderen, … • Geleidelijk aan, kijken hoeveel je als begeleider aan hen kan overlaten, gebeurt in stappen
Storingen hebben voorrang • Storingen belemmeren het leerproces • Storingen benutten als leermomentenvb: cursist voelt zich beledigd omdat moslimvrouwen niet van haar maaltijd willen proeven (varkensvlees). - interessante taalcontext om over te discussiëren (op hun niveau)- sleutelcompetentie: problemen oplossen
Doelgericht leren • Als docent goed weten waarom je iets aanbrengt. Vb: - woordenschat: zijn dit voor hen relevante woorden ? - Specifieke context: is dit voor hen een relevante context , wat wil ik dat ze kunnen ? - sleutelcompetenties: wat moeten ze kunnen in hun later beroep. Vb: mobiliteit
Doelgericht leren • Doelen ook duidelijk maken aan deelnemers. Wat is de bedoeling van deze oefening ? Waar heb je dit voor nodig ? • Stapje verder: deelnemers feedback vragen op doelen : - vind je dit belangrijk ? Wil je dit leren ? Wat zijn de consequenties als je dit niet leert ? Vb: plan lezen
Leren is evalueren • Als deelnemers zelf zicht hebben op wat ze al kunnen en wat ze nog beter moeten leren, verhoogt dit de betrokkenheid en de motivatie. • Self-assessment, co-assesment, peer-assessment, vb: bij de stages • Permanente evaluatie, vb: overzicht van doelen op regelmatige tijden bespreken. plakken van bollen.
Leren is contextgebonden • Leerinhouden koppelen aan leerwereld deelnemers • Makkelijker te realiseren in dergelijke trajecten, link met MO, beroepsopleiding • Kan ook in gewone opleidingen, link met thuismilieu, kinderen, actualiteit, • Link duidelijk benoemen en bespreken
Al doende leren • Werken met concrete doe-opdrachten vb: wat is een goede kinderopvangsamen kenmerken benoemen, foto’s zoeken in tijdschriften, voordelen – nadelen van werk: wie werkt in het gezin ? Wat is goed aan de job ? Wat minder ? Voer een gesprek met die persoon. • Taakgerichte opdrachten: een recept maken, een planning maken, een kaartje schrijven, … • Buitenschoolse opdrachten: zie later
Extensieve oefening • Cyclische opbouw • Herhaling in andere context • Herhaling vanuit andere invalshoek (vb door MO-docent, vakdocent, trajectbegeleider, op stageplaats, …)
Interactief leren • In overleg met anderen, leren van anderen - zo veel mogelijk in groep, per twee, … zowel bij schriftelijke als mondelinge oefeningen, op de werkvloer, buiten de klas, …
Het beroepsgericht traject Instapvoorwaarden • gemotiveerd om in de poetssector te werken • fysiek geschikt • taalniveau: op basis van resultaten voortrajectmondeling: module 3 alfatraject (< richtgraad 1.1) schriftelijk: geen instapvoorwaarden
Het beroepsgericht traject • Zo kort mogelijk: 8 maanden • Intensieve opleiding: 28 uur per week • Integratie van verschillende onderdelen: • NT2 • beroepsopleiding • stages • arbeidsbemiddeling • cursistenbegeleiding • sleutelcompetenties
Vragen bij de start • Voldoende competent voor tewerkstelling? • Voldoende interesse bij deelnemers? • Laag taalniveau werkbaar in technische opleiding? • Medewerking van bedrijven voor stages?
Succesfactoren • Organisatorisch model- alfa NT2 verruimd naar algemene vaardigheden- gekoppeld aan relevante inhouden (MO / poetsopleiding/ stages)- intensief en zo snel mogelijk naar BO en stage- belang van trajectbegeleiding • Methodiek- themagecentreerde interactie- krachtige leeromgevingen
Beroepsgericht NT2 • Geleidelijke afbouw ten voordele van de beroepsopleiding en de stages • Content-based language learning: NT2 gekoppeld aan beroepsopleiding en beroep • Thema-gecentreerde interactie • Krachtige leeromgeving • Veel aandacht voor leren leren, problemen oplossen en keuzes maken
Technische opleiding • Standaard programma van VDAB Mechelen • Geen schriftelijke vaardigheden vereist • Docent veel ervaring met laagtaalvaardige deelnemers • Principes van taalgericht vakonderwijs
Stages: zo snel mogelijk • Motivatie. • Beter inzicht in het eigen presteren (reality-check, “Waar sta ik?”). • Inzicht in de werkvloer • Inzicht in de verschillende poetssectoren. • Transfer van het geleerde • Ervaringen en leervragen mee naar de les
stages: organisatie • Parallel met de lessen • Cyclische opbouw: 3 korte stages • Taaltaken vanuit project • Permanente evaluatie met zelfevaluatie • Ondersteuning van mentoren
Stages: groot succes • Overwinning van drempelvrees • Geleidelijke evolutie naar zelfstandigheid • Meerwaarde voor de lesmomenten • Beeldvorming bij werkgevers • Stap naar tewerkstelling verkleind
Nazorg: arbeidsbemiddeling en coaching op de werkvloer • Deelnemers vonden heel snel een job, mede door krapte op arbeidsmarkt, maar ook door eigen initiatief en talenten. • Concrete acties • zoeken naar vacatures, via mondelinge en schriftelijke weg • voorbereiden sollicitatiegesprekken • begeleiding met betrekking tot administratieve zaken (bv. aanvragen arbeidskaart, attest allerhande,…) • concrete begeleiding op de werkvloer de eerste weken
Conclusies: organisatorisch • Intensief traject succes • Belang goede loopbaanoriëntatie • Belang van trajectbegeleiding • Voldoende ruimte reserveren voor algemene vaardigheden • Belang van stages • Belang van overleg
Conclusies: methodisch • Afstemming onderdelen zorgt voor transfer • Content-based language learning en belang van buitenschoolse activiteiten. • Sleutelcompetenties en taalverwerving in alle onderdelen • Inbreng en actieve rol deelnemer zo veel mogelijk gestimuleerd • Positieve benadering deelnemers
Conclusies competenties deelnemers • Technische vaardigheden vlot verworven • Motivatie en inzet heel hoog • Het zelfbeeld van deelnemers wordt positief bekrachtigd • Hoge aanwezigheid in de lessen • Goede resultaten op vlak van sleutelcompetenties • Taalverwerving lang proces
Conclusies tewerkstelling • Alle deelnemers hebben werk in de schoonmaaksector. • 4 deelnemers in het NEC • 4 via Wep+ • 1 via artikel 60 • De werkgevers zijn heel tevreden • Zwakke taalvaardigheid wordt gecompenseerd door andere competenties, waaronder werkattitudes en motivatie • De stages zorgen voor een positieve beeldvorming bij de werkgevers
Succesfactoren • Organisatorisch model- alfa NT2 verruimd naar algemene vaardigheden- gekoppeld aan relevante inhouden (MO / poetsopleiding/ stages)- intensief en zo snel mogelijk naar BO en stage- belang van trajectbegeleiding • Methodiek- themagecentreerde interactie- krachtige leeromgevingen