Theorie examinering in de toekomst

2. Theorie examinering in de toekomst Jan L de Jong Commissie Instructie en Veiligheid Conferentie van Chef-Instructeurs en LCO’s Papendal, 17 februari 2001

3. Theorie examinering in de toekomst • Het voortraject • Nieuwe aspecten regelgeving • Intern KNVvL overleg • KNVvL Examineringsinstituut • Proces van de theorie examinering • Stand van zaken • Beoordeling nieuw systeem • Conclusies (op persoonlijke titel)

4. Het voortraject • 1998 : Project Herinrichting brevet- en examenstelsel: • JAR-FCL afspraken in de Nederlandse wetgeving vastleggen • Uit systematiekoverwegingen ook toepassing op luchtsporten • 1999 : Toelichting‘Besluit BvB’s voor de Luchtvaart’: • JAR-FCL introduceert een nieuwe wijze van examineren • Voor de recreatieve bewijzen van bevoegdheid wordt bij dit systeem aangesloten. • Theorie-examinering in de toekomst op diverse plaatsen en eventueel met computers .

5. Het voortraject • 1999: Examenreglement voor luchtvarenden: • Nationale luchtvaartautoriteiten vrij w.b.t. planning en frequentie • De huidige frequentie wordt in de nabije toekomst uitgebreid. • Theorie-examinering uitbesteed aan een examineringsinstantie • 1999: Hr Klaare RLD in lezing Besturendag 20-11-99 • Theorie-examens: een algemeen en een klasse specifiek deel. • Uniformiteit van het examen belangrijk: een commissie van geautoriseerde examinatoren die gezamenlijk de examens maken. (National Expert Team)  

6. Het voortraject • 1999: Hr B.Klaare RLD in lezing Besturendag 20-11-99 • Over de organisatie van de afname van het theorie-examen is de RLD nog in discussie met uw vereniging. • Het is de bedoeling om deze examens centraal af te nemen • RLD denkt er serieus over om de organisatie van alle theorie-examens onder te brengen bij het CBR, die de examens voor de privé- en beroepsluchtvaart administratief zal organiseren. • Een belangrijk struikelblok in deze is het prijskaartje daarvoor. • Samen met de KNVvL en AOPA zoekt RLD naar mogelijke alternatieven om financiële gevolgen van een veranderde organisatie van theorie-examens zoveel mogelijk binnen de perken te houden.

7. Nieuwe aspecten examinering • Grote nadruk op het doorlopen hebben van een theorie- en praktijk opleiding met een omschreven inhoud • Theorie-examinering m.b.v. 'multiple choice-vragen' • Geen theorie-deskundigen bij het actuele examen • Het opstellen van vragensets (met antwoorden en waardering) door teams van deskundigen • Regel dat kandidaten alleen dan aan een examen (theorie) kunnen deelnemen meteen toelatingsbewijs • Instemming van de opleidingsinstelling daarvoor vereist ---------------------------------------------------------------------------- • Praktijkexaminering door geautoriseerde examinatoren, die tevens een rol vervullen bij de daadwerkelijke verlenging van bevoegdverklaringen.

8. Intern KNVvL-overleg Originele uitgangspunten • Theorie- en praktijkopleidingen voor de klasse-bevoegd- verklaringen voor de luchtsporten verzorgd door bij de KNVvL aangesloten ‘geregistreerde’ vliegclubs en vliegscholen • Voor ieder van de klassebevoegdverklaringen wordt voor zowel de theorie een uniform maar apart examineringsysteem opgezet. • De in het verleden in overleg met de RLD gecreëerde opzet voor de theorie- en praktijkexamens voor het zweefvliegen kan model staan voor de opzet van een KNVvL-examineringinstituut.

9. Intern KNVvL overleg Ontwikkeling: • Bij het interne KNVvL-overleg werden het tweede (aparte examinering) en derde uitgangspunt (zweefvliegen model) uit overwegingen van haalbaarheid en de verschillen in examencultuur tussen de verschillende afdelingen helaas grotendeels verlaten. Uiteindelijk resultaat (november 20000: • Voorstel voor een KNVvL-examineringsinstituut (KEI) • Binnen een door de KNVvL opgerichte maar onafhankelijk daarvan opererende stichting • Met als doel de uitvoering van de theorie-examinering voor de recreatieve luchtvaart.

10. KNVvL Examinering Instituut (KEI) • Organisatie onderdelen(I): • een Bestuur van de stichting aan te wijzen door het KNVvL-hoofdbestuur en belast met de supervisie over het Instituut en het toezicht op de onafhankelijkheid ervan, • een Kerncommissie (KC) bestaande uit zes leden representatief voor alle luchtsporten plus de secretaris van het secretariaat van het KEI met als taken: de coördinatie van de activiteiten van het KEI het fungeren als contactpunt met de RLD (met het KEI- secretariaat als praktisch aanspreekpunt) verantwoordelijkheid voor de samenstelling examens het ter vaststelling voorleggen van de examens aan de RLD het beheer van de databank van multiple-choice vragen.

11. KNVvL Examinering Instituut (KEI) Organisatie onderdelen(II): een Kennisteam (KT)bestaande uit een op naam en expertise door het Bestuur benoemde groep van deskundigen met als taken: het samenstellen van de databank met vragen het valideren van de vragen en het toewijzen ervan aan een profielonderdeel voor elk van de samen te theorie examens   een Regie Team (RT) bestaande uit op naam en verantwoordelijk- heidsgebied door het Bestuur benoemde groep van locale en/of regionale examenorganisatoren met als taken:        de organisatie en uitvoering van de examenzittingen,        het opstellen van een voorstel voor de uitslag van het examen

12. KNVvL Examinering Instituut (KEI) Organisatie onderdelen(III): een(KEI) Secretariaat (KS) bestaande uit een bureau met (deels) professionele bezetting onder leiding KEI-secretaris met taak het bijstaan van de organen van het KEI, het afstemmen van de planningen en de administratie, het opstellen van kwaliteits- en efficiëntie analyses. een Praktijk Team (PT) waarin de door de RLD benoemde Senior Examinatoren gevraagd zullen worden deel te nemen aan de interne KEI coördinatie van de praktijk examinering, (Omdat de praktijk examinering geen onderdeel vormt van de goedkeuring door de RLD van het KEI worden de organisatie en de procedures voor het PT beschreven in een Huishoudelijk Reglement van het Examinering Instituut).

13. Proces van de theorie examinering • Het KT verzamelt relevante examenvragen en valideert examenvragen voor de databank en houdt deze periodiek bij. Zij stelt een profiel voor het examen op (zwaarte, groepering en tijdsduur). Deze examenvragen worden beoordeeld en geïdentificeerd op toepasbaarheid binnen de diverse klassen. • De databank wordt beheerd door het KS onder verantwoordelijk- heid van de KC. De KC houdt toezicht op adequate vulling van de databank, kwantitatief en kwalitatief. • Het RT stelt jaarlijks vóór het zomerseizoen op grond van de voorstellen van de diverse examenorganisatoren een planning op van te houden examens in de periode ná het zomerseizoen tot het najaar van het daaropvolgende jaar, op categorie en klasse, datum en locatie.

14. Proces van de theorie examinering • De eind-afstemming van te houden examens geschiedt door de KC in overleg met de RLD die planningen formeel goedkeurt en vaststelt • Wijzigingen op de planning dienen te worden verwerkt door het KS en goedgekeurd door de KC in overleg met de RLD. Het KS dient steeds te beschikken over de correcte en up to date planning. • Op grond van deze planning genereert de KC tijdig het examen. In de aanloopperiode maakt het KT een voorstel voor de inhoud van elk examen. Dit gaat naar de KC en wordt na beoordeling ter goedkeuring en vaststelling voorgelegd aan de RLD. Het goedgekeurde examen wordt aan de betreffende examenorganisator in het RT overhandigd voor verdere uitvoering. • Aanvragen voor een examen moeten door de kandidaten worden ingediend bij het KS met kopie van een geldig identiteitsbewijs en worden door het KS ter kennis van de RLD gebracht.

15. Proces van de theorie examinering De uitvoering van het examen wordt geregeld en begeleid door de examenorganisator (en assistent) op grond van het Huishoudelijk Reglement. Deze beoordeelt ook de resultaten van de kandidaten en stelt een voorstel voor het examen resultaat op welke hij aan de KC toezendt ter autorisatie. De KC legt het resultaat voor aan de RLD ter goedkeuring en vaststelling Het KS houdt een administratie bij van examens en de resultaten. Er is een intern kwaliteitswaarborg systeem De RLD geeft de BvB’s uit aan de geslaagde kandidaten. De kandidaat heeft na de uitslag van het examen de mogelijkheid tot commentaar, in te dienen bij het KS. De KC behandelt dit commentaar en antwoordt de kandidaat.

16. Stand van zaken Voorstel ingediend begin november 2000 • Aan positief antwoord wordt door RLD gewerkt • Tijdplanning voor de invoeringAls invoeringsdatum is voorgesteld : najaar van 2001Vooruitlopend hierop zou in de winterperiode met bepaalde onderdelen uit het proces kunnen worden proefgedraaid.

17. Beoordeling nieuw systeem Bezwaren tegen nieuw systeem: • Examineringsactiviteiten door enkelen centraal te verrichten i.p.v. door velen decentraal • Opzet bureaucratisch en werk niet alleen door vrijwilligers te verrichten • Examinering niet meer bij te stellen voor lokale situatie, lokale procedures en specifieke luchtvaartuigen • Multiple-choice vragen i.pv. ínzicht-vragen.

18. Conclusies (op persoonlijke titel) • Ondanks eerdere toezeggingen geen handhaving van het door de zweefvliegerij in overleg met de RLD opgezette en alom geprezen examineringssysteem voor het zweefvliegen. • Resultaat is een examineringssysteem dat binnen de nieuwe regelgeving past en juist als die regelgeving in geen enkel opzicht een verbetering betekent. • Systematiek en uniformiteit heeft weer gezegevierd over verbetering van de regelgeving en daarmee de vliegveiligheid

19. Dank U voor Uw aandacht