1 / 32

Agressie van jeugdigen: Naar effectieve selfmanagementstrategieën

Agressie van jeugdigen: Naar effectieve selfmanagementstrategieën. Dr. Berno van Meijel / Drs. Sarah Hage Hogeschool INHOLLAND Lectoraat GGZ-verpleegkunde i.s.m. Triversum KJP Ede, 26 mei 2008.

portia
Download Presentation

Agressie van jeugdigen: Naar effectieve selfmanagementstrategieën

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Agressie van jeugdigen:Naar effectieve selfmanagementstrategieën Dr. Berno van Meijel / Drs. Sarah Hage Hogeschool INHOLLAND Lectoraat GGZ-verpleegkunde i.s.m. Triversum KJP Ede, 26 mei 2008

  2. Welke ervaringen hebben jullie met agressieve jeugdigen?Welke knelpunten komen jullie tegen in de begeleiding?

  3. Doel project • De ontwikkeling en toetsing van een richtlijn ter bevordering van selfmanagement van agressie door jeugdigen die in behandeling zijn bij de kinder- en jeugdpsychiatrie

  4. Hoe groot is het probleem? • Connor e.a. (2006): 60% van de verwijzingen naar de KJP houden verband met de evaluatie en behandeling van agressief gedrag • Day e.a. (2007): 56% van de adolescenten vertoonde fysiek agressief gedrag gedurende de opname.

  5. Gevolgen • Het agressieve gedrag heeft vaak ernstige consequenties hebben voor de persoonlijke ontwikkeling van de jeugdige en voor diens relaties met mensen in zijn of haar omgeving. • Verpleegkundigen zijn vaak het slachtoffer van het agressieve gedrag • Negatieve consequenties voor het behandelklimaat

  6. Selfmanagement • In de praktijk gaat er meer aandacht uit naar controle en fysieke beheersing en minder naar het aanleren van selfmanagementvaardigheden voor de jeugdige.

  7. Wat weten we over agressie bij jeugd? • Inzicht in risicofactoren • Inzicht in een aantal effectieve interventies

  8. Risicofactoren: zwangerschap • Gebruik van alcohol, drugs en tabak • Voedingsdeficienties • Complicaties tijdens de bevalling, in combinatie met afwijzing door de moeder

  9. Risicofactoren: persoonlijke factoren (1) • Verlaagd cortisol- en serotonineniveau • Lage fysiologisichespanning (trage hartslag; langzame huidgeleiding) • Verlaagde bloedwaarden: cholesterol, ijzer en zink • Verhoogd testosteronniveau • Prefrontale hersenaandoeningen (vermindering van impulscontrole) • Genetische aanleg • Geslacht: man

  10. Risicofactoren: persoonlijke factoren (2) • Agressie in het verleden • Psychopathologie (meisjes: depressie en psychotraumata ; jongens: ADHD, obsessief-compulsieve stoornis) • Negatieve en vijandige interpretatie van ambigue situaties • Positieve waardering van agressief gedrag • Verstoring in executieve functies: abstract redeneren, zelfregulatie, inhibitie, conceptformatie, probleemoplossend vermogen, uitgestelde aandacht, planning en organisatie) • Persoonlijkheidskenmerken: spanning- en risicozoekend gedrag, hyperactiviteit, impulsiviteit, moeilijk temperament, (mogelijk) lage eigenwaarde.

  11. Risicofactoren: gezinsfactoren • Negatief gezinsklimaat: huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing, seksueel misbruik • Slechte relatie met oudere met onveilige hechting • Negatieve en inconsequente benadering door ouders • Gebrek aan toezicht

  12. Risicofactoren: omgevingsfactoren • Gewelddadige en antisociale vriendengroepen (‘gangs’) • Prediking van haat • Afwijzing door leeftijdsgenoten • Onveilig schoolklimaat met weinig toezicht en binding • Gewelddadige tv-programma’s en videospelletjes • Toegang tot wapens, drugs en alcohol • Lage sociaal-economische status (SES)

  13. Intermezzo • Wat kunnen we als zorgverleners met deze risicofactoren?

  14. Effectieve interventies • Parent Management Training (PMT): gericht op het aanleren door de ouders van effectieve opvoedingsstrategieën;

  15. Effectieve interventies • Functional Family Therapy (FFT): waarbij gekeken wordt naar de functie van het agressieve gedrag binnen het gezin, naar de in stand houdende factoren en naar de wijze waarop deze kunnen worden beïnvloed;

  16. Effectieve interventies • Multi System Therapy (MST), waar onderzocht wordt welke factoren rondom de patiënt het agressieve gedrag beïnvloeden en hoe deze factoren effectief kunnen worden beïnvloed, met bijzondere aandacht voor de uitbreiding van sociale vaardigheden en versterking van het sociale netwerk van de patiënt;

  17. Effectieve interventies • Cognitieve gedragsprogramma’s, waarbij de patiënt getraind wordt in diverse typen vaardigheden (interpersoonlijke vaardigheden, agressiehantering, probleemoplossing, schoolvaardigheden), waarmee alternatieve strategieën worden aangeleerd om met probleemsituaties om te gaan en om hiermee ook de maatschappelijke kansen te vergroten;

  18. Effectieve interventies • Psychofarmaca, gericht op de behandeling van de aanwezige psychiatrische stoornis om via deze weg de agressie te verminderen;

  19. Effectieve interventies • Massagetherapie: waarbij de massagetherapie een aantal fysiologisch parameters beïnvloedt en bijdraagt aan de vermindering van spanning, depressie en agressie;

  20. Effectieve interventies • Voedingssuplementen, waarbij toevoeging aan de voeding van het ‘omega 3 fatty acid’ leidt tot een hoger serotoninegehalte in het bloed, die op zijn beurt bijdraagt aan minder agressie;

  21. Effectieve interventies • Het werken met signaleringsplannen: doel is om vroegtijdig in te grijpen in het proces van oplopende spanning en (dreigende) agressie.

  22. De richtlijn • Een achtergronddocument met een theoretische onderbouwing van de richtlijn en aanbevelingen; • Een praktische handleiding voor verpleegkundigen ter ondersteuning van het opstellen van een signaleringsplan met de patiënt; • Een informatiefolder voor patiënten en familieleden; • Een trainingshandleiding voor docenten.

  23. A. De Voorbereiding • In kaart brengen agressieve gedrag in heden en verleden • In gesprek met de patiënt over de agressie (ervaring probleem – veranderingsbereidheid) • Voorlichting over het werken met het signaleringsplan: wat kan het voor deze patiënt betekenen? Commitment over vervolg.

  24. Oplopende spanning agressie vroege voortekenen acties triggers Tijd Vroegsignalering en vroege interventie

  25. B. De inventarisatie van triggers • Huiswerkopdracht ‘Op zoek naar triggers’ • ‘Wat maakt mij agressief? • ‘Wat is mijn reactie op deze triggers?’

  26. Voorbeelden Triggers • Er worden eisen gesteld aan de patiënt • De patiënt wordt iets niet toegestaan • Er worden grenzen gesteld aan het gedrag van de patiënt • De patiënt moet iets doen tegen zijn of haar zin • De patiënt wordt niet geloofd/ of wordt in twijfel getrokken • De patiënt wordt aangevallen door anderen

  27. B. De inventarisatie van vroege voortekenen • Huiswerkopdracht ‘op zoek naar vroege voortekenen’ • Gedachten: ‘wat denk ik?’ • Gevoelens: ‘wat voel ik?’ • Lichamelijke voortekenen: ‘wat merk ik bij mezelf?’ • Gedrag: ‘wat doe ik?’

  28. Voorbeelden vroege voortekenen • Gezichtsexpressie: gespannen en boos • Toenemende onrust, onregelmatige bewegingen • Toenemende opgewonden staat van het lichaam, te zien aan bijvoorbeeld: snel ademen, een verhoogde hartslag, spiersamentrekkingen en verwijde pupillen. • Toenemend stemvolume • Toenemende lichaamstemperatuur en transpiratie • Ongestructureerd denken, verminderde concentratie • Aanhoudend oogcontact • Het weigeren van communicatie, teruggetrokkenheid

  29. Selectie van vroege voortekenen Vroege voortekenen PATIENT Vroege voortekenen SOCIAAL NETWERK BELANGRIJKSTE VROEGE VOORTEKENEN Vroege voortekenen HULPVERLENERS

  30. C. De uitwerking van het signaleringsplan Zonnig Bewolkt Regenachtig Onweer

  31. D. Nazorg Evaluatie van agressie-incidenten volgens het 5-G-schema: • Gebeurtenis • Gedachte • Gevoel • Gedrag • Gevolg Nieuwe input voor Signaleringsplan

  32. Praktijkervaringen • Goede ontvangst door de praktijk: experts, hulpverleners en patiënten • Systematisering van bestaande wijze van handelen • Kennis wordt houdbaarder en overdraagbaar • Draagt bij aan oplossingsgerichte benadering en selfmanagement • Vermindert gevoelens en reacties van machteloosheid

More Related