1 / 45

Drugs en het lichaam

Drugs en het lichaam. Training: Drugs en het lichaam Trainer: Lars van Driel Training voor: EHBO Rheden Datum: 24-02-2009. Doelstelling IrisZorg.

signa
Download Presentation

Drugs en het lichaam

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Drugs en het lichaam Training: Drugs en het lichaam Trainer: Lars van Driel Training voor: EHBO Rheden Datum: 24-02-2009

  2. Doelstelling IrisZorg Het bevorderen van verantwoord omgaan met alcohol, drugs en gokken; zodat er zo min mogelijk nadelige gevolgen zijn voor het lichamelijke, psychische en sociale welzijn van de persoon én van zijn omgeving.

  3. Drugs defenitie Drugs zijn stoffen die van invloed zijn op het centrale zenuwstelsel….. …..en die om deze reden gebruikt worden.

  4. legaal: alcohol nicotine cafeïne pijnstillers (licht) illegaal: heroïne cocaïne speed XTC GHB paddo’s Drugs wetgeving • semi-legaal: • slaapmiddelen • kalmeringsmiddelen • anti-psychotica • anti-depressiva • pijnstillers (zwaar) • cannabis (= hash & weed)

  5. Drugs hoofdeffecten 1 verdovend (dempen; sederen) 2 stimulerend (opwekken; oppeppen) 3 waarnemingsveranderend (stoned; high / hallucineren)

  6. waarnemings-veranderend XTC² cannabis LSD paddo’s verdovend alcohol heroïne GHB slaapmiddelen kalmerings-middelen anti-psychotica Drugs indeling • stimulerend • cafeïne • nicotine • cocaïne • amfetamine • XTC¹ • anti-depressiva

  7. Alcohol algemeen 1 Ethanol (Ethylalcohol) 2 Kleurloos en smaakloos 3 Herkenbare geur. 4 Ontstaat door gisting van suikers in vruchten en granen 5 Buiten dranken ook in: parfums (verdampen) ontsmettingsmiddelen (bijtend) schoonmaakmiddelen (oplossend) 6 Werking: verdovend 7 Caloriewaarde: 1 gram alcohol = 7,1 kcal 8 Geen voedingswaarde: ‘loze’ vetafzetting (bierbuik)

  8. Alcohol standaard glazen soort: inhoud:alc.%:pure alcohol: bier: 250 cc 5% 10 gram wijn: 100 cc 12% 10 gram sterke drank: 35 cc 35% 10 gram

  9. Alcohol opname in het lichaam 1 Via mond en slokdarm in de maag. 2 1/5 direct door maagwand in het bloed opgenomen (voeding remt opname). 3 4/5 via darmen in het bloed opgenomen. 4 Via bloed verspreidt het zich over het lichaamswater (= hele lichaam). 5 Ademanalyse meet het bloed uit de longslagader.

  10. Alcohol afbraak 1 Alcohol is na 10 minuten de maag gepasseerd. 2 Alcohol wordt volledig opgenomen. 3 Alcohol-molecule is te groot voor de nieren. 4 Alcohol wordt door de lever afgebroken en omgezet in koolstof en water. 5 Middeltjes werken slechts op het gevoel: opwekkend en / of bloedsuikerverhogend.

  11. Alcohol risico’s algemeen 1 Afhankelijkheid / verslaving 2 Ongelukken (o.a. in het verkeer) 3 Agressie 4 Verzuim (school / werk) 5 Onveilige seks 6 Black-out

  12. Alcohol hersenschade Geen alcohol / Zware drinker Susan Tapert, University of California, San Diego 2001

  13. Alcohol lichamelijk langer termijn • lever • hart • maag • hersenen • alvleesklier

  14. Alcohol verantwoord gebruik 1 Niet meer dan 1 glas per dag voor een vrouw. 2 Niet meer dan 2 glazen per dag voor een man. 3 Tenminste twee dagen per week (achter elkaar!) geen alcohol. 4 Geen alcohol bij verkeer, werk, studie en zwangerschap.

  15. 1 GHB (Gamma-hydroxy-butyraat) komt van nature in het menselijk lichaam voor. 2 GHB werd ooit gebruikt als inslaapmiddel voor narcose bij operaties. Vanwege ongewenste nawerkingen wordt GHB niet meer op deze manier gebruikt. 3 GHB komt voor in vloeibare-, tablet- en poeder-vorm. Het is is geurloos en smaakt zout. GHB algemeen

  16. GHB effecten 1 Ontspannend 2 Bewustzijnsverlagend 3 Seksueel ontremmend en stimulerend 4 Effect afhankelijk van dosering

  17. 1 Het belangrijkste risico is een overdosis. 2 De combinatie GHB met alcohol vergroot de kans op een overdosis en kan zeer snel dodelijk zijn. 3 GHB is vloeibaar en kan onopgemerkt in een drankje worden toegediend. 4 Geestelijk én lichamelijk verslavend. GHB risico’s

  18. 1 Cocaïne wordt via een chemisch proces uit de bladeren van de cocaplant bereid 2 Het kauwen op cocabladeren is bij de indianen al eeuwenlang bekend 3 Men kan het snuiven, roken en spuiten Cocaine algemeen

  19. Cocaine effecten Fysiek: 1 hartslag versnelt 2 ademhaling versnelt 3 bloeddruk verhoogt 4 bloedvaten vernauwen 5 uithoudingsvermogen groter 6 bruisend van energie 7 geen hongergevoel 8 geen vermoeidheidsgevoel Psychisch: 1 opgewekt, vrolijk 2 veel zelfvertrouwen 3 sneller, helderder denken (meent men)

  20. Fysiek: 1 oververmoeid 2 uitputting 3 rusteloos 4 verlies eetlust 5 afname weerstand 6 trillingen 7 bewegingsstoornissen 8 verstoringen van hartritme 9 aantasting slijmvliezen Psychisch: 1 snel geïrriteerd 2 overmoedig 3 koel 4 arrogant 5 egoïstisch 6 depressief 7 achterdochtig 8 mogelijk agressie 9 afhankelijk Cocaine risico’s

  21. Cocaine trends 1 Forse toename van het gebruik van snuifecoke onder jongeren en jong volwassenen. 2 Sterke groei van het aantal mensen dat hulp vraagt vanwege cocaïne. 3 Twee van de drie hulpvragers gebruikt basecoke.

  22. Fysiek: 01 energiek 02 geen honger 05 pupillen vergroten 06 bloeddruk stijgt 07 temperatuur stijgt 08 knarsetanden 09 stijve kaken 10 hartkloppingen Psychisch: 11 actief 12 zelfverzekerd 13 vrolijk 14 onrust 15 angst 16 prikkelbaar 17 hoofdpijn, duizelig 18 weinig zelfkritiek Amfetamine effecten

  23. Amfetamine risico’s Fysiek: 1 oververmoeid na gebruik 2 opbouw van tolerantie 3 hartritmestoornissen Psychisch: 1 prikkelbaar, agressief 2 rusteloos 3 angstig 4 neerslachtig 5 verward denken 6 achterdochtig 7 afhankelijk

  24. 1 XTC is chemisch samengesteld met als werk-zame stof: MDMA. 2 XTC werd in het verleden binnen de psychiatrie gebruikt. 3 XTC wordt hoofdzakelijk geslikt. XTC Algemeen

  25. 1 Is zowel waarnemingsveranderend als opwekkend. 2 Verloop gaat in 3 fasen: ‘On-set’, ‘Plateau’ en de ‘Come-down’. 3 Contacten worden makkelijk gelegd. 4 XTC staat bekend als de ‘Love-drug’. 5 Na 4 tot 6 uur is XTC uitgewerkt. XTC effecten

  26. 1 Er kunnen vreemde stoffen in de pil zitten. 2 Oververhitting in verband met……. 3 Misselijkheid, hogere bloeddruk, versnelde polsslag. 4 Depressies, angstaanvallen en psychoses mogelijk. 5 XTC als ‘lifestyle’ is slopend voor het lichaam . 6 XTC is geestelijk verslavend. XTC risico’s

  27. Cannabis algemeen 1 Hasj en weed (marihuana) zijn afkomstig van de vrouwelijke hennepplant: de cannabis sativa. 2 De hennepplant wordt al duizenden jaren gekweekt voor vezels, zaden en olie. 3 Men kan het roken, eten en drinken.

  28. Cannabis effecten Fysiek: 1 droge mond 2 rode ogen 3 spieren verslappen 4 versnelde hartslag 5 lachkick 6 vreetkick • Psychisch: • 1 stoned of high worden • 2 versterkt de stemming • 3 vaak zorgeloze stemming • 4 ontspant • 5 veranderd gevoel van ruimte en tijd • 6 waarnemen wordt intenser • 7 prikkelt fantasie

  29. Cannabis risico’s De meeste nadelige psychische effecten verdwijnen als cannabis is uitgewerkt. Fysiek: 1 combinatie met alcohol 2 eten van cannabisproducten 3 luchtwegen Psychisch: 1 concentratie vermindert 2 logisch denken vermindert 3 geheugen vermindert 4 soms angst, depressie of zelfs psychose uitlokken

  30. Drugs in de hersenen zoek:www.jellinek.nl klik: ‘ik wil informatie’ klik: ‘drugs in de hersenen’

  31. Middelengebruik & het lichaam Direct: -overdosering -langduriggebruik Indirect:-leefstijl -weerstand -gebruiksmethoden -infectieziekten -SOA

  32. Middelengebruik & het lichaam 1 Algemene uitgangspunten: A Blijf kalm en voorkom paniek B Geruststellen, deskundige houding C Vertrouwd persoon erbij halen D Informatie verzamelen E Ruimte, ventilatie rust F Warm houden (of juist afkoelen) G Bij twijfel altijd GGD, arts of 112 erbij

  33. Middelengebruik & het lichaam 2 Bewusteloosheid: A Stabiele zijligging B Luchtwegen vrijhouden C Eventueel braaksel verwijderen D Geen drank of voeding toedienen E Vitale functies bewaken

  34. Middelengebruik & het lichaam • 3 Algehele Malaise:misselijk, ziek, hoofdpijn, etc. • Kan bij praktisch alle middelen voorkomen. • Speciaal bekend bij combinaties, als alcohol en cannabis en als kater. • Hulpverlening:Uitleg, informatie geven en krijgen, geruststellen • 4 “Te hard gaan”:Snelle pols, transpireren, snelle ademhaling, gejaagd, etc. • Bij stimulerende middelen al dan niet in combinatie met trip-middelen. • Hulpverlening:Uitleg, geruststellen

  35. Middelengebruik & het lichaam • 5 Maag- en darmklachten:krampen, obstipatie, braken, etc. • Stimulerende middelen kunnen krampen en pijnen • veroorzaken. • Tripmiddelen kunnen misselijkheid veroorzaken (al dan niet • in combinatie). • Verdovende middelen kunnen obstipatieklachten • veroorzaken. • Hulpverlening:Informatie, water drinken, ev. braken

  36. Middelengebruik & het lichaam • 6 Krampen(in het aangezicht en/of ledematen) • Bij stimulerende middelen • Hulpverlening:Informatie, rekoefeningen, kauwgom • 7 Hartkloppingen:Hartritmestoornissen • Bij stimulerende middelen • Hulpverlening:Informeren, geruststellen, soms vitamine C

  37. Middelengebruik & het lichaam • 8 Hyperventilatie:Door vermoeidheid en angst • Bij stimulerende middelen. • Hulpverlening:Geruststellen (evt. m.b.v. vrienden), informeren • 9 Visusstoornissen:Gezichtsklachten • Bij verdovende, stimulerende en tripmiddelen, maar verschillend van aard • Hulpverlening:Geruststellen, informeren

  38. Middelengebruik & het lichaam • 10 Motorische en psychische onrust: • Bij stimulerende middelen (onrust en achterdocht) • Bij tripmiddelen (geen greep op de realiteit) • Hulpverlening:Rustige omgeving, structureren, prikkels vermijden • 11 Angst: • Bij verdovende, stimulerende en tripmiddelen, maar verschillend van aard. • Meest voorkomend bij de tripmiddelen (tegen psychose aan) • Hulpverlening:‘Neutraal’ geruststellen, informeren

  39. Middelengebruik & het lichaam • 12 Bewusteloosheid: • Bij verdovende middelen. • Bij tripmiddelen (‘Out gaan’). • Hulpverlening:Stabiele zijligging, controle vitale functies • 13 Hypoglycaemie:Verlaagd bloedsuiker • Bij diverse middelen mogelijk. • Risicovol bij mensen met diabetes. • Hulpverlening:Suiker geven, helderheid controleren

  40. Middelengebruik & het lichaam • 14 Eleptieform Insult:Geen echte epilepsie • Bij (overdosis) stimulerende middelen. • Hulpverlening:Beschermen tegen blessures, convulsies timen, 112 • 15 Hyperthermie:> 40 graden Celsius • Bij diverse middelen door elkaar vaak na plotselinge • bewusteloosheid. • Bloeddruk en pols zijn eerst hoog en daarna erg laag • (Collaps). • Gelaat eerst rood, daarna intens wit. • Hulpverlening:Ontkleden, koelen, plat op rug, • benen omhoog, evt. 112

  41. Middelengebruik & het lichaam • 16 Hypothermie:Onderkoeling • Bij stimulerende middelen (in combinatie met te weinig vocht: • tevens uitdroging) • Hulpverlening:Drogen, uit tocht, inpakken, zoete warme drank,evt. 112 • 17 Anafylactische reactie:acute overgevoeligheid • Bij diverse middelen door elkaar of overgevoeligheid voor een • middel. Dit kan gepaard gaan met jeuk, blaasjes, zwelling etc. • en kan leiden tot een shock. • Hulpverlening:Handelen als bij dreigende shock: • warmte, benen omhoog, geruststellen

  42. Middelengebruik & het lichaam • 18 Psychose:paranoïde psychose • Bij verdovende, stimulerende en tripmiddelen • Eerste 2 als overdosis. • Tripmiddelen hebben dat min of meer als kenmerk. • Hulpverlening:Veiligheid(!), arts, soms info • 19 Ademhalingsdepressie:Geen ademhaling • Bij verdovende middelen • Hulpverlening:112, beademen, informatie krijgen

  43. Middelengebruik & het lichaam • 20 Hartstilstand:acute overgevoeligheid • Bij verdovende middelen • Bij stimulerende middelen als gevolg van ernstige • hartritmestoornissen of een status epilepticus (= niet • ophoudend epileptisch insult) • Hulpverlening:112, reanimeren, informatie krijgen

  44. Middelengebruik & het lichaam • 21 Adequate ambulancemelding: • A Geef aan dat het een drugsincident betreft • B Naam en functie van jezelf (de melder) • C Sekse, leeftijd en gewicht van slachtoffer • D Actuele toestand van het slachtoffer • E Informatie over het middel, hoeveelheid en tijdstip • F De exacte plaats (aanrijdroutes, logistieke • problemen) • G Een aanspreekpunt met telefoonnummer

  45. Vragen? meer info? L.driel@iriszorg.nl

More Related